Eilandlicht
‘Isabelles moeder had een zeldzame ziekte,’ zei de man uiteindelijk. ‘We wisten dat nog niet toen Isabelle werd geboren, maar na een tijdje werd duidelijk dat mijn vrouw haar zicht kwijtraakte.’
Henry kreeg een wee gevoel in zijn maag. ‘Eerst verloor ze ’s nachts haar zicht,’ vervolgde hij. ‘We baden dat het daarbij zou blijven. Maar na verloop van tijd zag ze steeds minder, zelfs overdag.’
Henry hief zijn hoofd en ontmoette de donkere blik van de man.
‘Uiteindelijk werd ze blind.’
Blind. Het woord sneed zo scherp door Henry heen dat zijn borst er pijn van deed. Hij probeerde een antwoord te vinden om zich aan vast te klampen. ‘Dat betekent nog niet dat Isabelle ook blind zal -’ ‘Ik heb gebeden dat het haar bespaard zou blijven,’ zei de kapitein fluisterend, ‘maar ze verliest nu al haar zicht in het donker.’
De wanhoop spoelde over Henry heen en ontnam hem alle woorden. Hij kon er alleen maar aan denken hoe Isabelle, zijn lieve Isabelle, moest leven als ze niet in staat was de prachtige natuur waar ze zo veel van hield te zien. De gedachte was genoeg om hem aan het huilen te krijgen. Ze zou nooit meer kunnen tekenen.
Misschien besteedde ze er daarom nu zo veel tijd aan, omdat ze alles in zich wilde opnemen zolang het nog kon.
‘Nu begrijp je waarom Isabelle niet kan trouwen.’
‘Nee, dat begrijp ik niet. Er is geen enkele reden waarom ze niet zou kunnen trouwen als ze blind wordt.’
Het gezicht van de man verhardde. ‘Welke man wil nu een blinde vrouw?’
‘Hield u minder van uw vrouw toen ze blind werd, kapitein?’
‘Natuurlijk niet. Ik hield juist des te meer van haar omdat ze zo moedig met haar ziekte omging.’
‘Waarom denkt u dan dat ik niet meer van Isabelle zal houden als ze eenmaal haar zicht kwijt is?’
‘Ze zal voortdurend zorg nodig hebben en niet alleen kunnen zijn.’
‘En waarom zou ik niet voor haar kunnen zorgen?’
‘Waarom zou je dat willen?’
Henry spande zijn handen tegen het touw waarmee ze waren vastgebonden. ‘Omdat ik meer van haar hou dan van mijn eigen leven.’
Pas toen er weer een stilte in de slaapkamer viel, besefte Henry dat ze hun stem hadden verheft, zelfs tegen elkaar waren gaan schreeuwen.
Nu was het de kapitein die zijn hoofd boog. Na een lange tijd keek hij hoofdschuddend op. ‘Ik kan niet van een andere man verlangen deze taak op zich te nemen. Die is te zwaar.’
‘Misschien is het niet aan u om die keus te maken.’
‘Het is mijn keus. Ze is mijn dochter.’ Hij draaide zich om alsof voor hem de zaak was afgedaan. ‘En ik ben degene die voor haar zal zorgen als ze blind wordt.’ Met stampende tred, als om zijn woorden te bevestigen, liep hij de kamer uit.
Elke stap was een trap tegen Henry’s hart, tot het in duizend scherven lag.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 2024
Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's
