Nederlanders hebben niet veel affiniteit met cultuurchristendom
In gesprek met prof. dr. James Kennedy over cultuurchristendom in Amerika en Europa
Op het eerste gezicht tonen de Verenigde Staten van Amerika zich als een christelijk land. ‘One nation under God.’ Veel Amerikanen schamen zich er niet voor om zich christen te noemen, ook in het publieke domein. Kom daar in Europa eens om. In het Europees Parlement zitten nogal wat christenen, maar zij komen daar publiekelijk veel minder voor uit. Enige jaren terug werd zelfs een Europese agenda voor het personeel van de instellingen gemaakt, waarin geen enkele van de christelijke feestdagen was opgenomen. Wel die van andere godsdiensten.
Voor cultuurchristendom moet je eerder in de Verenigde Staten zijn dan in Europa. We vragen hoe James Kennedy, historicus, hoogleraar en decaan aan het University College in Utrecht, tegen cultuurchristendom aan kijkt.
‘Als eerste merk ik op dat het bij cultuurchristendom gaat om een gelaagd verschijnsel, met meerdere aspecten. Maar bij de beantwoording van deze vraag zal ik het graag wat eenvoudiger houden. Het meest opmerkelijke verschil met Europa is wel dat in de Verenigde Staten historisch gezien het geloof in God belangrijk is. En wordt gevonden. De algemene opinie is dat een goede Amerikaan gelovig hoort te zijn. En er wordt van je verwacht dat je als gelovig persoon ook iets doet met dat geloof. Je bent lid van een kerk bijvoorbeeld, je steunt de kerk of je zet je daar actief voor in. Veel Amerikanen vonden dat heel normaal en deze mening leeft nog steeds breed, al voeg ik er wel meteen aan toe dat dit de laatste jaren aan het afkalven is.’
‘In West-Europa ligt dit heel anders. Als er al aandacht wordt gegeven aan het christendom, dan wordt het meestal gezien als een historisch waardensysteem. Het gaat dan om erkenning van de historische betekenis van het christendom voor onze Europese of nationale cultuur en samenleving. Uit onderzoek blijkt dat dit in de omringende landen, zoals Duitsland, in sterkere mate zo gezien wordt dan in Nederland. Behalve Duitsland gaat dit ook op voor Engeland en in wat mindere mate voor Frankrijk en België.’
‘Een ander onderscheidend aspect is dat het christendom en zijn betekenis voor de samenleving, cultuur en politiek in Amerika regelmatig naar het heden wordt getrokken. Men zegt daar ronduit dat Amerika van oudsher een christelijk land is. Vooral in politieke kringen of discussies wordt dat tot uitdrukking gebracht.’
Evangelicals en trump
In Amerika steunen evangelicals de populistische president Trump. Met Pence als vice-president zou je kunnen spreken van een alliantie tussen christenen en populisten. Veel christenen in Nederland zijn echter heel beslist in hun mening dat zij ‘absoluut’ niet op Trump zouden stemmen. Waarin zijn Amerikaanse christenen zo anders dan Nederlandse?
‘Om de Amerikaanse stijl van Trump te kunnen volgen, moet je misschien wel een Amerikaan zijn. Zijn stijl en manier van optreden zijn heel moeilijk te vertalen naar andere samenlevingen. Dat geldt natuurlijk zeker het ‘America First’-beleid waar Trump voor pleit. Daarmee zal hij niet zo snel de harten hier winnen. Dat is vrij logisch. Trump is een Amerikaanse nationalist, met een geheel eigen Amerikaanse stijl – dat valt in andere landen niet in de smaak van het brede publiek.’
Politieke stammenstrijd
Maar hoe zit het dan met die support van christenen voor president Trump? Amerikaanse christenen lijken hem door dik en dun te steunen, terwijl Nederlandse christenen overwegend kritischer zijn. Geven Nederlanders dan meer om het karakter, de levensstijl en moraal van een politicus en Amerikanen niet?
‘Ik denk dat de keuze van Amerikaanse christenen voor Trump meer is ingeven door de politieke context. Amerikaanse evangelicals zijn veelal lid van een politieke stam. Vaak is dat de Republikeinse partij. Die politieke stam staat tegenover de andere politieke stam, die van de Democraten. Zo steekt het Amerikaanse stelsel nu eenmaal in elkaar. De praktische consequentie hiervan is onder meer dat je sowieso op de kandidaat van jouw politieke stam of partij gaat stemmen. Vanzelfsprekend steun je die. Vervolgens ben je sterk geneigd om alle aanvallen op de kandidaat van jouw partij haast per definitie te bagatelliseren. Zo van: ‘dat valt wel mee’, of: ‘dat is niet waar, dat is erg eenzijdig’ en ‘Democraten doen ook slechte dingen’.’
‘Je moet die steun voor Trump dus vooral zien in de context van een zeer bittere politieke stammenstrijd tussen Democraten en Republikeinen, waarbij het er soms scherp aan toe gaat. In die strijd zijn de evangelicals meegezogen. Die haast onverzoenlijke tegenstelling tussen politieke opponenten verklaart dat je door dik en dun de president van jouw partij steunt en dat je in het openbaar niet al te veel laat merken dat je er soms ook wel een slag anders over denkt.’ ‘Overigens merk ik op dat het gegeven dat veel evangelicals Trump steunen, niet wil zeggen dat al deze evangelicals ook populisten zijn.’
Make holland great again?
In de Nederlandse situatie is er zeker geen onverdeelde steun vanuit christelijke hoek voor Thierry Baudet en zijn Forum voor Democratie. En dat geldt nog sterker voor de PVV van Geert Wilders. Christenen die de PVV of Forum wel steunen voeren meer dan eens het argument aan dat christenen de conservatieven moeten steunen omdat anders onze joods-christelijke beschaving ten onder gaat. Dat argument lenen ze van Steve Bannon die dit gebruikte in de campagne van Trump ter bestrijding van Hillary Clinton. Het glorieuze verleden van Nederland is iets om trots op te zijn en dat verleden moeten we weer gaan herstellen. ‘Make Holland Great Again’. Snijdt deze manier van argumenteren hout? Hoe kijkt u als historicus aan tegen deze omgang met het verleden?
‘Ik denk dat er wel een parallel is te trekken tussen het ‘Make America Great Again’ en het ‘Make Holland Great Again’. Men betoogt dat de oerbeginselen van het land worden bedreigd. En dat moeten we niet zomaar laten gebeuren. Als we die dreigende ramp weten te keren, dan kan het land weer groot worden gemaakt. Baudet deelt die visie met Trump, die manier van omgaan met het verleden. Dat kun je vaststellen. En allebei doen ze daarmee een appel op een bepaald soort kiezers. Ook dat is vast te stellen.’
‘Je kunt het zien als een manier van omgaan met de geschiedenis die je wel vaker in politieke kringen tegenkomt. Daarbij moeten we bedenken dat deze manier van lezen en presenteren van historische gegevens een politiek doel dient. En daarom moet je ook oppassen. Wakker zijn. En de vraag stellen wat men hiermee precies wil bereiken. Men verbeeldt namelijk een verleden dat, of een periode uit het verleden die er misschien niet zo rooskleurig uit heeft gezien dan het wordt voorgesteld. Daarom is het zo belangrijk om na te gaan wat zij daarmee willen bereiken. Wat is het doel van zo’n politieke propaganda, waarbij een bepaald beeld uit het verleden wordt opgeroepen of een beroep op de historie wordt gedaan?’
Alertheid geboden
Volgens mijn waarneming gaat het om instrumenteel gebruik van de geschiedenis. Hoe beoordeelt u dat als historicus? Als je kijkt naar het debat over immigratie, dan kun je je ook beroepen op de Nederlandse historie. We lieten bijvoorbeeld veel vluchtelingen toe in de 16e en 17e eeuw – en daar zijn we groot mee geworden, toch?
‘Ik snap goed dat mensen dit doen. Politici doen vaker een beroep op het verleden. Zij verwijzen daarbij naar gebeurtenissen of praktijken in het verleden en beargumenteren daarmee dat dit vandaag de dag ook zo – of juist niet zo – gedaan zou moeten worden.’
‘Het is niet realistisch om te verwachten dat politici geen enkel instrumenteel gebruik van het verleden zullen maken. Het zit in hun aard om goede argumenten te zoeken voor de ideeën en plannen die zij voorstellen. Een historisch argument kan daarbij behulpzaam zijn. Maar je moet dan wel beducht zijn voor wat de doelstellingen daarvan zijn. Men maakt immers gebruik van het verleden om daar voor de actuele situatie politieke munt uit te slaan. Meestal kun je dan op je klompen aanvoelen dat er dan van een evenwichtige of respectvolle omgang met dat verleden geen sprake is. Juist daarom is alertheid geboden, vind ik. Als wetenschapper moet je distantie houden van zo’n manier van omgaan met het verleden, ongeacht of je de politieke doelen apprecieert of niet. Dat is een kwestie van professionaliteit.’
Kritiek op cultuurchristendom
In een debat met Thierry Baudet liet Kees van der Staaij zich kritisch uit over cultuurchristendom. Hij trok de vergelijking met een bos snijbloemen die prachtig op de tafel staat, maar spoedig zal verwelken. Is het cultuurchristendom niet meer dan een lege huls?
‘Ik kan mij voorstellen dat je kritiek hebt op het cultuurchristendom. Vooral wanneer je waarneemt dat het eigenlijk in de plaats komt van het christelijk geloof. Dat past niet zo bij de Nederlandse context, omdat Nederlanders nu eenmaal gewend zijn om of helemaal wel of helemaal niet te geloven. Een positie daar tussen in, het christendom wel waarderen en koesteren, maar niet volledig bijvallen – dit lijkt de houding van cultuurchristenen te zijn – dat voelt wat vreemd aan voor Nederlanders. Die willen hom of kuit.’
‘Deze houding verklaart ook waarom Nederlanders veel minder affiniteit hebben met cul tuurchristendom dan de ons omringende landen. In het Hollandse laagland is het geloof een keuze uit overtuiging, je staat daar achter of niet. Het gaat primair om het geloof en niet om de dingen daarom heen, de maatschappelijke aspecten en zoiets als een gedeeld cultureel patroon.’
‘Wat het problematischer maakt, is dat het cultuurchristendom vandaag de dag vooral opkomt als een instrument om een wij/zij-tegenstelling te scheppen. Wij zijn van deze cultuur en anderen niet. Dus zij horen hier niet.’
Cultuurchristendom heeft ook positieve kanten Maar het christendom heeft de Nederlandse cultuur en samenleving gestempeld. Het bepaalt mede de identiteit van ons land. Dat is wat niet alleen cultuurchristenen, maar ook gelovige christenen zullen zeggen.
‘Wat ik bedoel te zeggen is dat ik sterke bedenkingen heb bij een politieke instrumentalisering van het christendom of het christelijke verleden van Nederland of Europa. Dan ga je volgens mij de schreef over. Wanneer het echter gaat om erkenning van of waardering voor het christendom en wat dat in het verleden voor ons land heeft betekent, dan kun je daar een positieve waardering aan toekennen. Het heeft volgens mij een intrinsieke waarde. Kortom, als het cultuurchristendom een manier is om je eigen verleden te duiden en te waarderen, dan kan het zeker een positieve betekenis hebben.’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 2019
Zicht | 104 Pagina's
