Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De grote razzia van 20 en 21 december 1944 op Goeree en Overflakkee

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De grote razzia van 20 en 21 december 1944 op Goeree en Overflakkee

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

Diiistiat; 26 december

Bij Nieuweschans 's morgens de grens o\er. Duitsland in. richting Oldenburg. Bremen (waar \eel gebonib.irdeerd wasi. We kwamen om 6 imr' sa% onds in Hmiburg aan. We moesten in een andere trein o\erstappen die gelukkig verwLinitd \\ as. Da;ir ben ik hij Jac. Westhoe\e gekomen. We reden niet \erder maar w e hadden en dak bo\ en ons hoofd.

\Voe/}Silag 27december

"s Morgens om 8 uur moesten \\e een uur lopen en we k\\;mien in een groot gebouw terecht. Om l uur weer ga;m lopen met de bagage en w e kw ;uiien om 4 uur aan bij een soort schipperskanioor waar we werden gehuisxest. .\lles redelijk. Ik sliep naast J. \\'esthoe\e. We w^en nog me! 40 Ouddorpers bij elkaar.

Donderdag 2S december

\'eel .il;inn. "s .Avonds S uur groot ;il;inn. Terechtgekomen in een grote schuilkelder die plaats bood aan 40.tX>0 mensen 1

Vriidüg 2') december

Zestien Ouddorpers \ertrokken na>ir Dresden. De hele dag trokken er groepjes weg. 's A\onds nog een groep \"an 20 Ouddorpse mannen. Ik schoot met .1. Westhoe\e en enige Zeeuw en o\ er.

Zaterdag JO december

's Morgens aangewezen voor verder transpon. J. \\'estlioe\e en ik uit Ouddorp en J. Kik uit Ha.imsiede. Om Lr IS uur in de trein na.ir M inenberge dat ligt tussen H.miburg en Berlijn. In Winenberge kwam een .schipper ons atliiilen. Er lagen .^ HolLind.se .schepen met Duitse scluppers a.m boord. .1. Kik slaapt bij de schipper. .1. \\'esthoeve en ik slapen op het schip er naast. We hebben een kachel en volop kolen aan boord en... een goed bed. We hoeven voorlopig niets te doen. want de schepen zitten vast in het ijs.

Zondiig .•1 december

Dagelijkse bezigheden. Bezoek % an een Hollandse schippersknecht J. van DLUU 1~ jaar. \\'e hebben met ons vieren een gezellige Oudejaarsa\"ond gehad. We kregen van de scliipper w at boeken en ook het Nieuwe Testament. Nu lees ik regehnatig een hoofdsmk NOor.

(Er breekt nu een periode aan w aarin de tw ee Ouddorpers met hun Zeeuw se \Tiend steeds bij elkaar bleven. Ze trotseerden de moeilijke omstandigheden die dagehjks op hen afk^\ a­ men. Ze hadden allereerst de zorg \oor het eten. dat is hun \Tij aardig gelukt. Ze hadden te maken met heel \'ee! iuchi­ilarm en ze probeerden htm lichaam en kleding goed schoon te houden.i

Het dagboek gaat \ erder:

Diiisdag 9 jivuiari

Het \Tiest dat het kraakt. NN'e moeten gaan w erken voor de timta aan de wal niet \ er van het schip.

y^'oensdag 10 jaiiuuri

We moesten het ijs los hakken anders w ordt de druk tecen het schip te sroot. Het xiiest nu 13 'C.

Donderdag H januari

De schipper had ongeveer ~ kg bruine bonen meegebracht. Hij zei: "Die moeten jullie maar eens uitzoeken." \Mj achter de kachel met z'n drieën Kinen uitzoeken. We dachten er zal wel een maaltje \'oor ons o\ erschieten. Toen we ermee klaar v. aren zei de schipper, "geef mij de slechte maar en de goede zijn voor juUie." Daar boften we ntee.

Vrijdag 26 januari

De boten zinen muur\asi ut het ijs. De vorst wordt strenger. Ik geloof dat we hier dicht bij Nova Zembla zitten. We moeten weer ijs hakken.

Vrijdag ^febnuiri

Het ijs is nu weg. Ik kreeg bij de apotheek wat Kalmoeswonel te pakken. Nu heb ik w at te kauwen, mijn eigen teelt­tabak is op. We zijn gelukkig nog bij elkaar.

Donderdag 22 februari

Bombardement om en nabij hel station \"an Wittenberge. We hebben het eerste bombardemenl meegemaakt.

Zaterdag 24 februari

We hebben \'an een schipper gehoord dat er ergens een Ouddorper moest wezen in Wittenberge. Die moest stoker zijn op een lokomotief. Wij op slap. Het was ongeveer een uur lopen, maar we liadden de b.irak toch ge\onden. We deden de deur \;m de bar.ik open en zagen daar voor ons staan: Sjors Tanis. Jaap Tanis. Hans N'Uetland. H.tns Lodder en Jacob Breen Tz.

Zij waren allen stoker op de lokomotie\en. Ze moesten hard werken en lange dagen maken. De bomnten die \:in de week hier waren ge\"allen hadden bijna hun barak getroffen.

Er was een \oltrekker op de lokomotief gevallen waar H;ms N'lietland stoker op was. De machinist was gew ond maLir Hans w as er even \";in tewiren afgesprongen. E\en later kwam Teun N'oogd ook nog in dezelfde bar;ik kijken. Teun en zijn broer Klaas w;iren bij een boer terechtgekomen. Er heerste grote blijdschap o\er het weerzienII

Zondag 25 t'ebniari \"emomen dat .A.. Lokker en A. Breen Jz. bei

\"emomen dat .A.. Lokker en A. Breen Jz. beiden uit Ouddorp afkomstig waren o\ erleden. Dat is roch \ersclirikkelijk als je in een \Teemd land moet sterben en de f;mtihe weet er niets van. (Ter verduidelijking. Both. Wesihoeve en Kik boeleerden nog steeds op de schepen"!.

Maandag 26 februari

's .Axonds S uur weer alarm. Je raakt er zo aan gewend. ;ilsof het niet eens gexaarlijk

Donderdag 1 maar:

\\"e koken roggepap en maken die klaar mei water uit de Elbe.

Vrijdag 2 maan

Regelmatig komen de Ouddorpers nu bij elkaar op bezoek. Ik heb nog vergeten dat er ook nog twee jongens van E. Me\er bij zijn. Die zijn afgekeurd voor stoker. Nu moeten zij koien scheppen. De een hgt in het ziekenhuis en de ander hgt ziek. in de barak op een aparte plaats.

Maandag 5 maart

Jaap en ik gaan samen de Ouddorpers opzoeken. Ze brachten Jaap Meyer Ezn. in de barak een bezoek. Me_\er had roodxonk gehad en moest nog een week blij\en liggen.

Ze brachten ook een bezoek aan Toon Meyer Ezn. Hij lag in een barak achter het ziekenhuis en zag er slecht uit.

Diiudag 6 tnaan

We staan om half zes op. \\"e eten \oor de laatste keer aan boord waar we van 30 december 19­W tot aan xandaag zijn geweest. De schipper brengt ons naar het station \ an N^'ittenberge. Om half tien \enrekt de trein. \\'e zien Joh. NTieüand en Sjors Tanis als laaisten... Om 3 uur komen we in Hamburg aan en arri\eerden na vele omzwervingen door de \en\oeste stad. op dezelfde plaats waar we in december het eerst waren aangekomen. Het is in Hamburg zo dikw ijls alarm, dat schrijf ik maar met meer.

Woensdag ~ maan

We worden ingeschrexen als ha\enarbeider. Dat is hier gevaarhjk met de Tieffliegers want die hebben het zeker op de haNeninstallaties zoals hijskranen gemunt. We werden o\'ergeplaatst naar een nieuw lager in een groot gebouw midden in de stad Hamburg. Overal om ons heen is het een puinhoop. Wat ziet zo'n stad er toch verschrikkelijk uit. V,'e blij\en met ons drieën.

Donderdag S rriaan

Jaap en ik zitten in een café een biertje te drinken en dan zien we Jan Bosland Jzn. voorbij lopen.

^'rijdag 9 maan

We nisten dat er veel Ouddorpers in Hambur£ te tt erk ïresield waren. We bereikten om 12 uur het lager waar wij op 27 december ook een paar uur geweest waren. De jongens waren bijna allemaal werken en wij samen maar passagieren. We troffen a;ui Jaap xan Tona. Toon Westhoeve. C. Tanis en Jaap Verduin. J. Bosland komt nu iedere avond bij ons.

Zaterdag 10 maart

Jaap \an Tona en Klaas Mierop komen ons bezoeken. Wat w ;iren zij blij dat ze ons zagen! \\"e gingen die dag de Ouddorpers weer opzoeken, we troffen er wel meer dan 25 a;tn.

Zondag 11 maart

Na het eerste bombardement in Wittenberge te hebben meegemaakt, nt.iken we nu \oor ons het Nierde bombardement mee op Hamburg. Het w as gewoon verschrikkelijk, zo erg hebben w e het nog niet meegemaakt, links en rechts overal bommen.

Ataandag 12 maart

N'andaag moeten wij hier \"oor het eerst gaan werken. Bommen lossen uit een schip \;in de Kriegsmarine wat heel gevaarlijk is. Elke das veel alarm en \eel de schuilkelders in.

Zaterdag 1 ~ maart

Een getroffen niarine­scliip lossen. \'ier sneetjes brood waren om 11 uur al op. 's a\onds laat hadden w e in het lager koude pap op een lege maag.

Zondag IS maan

Luchtalarm en nog eens luchtalarm.

Dinsdag 20 maart

Drie maanden lang heeft het de Heere behaagd ons te sparen \"oor de \ele ge\aren die ons hier boven het hoofd hangen. Haver lossen en in het zout werken.

Donderdag 22 maart

Gisteravond zijn Jaap \an Huizen en Klaas Mierop geweest, maar wij waren niet thuis. Vandaag zowat de hele dag alann. Goede Vrijdag. 30 maan

Goede Vrijdag. 30 maan

De xrije dag doorgebracht in de schuilkelders.

Zondag Ie Paasdag. I april

Om 2 uur gaan we naar de Ouddorpers. Jan Me\"er Pzn. lag in het ziekenhuis, hij had een smk beton tegen zijn been gehad. .Aren .Aleman en Coen Klepper zien we \"oor het eerst.

Vrijdag 6 april

Van de Ouddorpers vernomen dat Tliomas Meyer Johz. is overleden, door ziekte of ongeval dat weet ik niet.

Zaterdag 7 april Om 12 uur alarm, ik ga naar een andere bun

Om 12 uur alarm, ik ga naar een andere bunker. Daar zie ik toe%allig Cees Bezu>en Pzn. en Tetm Bezuyen Szn. staan. Die jongens keken \Teemd op.

Zondag S april

Steeds alarm. We gaan naar de Ouddorpers toe. .A. Witte Jzn. en A. Wine Bertz. gaan met ons mee terug. We maken tot nu toe het zwaarste bombardement mee. voor ons het negende. We moesten een weg zoeken door het ptiin. Veel branden. Ons lager stond gelukkig nog overeind, maar de ramen zijn er uit.

Vrijdag 20 april

Veel oorlogsellende, ^^"e komen terecht in een rot gebouw, geen ücht. aUe ramen kapot, het stinkt er vTeseüjk. Er hggen Chinezen. Russen. Oekraïners. Belgen. Fransen. We horen de beschietingen rondom Hamburg door de naderende Be\Tijding5leger5.

Woejisdag 25 april

Er staan enkele bomen op de Grosz Neumarkt, ze worden al mooi groen. Ik denk aan de kerseboom thuis en de tulpen. Ik heb de mlpen gepoot, maar zal ik ze ooit nog zien bloeien? Ik heb er niet veel moed op. Ik denk aan \TOUW en kinderen hoe zal het daarmee zijn? We moeten met Gods hulp hier door de bombardementen en beschietingen heen zien te komen.

Woensdag 2 mei

Om tien uur komt er een extra bericht dat Hamburg niet zal worden \erdedigd en dat de stad bezet zal worden door Amerikaanse en Engelse troepen. Als ze de stad verdedigd hadden, had het een moordtoneel geworden.

Donderdag 3 mei

Geallieerde troepen gearri\eerd.

\ 'rijdag 4 mei

Plunderingen werden hardhandig de kop ingedrukt.

Zondag 6 mei

Het gaat weer mis. De jongens van het lager en veel Duitsers en ook wel soldaten plunderen een drankkelder. Er staan duizenden liters drimk opgeslagen. Het wordt een wedloop. De politie staat machteloos. Niet lang daarna is wel tweederde deel van het lager hardstikke zat. Ik heb nog nooit zoxeel dronken mensen gezien. Tafels, stoelen, kasten, niets blijft overeind. (De oorlog was over. het feest kon beginnen...)

Woensdag 16 nui

We snorren met een vrachtauto door de straten v;m Hamburg. \\'e zijn vol verwachting. Maar 20 km verder komen we in Bergedorf en rijden daar een groot lager binnen. \\'e zagen daar alle jongens van Ouddorp w eer die in Hamburg geweest w aren.

\ 'rijdag 25 mei

We staan om 5 uur op. we vermoeden dat we vandaag ook weggaan. Om half elf gaan we in een kolonne van 350 man in open wagens van de Tommies weg van Berge­dort'. We rijden door prachtige streken. \\'e gaan over een grote noodbrug over de Elbe, die hebben de .Amerikanen gemaakt. We komen om 1 uur in Lüneberg aan. \^'eer in een groot lager waar duizenden mensen zijn. Hier worden we ontluisd.

Zaterdag 26 mei

In grote vrachtwagens van Lüneberg naar Bassum alwaar wordt overnacht. Er rijdt 's middags een lange trein voorbij met open rijtuigen. Daar staan 1500 officieren in van het Nederlandse leger, allemaal met de oude uniformen aan. Ze zwaaien naar ons met hun mutsen. Om 4 uur gaan w ij ook op de trein. We rijden over Osnabrück naar Reisse. 40 km van de grens. Per auto gaat het naar een groot lager. We dachten wel eens wat duurt het toch lang eer we uit Duitsland kunnen vertrekken, maar als je ziet wat er overal kapot is aan spoorwegen en bruggen dan begrijp je dat wel beter.

Dinsdag 29 mei

Per auto aangekomen in Gronau.

Woensdag 30 mei

Medische keuring en alle spullen worden ontluisd.

Zaterdag. juni

Jan Kik zijn we in Enschede kwijtgeraakt. \'anavond komt M. Moerkerk. \\'. Bakelaar. Maan Hoek Jaczn.. Joh. Tanis Mzn. en Gerard Tanis Mzn. bij ons aan.

Maandag 4 juni

Om 10 uur gaan w e met 28 man plus bagage in een auto. We rijden 120 km door Holland over Hengelo. Lochem. Zurphen. Deventer. Apeldoorn tot .Amersfoort. Om 3 uur gaan we in .Amersfoon een kamp binnen. ^\"e ontmoeten hier \\'. van der ^^'ende. van hem vernemen we dat Teun Koek in maart al ov erleden is. Dat is al de vierde man van Ouddorp. zover ik weet.

Dinsdag 5 juni

Vertrek van .Amersfoort per trein naar Rotterdam. In Rotterdam worden we opgevangen door de Padvinderij. Zij brachten ons naar vrachtauto's die ons vervoerden naar HeUevoetsluis. Jan Reedert vv as zijn schip in Ronerdam wezen halen en deed HeUevoetsluis aan. Met het schip van Reedert voeren we rechtstreeks naar het Goereese Havenhoofd. Daar kwam net een wagen van T. van der Vv'ende aan die een sehildwachthuisje voor de BitmenJandse Snijdkrachten (B.S.) kwam brengen. We zijn met ons allen op de wagen gestapt en zo kw amen we onder een luid hoera­geroep van honderden Ouddorpers op 5 juni 1945 terug in onze gehefde woonplaats. Gelukkig w aren al onze famüieleden in goede gezondheid. Einde dagboek van 20 december 1944 tot

Einde dagboek van 20 december 1944 tot 5 juni 1945 van Jac. Both en Jac. Westhoeve.

Uit het dagboek van Gerrit Camphens GERRIT C­AMPHENS te Nieuwe Tonge. geboren 2 september 1916

Donderdag 21 december 1944

's Middags om 3 uur per fiets naar Middelhamis gereden met Leen Oudzegel. Teun van Driel en Joost Nagtegaal. De fietsen gestald bij de famüie \'an Driel op het Marktveld te Sommelsdijk. Om half vijf waren we bij Hotel Mev er te Middelhamis waar wij ons moesten melden. Om half zeven moesten wij gepakt en gezakt naar het Havenhoofd lopen. Half acht moesten wij in een Rijnaak worden ingescheept. Vanaf die tijd tot de volgende morgen acht uur hebben wij met ­MX) mensen in het ruim opgestopt gezeten. De verüchting bestond uit een kleine petroleumlamp. Wij hadden geen water meegenomen, zodat wij in geen 24 uur konden drinken. Wij aHen versmachnen van de dorst. Enkelen vielen flauw. Ik wens aUes over te geven aan de beschikking van de Hoogste Macht en Voorzienigheid.

Vrijdag 22 december

Wij varen langs Utrecht op .Amsterdam aan. Eén man v^ erd ziek en één is krankzinnig geworden.

Zaterdag 23 december

Om 12 uur aankomst in Amsterdam (terrein K.N.S.M.). 's Avonds 6 uur met 1500 man ingescheept in een schip met 10 ruimen, wij zaten dus met 150 man in een ruim. Er lag een laag stro op de bodem van het schip zodat wij als zwijnen hebben moeten liggen.

Zondag 24 december

Om 12 uur in de middag kwamen wij in Kampen aan en om 4 uur kwamen we in de van Heutzkazeme terecht. Eten en slaapgelegenheid was goed. Om half elf 's avonds werden wij echter in allerijl gewekt en moesten meteen afmarcheren naar het station van Kampen. Machtig klonk het afscheidslied: "Vaarwel mijn dierbaar Vaderland" uit de mond van duizenden personen! l!

Maandag 25 december {Ie Kerstdag}

Pas om half twee in de nacht zette de trein zich in beweging en voerde ons langs Hengelo. Bij Bentheim kwamen we over de grens. Urenlang hebben wij in de trein gezeten. Thans kregen vv ij een beeld van de aangerichte schad'e in Duitsland. De hele dag zonder eten moeten doen. met veel moeite kregen wij een beetje drinkwater. Om half 10 's avonds moesten we uitstappen in een voor ons onbekende plaats. We werden daar in een barak gebracht zonder bedden en zonder licht. Wij hebben ons zelf in een deken gerold en onze jassen over de voeten gegooid. Gelukkig brandde er een kachel. Dat bleek barak 1 te zijn in Spellen en we verbleven daar tot 3 januari 1945.

Woensdag 3 januari

Wij moesten aantreden voor verder transpon. Wij werden in een wagen geduwd. Ook Leen Oudzegel en Leen Breur. Ruim 8 uur hebben wij daarin gezeten. Langs verschillende steden gereden. Verschrikkelijk was de aanblik. Münster geheel verwoest. Essen gans plat. Wij huiverden als de trein stilhield, dan dachten wij "als wij hier soms moeten uitstappen, in zo'n verschrikkelijke plaats..." Wij moesten echter in de plaats Wattenscheid zijn. dat hgt tussen Essen en Bochum, beide geheel verwoeste plaatsen. Om 6 uur kwamen w ij in \^'attenscheid aan en w erden in een loods van de spoorw egen ondergebracht. Elk kreeg de beschikking over een eigen krib en twee dekens. Lekker gegeten in een fijn verwarmd vertrek. Met 20 personen zijn wij daar beland. 7 uit Dirksland. 5 uit Nieuwe Tonge. 4 uit Middelhamis. 3 uit Sommelsdijk en 1 uit Den Bommel. Er wordt gezegd dat wij moeten werken aan de spoorbaan. Gevaarlijk werk! Het is 5 minuten lopen naar de schuilkelder die een afmeting heeft van 40 bij 50 meter.

{liier ^vordt het dagboek onderbroken I

Dan breekt er een periode aan waarin ontzettend veel keren luchtalarm gegeven werd. Praktisch elke dag loeiden de sirenes en vaak meer keren per dag. Gerrit Camphens heeft het met zijn vrienden niet slecht gehad voor wat betreft het eten. ELke dag maakt hij gewag van vv at zij eten en waar zij het vandaan haalden. Het werk bestond uit het schoonhouden van de wissels op de spoorbaan en dat w as met vorst en sneeuw natuurlijk steeds nodig. ^'oortdurend moesten zij daarbij steeds

^'oortdurend moesten zij daarbij steeds goed letten op naderende treinen. Ze mochten zich gelukkig zo nu en dan in het seinhokje wel verwarmen maar het bleef een gevaarlijke toestand. In de barak hadden ze het niet slecht. Er heerste een goede sfeer en er was. geraige het dagboek, sprake van een onderlinge band rassen de Flakkeeénaars. Gerrit Campfens had zijn slaapplaats naast die van Joost Nagtegaal en het w as hun alles waard om maar bij elkaar te kunnen blijven. Zij lazen vaak in de Bijbel. \'erder hielden ze de boel goed schoon en wasten ook hun kleren regelmatig.

(hier gaat het dagboek verden

Vrijdag 12 januari

.. .als ik echter op de spoorbaan ben. hoor ik opeens een vhegtuig ronken, zeer hoog. Ik denk dat dit een Duitser is. omdat er geen vooralarm gegeven is. Opeens echter hoor ik fluiten en zie ik v lammen in de lucht. Ik laat mij plat op mijn buik mssen de rails vallen en even later hoor ik een geweldige dreun. .Alle hebten gaan uit. de treinen stoppen, paniek breekt uit en in deze nood hg ik in de sneeuw ver van huis. Ook Teim is gaan hggen en Joost holde naar de bunker.^Het gebeurde zo onverwacht dat niemand op tijd de bunker kon bereiken. Ik was een eind op weg toen ik eenzelfde geluid hoorde en weer viel een bom niet ver van ons af. Ik wist niet dat ik door de sneeuv^ zelfs in het donker zo hard lopen kon. Wij w aren Goddank gespaard gebleven.

Woensdag 17 januari

Ehie van onze kameraden C. Wilwerk, B. Winhet en .M. de Ruiter iaUen vaklieden> moesten naar Bochum. Dat is jammer vv ant zij zijn aUen Rakkeeënaars en we weten niet wie er voor in de plaats zullen konien. Enfin, het bhjkt dat wij nvee Flakkeeénaars en een overlander terug krijgen.

Zondag 21 januari

Vanmiddag stapt onverwacht Stev en Nagtegaal biimen. Joost had naar Koos geschiï'­ ven en die had weer naar Steven geschreven. Zodoende kwam die ons onverv^acht opzoeken. Wij waren echt bhj. Steven deed meisehverk bij de boeren en hij kwam ^een eten te kort.

Maandag 22 januari

's .Avonds 8 uur luchtalarm. 10 uur weer en "s nachts om 3 uur nog eens. Wij gaan naar de bunker en als wij er na een half uurtje uitkomen is alles rood van de branden, Geen, 200 meter van de onze is een barak afgebrand door fosfor... 1

Dinsdag 6 februari

In de barak komen C. van Nimwegen en ik tot de onaangename ontdekking dat er brood ontvreemd is. Wij hebben dus een dief op de kamer. Ik neem mijzelf in acht.

Woensdag 7 februari

's Middags twaalf uur eten. De soep wordt steeds sle^chter en het is maar goed dat wij A­at brood in reserve hebben. Het gaal regelen en om drie uur groot alarm. Snel gaan vi| de bunker in en nauwelijks zijn we daar )f de hel breekt los. Geen 20 meter van de ilaats waar wij ons werk hebben en op 50 aeler afstand van de bunker regent het bomlen. Vijf huizen zijn helemaal kapot en eri^ ntzettend veel beschadigd. Mensen zitten og in de puinhopen. In de bunker zelf is hep en toneel dat moeilijk te beschrijven is. Jle vrouwen en kinderen zitten te huilen en, e oorlog wordt verv loekt. Wat een ellende; inschouwen wij toch en ik heb medelijden iet dit voUc. Teun is vandaag naar Bochum' m een paar pakjes voor C. van Nimwegen e J. ftitvUet uit Holland. Wat zijn die menai gelukkig met hun brood. meel. stroop, sek. tabak en kleren. ;

Mjdag 23 februari In dag om te gedenken. Ver van de bunker

In dag om te gedenken. Ver van de bunker kjgen wij vooralarm, direkt gevolgd doof vi­alarm. Onmiddellijk gaan we naar de, bnker doch wij horen de vliegtuigen •& aikomen. Te laat voor mij. De hoor ze a! bven mijn hoofd huilen, o zo veel. Ik hoof dbommen door de lucht fluiten.

Ilkan met verder meer en ik werp mij neer ttsen de spoorbaan. De bommen slaan met' daderend geraas in. Ik heb in de grond liggo WToeten van angst. Ik heb hardop liggen biden en onderrassen slaan de bommen vlk voor mij in de grond. Mijn gezicht ziet' \il van grond en stof. Een moment mindert hc Een nieuwe formatie komt aangev logert enan dit ogenblik maak ik gebruik om in vTgende vaart naar de stolle te lopen. ) Irens gaat het niet. Weer komt een aanval

Irens gaat het niet. Weer komt een aanval eiik duik weer in een gat. Daarna, als her evn luwt. loop ik heen en bereik de hunker oredeerd. Ik dank God v oor mijn behoud. Ten is evenzo vv onderljik gered. Op slechts 2Ca 30 meter afstand v an hem sloeg een ba in een woning. ,'

Jost die verderop was en waar geenb­anket vvï. zocht dekking in een bommengai.Ef w<en veel doden en gewonden. Ik heb nog ee. Rotterdammer binnen helpen dragen wins benen totaal verbrijzeld waren. Na ee:uur van hevig hjden is hij overleden. Ik he veel aan thuis gedacht en ben blij dat ze ztLs niet weten. I

I ! Zcvrdag 24febniari

Tevijl ik op weg was naar de barak werd voalarm gegeven en bij de hunker zie ik Ten staan. We gaan samen de bunker in; doQ al spoedig werd het mij te warm en ik ' ga r uit. Buiten worden we echter ingere­ I keil. gecontroleerd en gefouilleerd met nog eer aantal Russen en Polen. De Russen vvolen verschrikkehjk geslagen. We worder opgebracht naar het politiebureau en me zegt dat we vv orden ingesperd. Geikkig worden wij echter om 11 uur losgelen en zijn wij om 12 uur in de barak (Vemoedelijk hebben wij hier te maken me?en vermeend geval van plundering).

Dirdag 27 februari

N'aiiaag gemakkelijk werk. de telefoondrademerstellen. Het grootste deel van de dag doe we niets en zitten in het seinhuisje. '> Midags moeten wij naar een plaats waar in de ratrek geen bunker is. Snel trachten wij alleklaar te krijgen, maar dat lukt niet vv ant wij oren al gebrom van naderende v liegtuigertn even later horen wij al schieten. ^^'ij.villen nog weglopen maar het is reed­,

^^'ij.villen nog weglopen maar het is reed­, te lit. In de verte vallen de eerste bommen en s­rke formaties bommenvv erpers konien onzkant op. Wij zijn in het open veld. preciesiussen de grote fabrieken. Wij weten nietneer w aar wij het zoeken moeten. In en grepp^el val ik neer en het is alsof de

In en grepp^el val ik neer en het is alsof de wend om mij heen vergaat. .Als ik naar bovo kijk. zie ik de bommen als hagelstenen ii de lucht vallen. Wij zijn radeloos en wij ­eten met waar wij blijven moeten Opais hoor ik Kiven mij een vreselijk gelul van een neervallende bom. Hij is V lakx>v en mij, d.^t hoor ik. maar ik dun niet ­ kijken. Het is secondenw erk en met een tvvte plof \ alt op 20 meter afstand van mij en gi\Me N^m die niet explodeert! Wat een geluk, wieik een bijzondere

Wat een geluk, wieik een bijzondere besolkkirig. N.W cie \'oorzienigheid. dai juist e dichisibii ni^^rgev allen bom in deze grx^rKswvV^rt. IV .­wviètvn bleven ook onseileer«

Ze^ri,ii( '."v »«(,j.;'j

Alle vV«t);,i;«Hie »i\js­n veel. heel veel alatrnToen \\ ij ui Nienwe Tonge die grote. einda».­e strwMw \an vliegraïgen zagen. guxg« re o\fr VMV^ HC^O »\r hfer is het de gAn,<a.l;tg K>mK. ... " ,x>i en verdert breuäJi .­e m de o.­. ..,­ omgeving

^ ' ­V .2­* Wkkirr

\ ,v.ir.jht sW­hi ge.slspen. Immer alarm. dr.enul mt hevl, \'ann.vhi zijn er vlugschniki ge,s^Tvx^td nx­t sehrikaaniäsende mhoiH /ai hoiKk­n in ebt op de s'teden &^­se!\A'ah«e. Eikel Dortmund, CTelsenkirchen, \\ attenscheid, I>(II>K.,^ Keulen. Bivhm en Higen erb. ^ v»,order. geN^nUKieerd Wij . . ,,,„ in da: gebieJWij nK­>gen met weg,

Zater^ 2­^ ^^­.r:

Vandaè wel ze­^raaal Alarm. Wij arbeiden praktisch niet meer. Het gaat alleen nog maar om ons leven. Vele burgers trekken thans uit het Ruhrgebied weg.

Maandag 26 maart Joost krijgt post van Kaatje zijn moeder

Joost krijgt post van Kaatje zijn moeder gedateerd 22-2-1945. Wij zijn erg blij daarmee, doch ons verlangen naar huis wordt steeds groter. O, wat een kostbaar document is mij het eigenhandig door Annie geschreven briefje. Het was bij de brief van Joost bijgesloten. Ik lees en herlees de rode letters welke voor mij gouden letters zijn. (Annie was een zusje van Gerrit Camphens en was toen zes jaar.)

Dit stond in haar brief:

Lieve Gerrit

en Joost

en Teun

ik zou

je welles

wille zien

en Joost

en Teun

ook juUie

hebben

goed eeten hee Gerrit

hee Gerrit nu gaa ik

nu gaa ik yndegen

yndegen daag Gerrit

daag Gerrit daag Joost

daag Joost daag allemaal daag.

daag allemaal daag.

In stilte laat ik mijn tranen de vrije loop...

(Uit het dagboek blijkt verder dat de Flakkeeënaars steeds voldoende voedsel hebben gehad. De rantsoenen werden wel kleiner maar door ruiling met tabaksbonnen en door steeds maar weer de boer op te gaan om voedsel te verkrijgen, konden de rantsoenen goed worden aangevuld. Het gevaar zat hem in de bombardementen. Dag aan dag alarm en daar is begin april het schieten van de oprukkende geallieerde legers bijgekomen. Zij allen zaten in een penibele situatie.)

Dinsdag 10 april

Vanmorgen om 7 uur wakker geworden. Ik ga eens buiten kijken en ik hoor een verschrikkelijk geraas van rijdend materiaal. De grond is omwoeld door ontplofte granaten. Ze zeggen dat de Amerikanen door de stad rijden.

Achter een paar bosjes zien wij de Amerikanen naderbij komen. Voor het eerst van mijn leven zie ik Amerikaanse soldaten. Zij zien ons en gebaren dat we door kunnen gaan. Dolblij dat wij zo onverwachts van onder het Duitse juk zijn gekomen gaan wij naar de barak en feliciteren elkander. Voor Leen Oudzegel is het een bijzondere

Voor Leen Oudzegel is het een bijzondere dag want hij is bovendien jarig. Wat een vreugde! Thans zijn wij Amerikaans.

(Heel begrijpelijk maakt het dagboek melding van grote vreugde over het feit dat ze bevrijd zijn. Veel aandacht wordt geschonken aan voedsel en kleding. De mannen'zijn nog gaan lopen van Wattenscheid over Gelsenkirchen naar Sterkrade maar voor de rest was het wachten op transport. Men wilde toch zo graag naar huis. Het dagboek gaat verder:)

Dinsdag l mei

We moeten ons gereed houden voor de afreis naar Holland. Dat is toch een feest voor ons, dat kun je wel begrijpen. Half drie plaats genomen op een Amerikaanse vrachtauto. Alles ging even snel. Om half vijf passeerden we bij Venlo de grens en hadden weer Hollandse bodera onder ons. Jullie hadden dat gejuich eens moeten horen. Het was ook geen kleinigheid. Na vier maanden, voor velen een jaar of zelfs meerjaren aaneen in een land waar de dood elke minuut op ons loerde. Dat zouden ze nu thuis eens moeten weten. Wij gaan over Roermond naar Maastricht waar we in een doorgangslager worden ondergebracht. Onderweg worden wij geweldig toegejuicht door de bevolking. Ze gooien kaakjes en sigaretten naar ons.

Woensdag 2 mei

Ons wordt medegedeeld dat wij "s middags om 3 uur zullen vertrekken naar een ontsmettingslokaal en we zullen daar ook worden geregistreerd en medisch worden gekeurd. Na goedkeuring vertrekken we naar een groot klooster in Valkenburg waar wij voorlopig zullen moeten blijven. Het vertrek naar Valkenburg geschiedde 's nachts om 3 uur.

Donderdag 3 mei

Wij vinden elkaar weer terug en vormen nu een groep met twee man die de naam Driesse hebben, Joost Nagtegaal, Teun van Driel, L. Breur, L. Oudzegel, J. van Zanten en ik (Gerrit Camphens). C. van Nimwegen ligt op een andere kamer met jongens uit Middelhamis. Ze hebben het er goed.

Vrijdag 4 mei

Overal in het klooster hoort men gejuich. Joost komt voor de tweede maal binnenstormen met de mededeling dat Duitsland gecapituleerd heeft. "Ik heb het zelf door de radio gehoord", riep hij triomfanteUjk! Thans is Nederland vrij!

Dinsdag 8 mei

Wij doen niets anders dan liggen, eten, roken en slapen. Toch bevalt ons dit leven niet. Het liefst gingen wij naar huis. Gisteren hebben wij formulieren van het Rode Kruis ontvangen en direkt verzonden. De tekst luidde:

Lieve Ouders, zussen en broer

Ben 10 april bevrijd

Aankomst in Valkenburg op 3 mei

Ben goed gezond, de jongens ook

Kom spoedig thuis. Gerrit.

Donderdag 10 mei In de ochtenduren krijgen wij bezoek van L.

In de ochtenduren krijgen wij bezoek van L. Noteboom die in een ander klooster zit. Ook C. Verseput en P. Slinger uit Nieuwe Tonge moeten daar zijn.

(Sinds 14 mei is Joost Nagtegaal ernstig ziek. Gerrit Camphens bleef trouw in zijn buurt. Bracht hem veel bezoek en hielp hem waar dat mogelijk was. Verder geen bijzonderheden, tot 27 mei).

Naschrift van zijn moeder

Tot hier toe de aantekeningen door onze Gerrit beschreven. Dit was tot en met 27 mei 1945. De volgende morgen, dus 28 mei, werden door Gerrit geen aantekeningen meer gemaakt omdat zij de mededeling hadden gekregen de volgende morgen te zullen worden afgevoerd naar huis. Zijn voornemen was om thuis het dagboek bij te werken. Op 29 mei, 's morgens om zes uur werden ze per Amerikaanse auto naar Eindhoven vervoerd en 's avonds om half zes van Eindhoven naar Roosendaal waar zij overnachtten. De volgende dag per auto naar Dintel en vandaar lopen naar Dintelsas. De boot was echter al vertrokken, dus het wachten was op de volgende. Bij aankomst op Sluishaven (waar zovele Rakkees mannen, die zojuist uit Duitsland waren teruggekeerd weer voet op eigen, vrije bodem zetten) was er geen auto om hen verder naar huis te brengen. Na twee uur wachten kwamen eindelijk de zo begeerde auto's aan, die de mannen echter niet verder konden brengen dan Middelharnis, omdat er een auto kapot was. Met een geleende fiets kwamen Gerrit en

zijn Nieuwe Tongese vrienden om half acht 's avonds thuis. O, die blijdschap die ons allen te beurt viel, is niet te beschrijven. Gerrit zei, "Vader en moeder hier hebt u mij weer terug zoals ik van u wegging. Alleen heb ik nu pijn in mijn keel." Hij ging zich eerst wassen en verschonen. Daarna hebben wij met de familie gezellig bij elkaar gezeten maar al gauw verlangde hij naar bed, want hij was al ziek. Hij is toen naar bed gegaan om er niet meer vanaf te komen. Gerrit had de andere morgen al hoge koorts en de inmiddels geroepen dokter constateerde difteritis. Na een zeer smartelijk lijden van zeven dagen in de ouderlijke woning, behaagde het de Heere om onze zo innig geliefde Gerrit op 6 juni 1945 van onze zijde weg te nemen. Zijn diepbedroefde ouders, zusters en broers.

Familie Camphens

Doodgeranseld

LEENDERT KNÖPS Hzn., geboren 11 januari 1912 te Melissant

Een flinke groep van bijna 60 Flakkeeënaars is na de grote razzia van 20 en 21 december 1944 terechtgekomen in een gevangenkamp in Dortmund. Vóór hen hadden er Fransen gevangen gezeten. De kampleiding onderhield een streng militair regime. Er was een commandant en een ondercommandant. De laatste heette Kaufman die er trots op was dat zijn mama een Hollandse was. Dat treffen we dan nogal aardig, dachten de Flakkeese jongens... Verder waren er nog zeven gewapende wachten bij dat stel. In een andere barak van het kamp lagen 60 Russen, en 60 Polen waren ondergebracht in de dubbele barak waarvan aan de andere kant de Hollanders zaten. De nationaliteiten werden zoveel mogelijk apart gehouden. Allen hadden het verschrikkelijk slecht! Zij

Allen hadden het verschrikkelijk slecht! Zij moesten werken bij de spoorwegen, 's Morgens was er appèl, alsof zij soldaten waren. Iemand die zich ziek voelde, moest apart gaan staan.

Op 12 februari 1945 ging Leen Knöps uit Dirksland apart staan. Leen was maaglijder. Op de vraag waarom hij apart was gaan staan, antwoordde Leen dat hij 'krank' was. 'Krank ira Kopf', blafte een Duitse wacht hem toe en gaf hem zo'n geweldige trap dat Leen terug rolde naar het rot waarin hij had gestaan. Leen krabbelde met moeite overeind en zei op een zeer verongelijkte toon: "ik ben wèl krank en ik zal op het bedrijfsambt vertellen wat hier gebeurt!"

De Duitse wacht riep onmiddellijk om assistentie. Die kwamen rap aanlopen en sloegen Leen naar het wachtlokaal waarbinnen hij op een vreselijke manier verder is afgeranseld. Buiten op de appelplaats stonden de mannen te beven van angst en vooral van machteloze woede. Onder hen bevonden zich drie broers van Leen: Arend, Hugo en Jaap... Daarna moesten de mannen naar hun werk afmarcheren, behalve de gebroeders Knöps. Zij moesten hun afgeranselde broer naar bed dragen en bleven die dag bij hem. 's Avonds kwam een van de wachten, een

's Avonds kwam een van de wachten, een oude militair, met een zacht gekookt eitje aanlopen voor... Leen. In de daaropvolgende nacht op 13 februari 1945 ongeveer 01 uur is Leendert Knöps Hzn. aan zijn verwondingen bezweken. Hij was letteriijk dood geslagen.

Een paar dagen later werd het stoffelijk overschot van de Dirkslandse jongen in Dortmund aan de schoot der aarde toevertrouwd. Alleen zijn eigen broeders waren daarbij tegenwoordig. De anderen waren naar hun werk. Cor Kardux, met zijn 17 jaren de jongste van de groep, heeft stelUg horen beweren dat direkt na de bevrijding de commandant en de ondercommandant door de Russen eigenhandig zouden zijn geëxecuteerd. Waarvan akte.

Wie kent zijn weg

JOHANNES VISSER, geboren 30 april 1919 te Somnielsdijl(

Hans bracht zijn jeugd door in zijn geboortedorp. Later werd hij los werkman. Op 9 maart 1941 heeft hij de razzia in Sommelsdijk meegemaakt en werd met 175 andere mannen een maand lang in Schoorl (N.H.) gevangen gehouden.

Nauwelijks thuis, werd hij op 17 mei 1941 voor drie maanden gevangen gezet in het Fort te Ooltgensplaat. Met de grote razzia op 20 en 21 december 1944 werd Hans opnieuw gevangen gezet en weggevoerd naar Duitsland. Hij stond op het pimt van trouwen met zijn verloofde mejuffrouw Letta van der Velde. Zij was in verwachting.

Na een erbarmelijke reis, kwam Hans in Wuppertal-Steinbeck terecht. Hij kreeg onderdak in een groot schoolgebouw en werd als Reichsarbeiter ingedeeld bij de Duitse spoorwegen. Zijn broer Leendert, geboren 19 april 1917, beleefde eveneens beide interneringen. Ook Leen werd in 1944 als slavenarbeider weggevoerd naar Duitsland en kwam terecht in Wuppertal-Elbertfeld. Hij was timmerman. Leen ging enkele keren bij zijn broer Hans op bezoek. Hans had het veel slechter! Hij kreeg veel te weinig voedsel, zat onder de luizen en moest hard en lang werken. Dat kon de krachtige man van Flakkee niet volhouden. Hans kwam snel in het ziekenhuis van Wuppertal terecht. Diagnose: honger-oedeem. Hij stierf op 27 april 1945, heel kort voor

onze bevrijding. Johannes Visser ligt in Wuppertal-Steinbeck begraven. Een platte, vierkante steen, liggende op gelijke hoogte met het maaiveld vermeldt zijn naam en zijn land van herkomst: Holland.

Leendert Visser is heelhuids thuisgekomen. Mevrouw Van der Velde bracht op 8 juli 1945 een dochtertje ter wereld en noemde haar Johannes, naar haar in Duitsland achtergebleven vader. Mevrouw Van der Velde onderhield regelmatig contact met de familie Visser.

JOHANNES VAN GURP,

geboren 7 januari 1924 te Ooltgensplaat

Zoon van J ohannes van Gurp en Sara Buth. Met de evacuatie in februari 1944 vertrok het gezin van de weduwe Van Gurp-Buth van Ooltgensplaat naar Dirksland. Zij kwamen terecht bij P. Markus aan het Korteweegje.

Zij kwamen echter van de ene moeilijkheid in de andere terecht. De beide zoons Johannes en Willem A. van Gurp werden op 21 december 1944 door de Duitsers opgepakt en met de ongeveer 3500 Flakkeeënaars op transport gesteld naar Duitsland. Johannes en Willem kwamen terecht in Spelden.

Op oudejaarsdag moesten de mannen al gaan werken maar Johannes zei: "ik voel me niet lekker, ik ben ziek." Toen Willem 's avonds van zijn werk terugkwam was zijn broer Johannes verdwenen. Men zei dat hij naar een ziekenhuis in Friedrichsfeld was overgebracht. In werkelijkheid had men Johannes van Giup in een bunker gelegd en hij was daar diezelfde dag nog overleden. Willen heeft alle moeite gedaan zijn broer te vinden. Toen hij hem vond was hij reeds overieden en was zijn lichaam al gekist. Willem mocht de begrafenis van zijn broer niet bijwonen want de volgende dag werden de Flakkeeënaars op verder transport gesteld naar Duisburg. Na drie maanden is Willem van Gurp samen met de gebroeders Jacob en Jan van Eek van de boerderij 'de Halve Maen' uit Sonunelsdijk uit Duisburg gaan vluchten. Lopend legden zij de weg naar Flakkee af en verbleven hier en daar slechts een wijle.

Met beurtschipper A. de Graaff uit Dirksland vertrokken zij uit Rotterdam en kwamen op 30 maart 1945 op het Dirkslandse Sas aan. Willem van Gurp werd bij controle door de daar aanwezige Duitsers te verstaan gegeven zich elke dag te gaan melden in Middelhamis. Daar kwam niets van in. Willems grootste zorg was dat zijn moeder op de hoogte zou zijn van wat haar zoon Johannes was overkomen.

Bij thuiskomst bleek dat zij inderdaad het bericht uit Duitsland had ontvangen dat Johannes op 31 december 1944 te Friedrichsfeld was overleden. In die plaats ligt Johannes van Gurp begraven. Slechts negen dagen na de razzia, door vreemden ter aarde besteld.

AREN NIEMAN,

geboren 14 november 1904 te Ouddorp

Zoon van Krijn Nieman en Teuntje van Splunter. Aren was schilder van beroep. Ook Aren werd met de grote razzia van december 1944 naar Duitsland op transport gesteld. Hij kwam terecht in Bielen bij Nordhausen. Zijn dorpsgenoot Teun Sperling Dzn. heeft weten te vertellen dat Aren Nieman wegens ziekte was opgenomen in het ziekenhuis te Nordhausen. Een andere dorpsgenoot. Klaas Kasteleijn was ook wegens ziekte in datzelfde ziekenhuis in Nordhausen opgenomen.

Op 2 en 3 april 1945 werd Nordhausen gebombardeerd. Met het tweede bombardement werd het ziekenhuis getroffen en ver-woest. Aren en Klaas brachten het er levend af, maar hun ziekte verergerde steeds meer vooral door de benarde omstandigheden waann zij toen verkeerden.

Zij werden allebei op een vrachtwagen geladen waarop reeds twee dode varkens lagen. Zo werden zij vervoerd naar Petersdorf. Daar werden zij op de vloer van een verenigingsgebouw gelegd. Aren was er zeer slecht aan toe. Klaas dacht wel dat Aren hem nog kende, maar dat was ook alles. Aren Nieman is op maandag 16 april 1945

Aren Nieman is op maandag 16 april 1945 te Petersdorf overleden. Klaas Kasteleijn werd overgebracht naar Niedersachswerfen en verbleef daar enige tijd in het ziekenhuis. Van die plaats via lUsfeld werd hij met een Rode Kruis-trein naar Luik in België vervoerd. De reis duurde drie dagen. In Luik werd de zieke Kasteleijn op een

In Luik werd de zieke Kasteleijn op een onoverdekt station in de regen neergelegd. Hierdoor vatte hij opnieuw kou en kreeg longontsteking. Vervolgens werd hij getransporteerd naar Maastricht en vandaar naar Zonnegloren in Soest. Klaas werd in zeven ziekenhuizen ver

pleegd. Hij maakte perioden mee waarin zijn toestand kritiek was. Het kon wel als een wonder worden beschouwd dat Klaas Kasteleijn net voor de kerstdagen op zaterdag 23 december 1946, na twee jaar, zijn ouderlijke woning kon betreden.

THEODORUS FRANS WITTE, geboren 10 juli 1916 te Ouddorp

In de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog vluchtten enige miljoenen Duitse burgers en soldaten in barre kou van Oost Pruisen, Kurland en Pommeren naar het westen. Over vrijwel onbegaanbare wegen verliep hun tocht. Ze hadden één doel voor ogen: uit handen van de oprukkende Russen te blijven. Eind januari 1945 werden de eerste schepen

Eind januari 1945 werden de eerste schepen naar het oosten gestuurd om hen te halen. Al spoedig bleek evenwel dat er te weinig schepen beschikbaar waren. Toch werden circa twee miljoen vluchtelingen over zee vervoerd. Het werd de omvangrijkste evacuering tot dan toe in de geschiedenis. Het in- en ontschepen en de overtocht waren

Het in- en ontschepen en de overtocht waren uiteraard niet zonder gevaar. De Russen bestookten de schepen vanaf de wal, vanuit zee en vanuit de lucht. Het gevolg daarvan was dat een 80-tal schepen verloren ging. Alleen al in de Dantziger Bocht werden 21 schepen tot zmken gebracht. De ergste rampen waren het vergaan van het

De ergste rampen waren het vergaan van het passagiersschip 'Wilhelm Gustloff met 6000 mensen aan boord op 30 januari 1945 en van de 'General von Steuben" met 3000 opvarenden veertien dagen later. Beide schepen werden ter hoogte van Stolpraunde getorpedeerd. Van de 'Gustloff' konden ongeveer 1000 mensen worden gered, van de 'General Von Steuben' niemand. De ramp met de 'Goya' was echter nog gro

ter. Het schip had al enkele reizen met evacué's naar Swinemunde gemaakt. De 'Goya' had geen passagiersaccommodatie. Het schip was in Oslo gebouwd en op 4 april 1940 te water gelaten.

Voordat het schip in de vaart kwam werd het door de Duitse bezetters in beslag genomen. Er kwam een bemanning op van 35 koppen, onder wie matroos Theo Witte, geboortig uit Ouddorp. Chris Oostram was de andere Nederlander die tot de bemanning behoorde.

Op 16 april 1945 lag de 'Goya' ten anker achter het schiereiland Hela in de Dantziger Bocht. In de mimen was zand gestort als extra ballast maar ook om te voorkomen dat eventuele bommen door de bodem zouden slaan en tenslotte om te dienen als latrine voor de vluchtelingen. Op die bewuste aprildag werden duizenden mensen vanuit Dantzig en Glynia met kleine vaartuigen naar de 'Goya' gebracht. De meeste vluchtelingen daalden neer in de

De meeste vluchtelingen daalden neer in de mimen maar wegens de ondraaglijke stank van braaksel, uitwerpselen en urine daar, gaven velen de voorkeur aan de kou bovendeks. Zij hokten bijeen over het gehele schip en blokkeerden trappen en gangen, hoe de matrozen en stuurlieden ook scholden en vloekten. Veel te laat besloot het gezag het inschepen te stoppen en de valreep in te halen. Er was geen vierkante meter meer vrij op het schip. Naar schatting waren er 7000 mensen aan boord, veel meer dan ooit tevoren.

Het was ongeveer 21.00 uur toen de 'Goya' vertrok samen met de eveneens met mensen afgeladen 'Kronenfels'. Zij werden begeleid door de mijnenvegers 'M 256' en 'M 328'. De beide schepen hadden Kopenhagen als bestemming opgekregen. Er viel een gestage motregen, waardoor het zicht beperkt was. Deze weersomstandigheid kon als gunstig worden beschouwd. De zee leek ingeslapen en verlaten. Dat was maar schijn. Reeds enige dagen

Dat was maar schijn. Reeds enige dagen loerde Konovalow, kommandant van de Russische onderzeeër 'LS' op het passagiersschip 'Cap Arcona'. Toen de beide schepen zich ongeveer 30 mijl uit de kust ten noorden van Kaap Rozewie bevonden hoorde Konovalow het geluid van draaiende schroeven. Hij manoeuvreerde zijn boot in de gunstigste positie en peilde het steeds sterker wordende geluid. Weldra zag hij de contouren van het grootste schip van het konvooi en zag tot zijn grote teleurstelling dat het niet de 'Cap Arcona' was maar een gewoon vrachtschip. Hij kon niet weten dat de 'Goya' meer passagiers aan boord had dan de 'Cap Arcona' ooit had vervoerd. Om 23.45 uur werden op korte afstand vier torpedo's op de 'Goya' afgevuurd. Twee zware explosies weerklonken en hoge steekvlammen doorkliefden de donkere nachthemd, gevolgd door rondvliegend hout en menselijke lichamen.

Het gegil en geschreeuw van mensen in doodsangst weerklonk mijlenver over zee. In de mimen ontstond paniek onder degenen die de explosies hadden overleefd. Zij zochten naar familieleden en renden naar de trappen om het binnenstromende water te ontvluchten. Honderden sprongen overboord. Door het gedrang werden velen onder de voet gelopen en doodgedrukt. Ook bij de trappen naar het sloependek drong men bijeen om te trachten in de sloepen het schip te verlaten, maar die waren bij het vertrek uit de Dantziger Bocht vreemd genoeg afgedekt en vastgesjord, zodat het tewaterlaten veel te lang duurde. De vlotten waren reeds in zee geworpen of gespoeld. Sommige dreven leeg weg, andere werden overbelast door de drenkelingen en kenterden. Honderden drenkelingen zwommen, met of zonder zwemvest, rond, zich vastklampend aan een lotgenoot of aan wrakhout. Het maakte allemaal weinig uit. De een ver

Het maakte allemaal weinig uit. De een verdronk en de ander stierf door onderkoeling in het ijskoude Oostzeewater. Omstreeks middernacht waren vele duizenden gestorven. Pas een uur na de torpedering arriveerde de mijnenveger 'M 328" als eerste bij de gezonken 'Goya'. Er werden enkele tientallen overievenden opgepikt, maar voor de meesten kwam de hulp veel te laat. Om 02.20 uur werd de reddingsaktie afgebroken. Elf uur na de ramp vonden twee uitgemkte snelboten nog enkele levende schipbreukelingen in vlotten. Als gevolg van verregaande zorgeloosheid,

onverschilligheid, misverstanden en chaos hebben van de naar schatting ruim 7000 opvarenden slechts 140 de ramp overleefd. Het is echter Chris Oostrora in eigen persoon die de familie Witte op de hoogte heeft gesteld van het grote drama.

Gedeeltelijk overgenomen uit de Harlinger rant 23-8-1991, geschreven door Step Zeem

Familie TEUN VAN WIJK te Ouddorp 1. Jacob van Wijk, geboren 13januari 1922

1. Jacob van Wijk, geboren 13januari 1922 te Ouddorp

2. Amoldus van Wijk, geboren 18 december 1924 te Ouddorp

De familie Van Wijk woonde aan de Oostdijkseweg te Ouddorp. Zoon Amoldus moest zich in 1942 melden voor de Arbeidsdienst te Amersfoort. Het zat hem daar niet mee. Hij kreeg difteritis en werd erg ziek. Amoldus is er nog voor ingeënt maar dat mocht niet meer baten. Amoldus van Wijk overieed op zaterdag 13 febmari 1943 te Amersfoort. De weduwe Pietertje van Wijk-Bakelaar

De weduwe Pietertje van Wijk-Bakelaar moest nog meer offers brengen. Op 20 december 1944, werden drie zoons van haar naar Kampen weggevoerd. Twee andere zoons, Pieter en Gerrit, woonden in Goedereede. Dit stadje was in verband met een heersende besmettelijke ziekte (typhus) geïsoleerd. Niemand mocht die plaats bezoeken en de plaats verlaten was zeker niet toegestaan. De mannelijke inwoners tussen 17 en 40 jaar van Goedereede werden daardoor tijdens de grote razzia van 20 en 21 december 1944 niet weggevoerd. In Kampen werd zoon Leendert als land

In Kampen werd zoon Leendert als landbouwer in het kader van de voedselvoorziening naar huis gestuurd. Uiteraard tot grote vreugde van de familie inzonderheid van zijn moeder!

Haar twee andere zoons Aren en Jacob werden naar Duitsland getransporteerd en kwamen terecht in Hessenrode bij Nordhausen. Daar hadden de jongens het zeer slecht. Veel te weinig eten so wie so! Jacob kon de Duitsers maar moeilijk gehoorzamen. Dat had tot gevolg dat hij door die lui vaak werd geslagen.

Rond de bevrijding verlieten de gebroeders Van Wijk het lager. Het werd een moeilijke tocht. Ze konden nauwelijks lopen, zo ondervoed waren beiden. Jacob kreeg diarree en leed aan hongeroedeem. Op een boerderij in Jützenbach mochten ze in de schuur slapen. Zij kregen een plaatsje op de kafzolder boven de koeiestal.

De toestand van Jacob verslechterde meer en meer. Eigenlijk leed hij aan dysenterie. Hij werd daar op het sobere ziekbed verzorgd en bijgestaan door zijn broer Aren, die er overigens zelf ook fysiek slecht aan toe was. Op donderdag 12 april 1945 is Jacob van Wijk te Jützenbach in het stro gestorven. Aren keerde slechts alleen huiswaarts... Deze oorlog heeft de familie Van Wijk te

Deze oorlog heeft de familie Van Wijk te Ouddorp zwaar getroffen. Vooral voor de weduwe Van Wijk waren het grote slagen. Twee van haar zoons, Amoldus en Jacob, in de kracht van hun leven in den vreemde te moeten verliezen... De droefheid in Ouddorp was groot!

Der Ausländer

In de vorige aflevering werd melding gemaakt van een bombardement op 22 febmari 1945 op Wallhausen in Duitsland. Stoffel Keijzer Czn. uit Stellendam werd daarbij ernstig gewond. Op een bandenwagen getrokken door een traktor werd de gewonde Stellendammer naar het ziekenhuis van het naburige Sangerhausen vervoerd. Meegegaan was Dirk Hameete uit Dtrksland. Het yrpor d^t het^^akte. Het duurde echter

Het yrpor d^t het^^akte. Het duurde echter twee dagen voordat de H.H. doktoren tijd hadden voor de aan zijn linkerbeen gewonde jongeman. Een emstige infektie was inmiddels opgetreden. Het linkerbeen moest boven de knie worden geamputeerd. Zonder bloedtransfusie kon de operatie niet worden uitgevoerd. In het lager te Wallhausen waar de vrienden van Keijzer waren achtergebleven, werd een man gevraagd bloed voor hem te willen afstaan. Als één man trad iedereen naar voren. De keuze (uiteraard hield dat verband met de bloedgroep) viel op de heer A. C. van Rossum (de latere wethouder van de gemeente Dirksland). Toen, na het beëindigen van de oorlog in Wallhausen, bij de Hollanders sprake was de reis naar huis te ondememen werd eerst contact opgenomen met het ziekenhuis in Sangerhausen. Daar werd Keijzer nog steeds verpleegd. Zij allen wilden hun Flakkeese vriend niet in de steek laten! De dokter achtte het voor zijn patiënt medisch wel verantwoord de vreugdevolle reis naar huis te aanvaarden.

Keijzer werd eerst overgebracht naar het lager in Wallhausen. Daar aangekomen had hij wel honderd Sanitäter! Vooral Bert van der Laan uit Sommelsdijk wilde alles voor Cou an. en keerde spoedig daarop samen hem doen. Zo bleef Keijzer bij de jongens huiswaarts. Vanuit Maastricht echter reisde Keijzer met de ziekenauto samen met de heer J. H. Bechtum uit Dirksland naar Flakkee temg.

Op 21 december 1945 werd er bij Keijzer in Stellendam aangebeld. Per Bode Both uit Middelhamis werd een splintemieuwe fiets gebracht en dat 'was wat' in die tijd. Keijzer was wat verontwaardigd. "Wij hebben beslist geen fiets bij wie dan ook besteld, dus u bent bij de verkeerde", reageerde hij koeltjes. "Nee", sprak de chauffeur, "die fiets moet ik hier toch afleveren plus deze brief' en hij vertrok goedsmoeds.

Keijzer ontving als verjaardagscadeau deze prachtige fiets van de jongens uit Wallhausen van weleer. De heer Neels (de Sanitäter) had alle vrienden en waarlijk niet alleen op Flakkee, aangeschreven een kleine bijdrage voor Keijzer af te staan...!

Jaren later ging Dirk Hameete uit Dirksland naar de EMGO te Middelhamis. Hij liet zich voorlichten inzake zijn energienota door de heer A. van Noort. "Van Noort werkte met Keijzer op dezelfde afdeling. Toen Hameete wilde vertrekken gaf Keijzer van zijn aanwezigheid blijk. Dit was een weerzien na vele jaren tussen de beide mannen na hun gedwongen verblijf in Duitsland. Ik was daar toevaUig getuige van. Enige tijd later moest Keijzer één van zijn

Enige tijd later moest Keijzer één van zijn dochters uit het ziekenhuis te Dirksland halen, zij was daar in opleiding. "Pa, mag dit meisje meerijden", vroeg zijn dochter vriendelijk, "zij komt uit Melissant". Natuurlijk mocht dat. Toen ze nog maar net onderweg waren naar huis, bleek dat meisje een dochter te zijn van A. C. van Rossum. "Is dat werkelijk zo?" vroeg Keijzer. "Dan zijn we nog familie van elkaar want we hebben hetzelfde bloed in onze aderen", verklaarde Keijzer op grappige toon.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 december 2004

Eilanden-Nieuws | 28 Pagina's

De grote razzia van 20 en 21 december 1944 op Goeree en Overflakkee

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 december 2004

Eilanden-Nieuws | 28 Pagina's