De motte en 'maatje zaaijers huijsinghe' (28)
Historisch hoekje
Vanaf 1795 was Cornells van der Valk maire of burgemeester van de communes of gemeenten waarvan hij eerst schout was. Onder het Franse regiem veranderde er formeel ook iets in het polderbestuur. De dijkgraaf werd voortaan gekozen. Cornells ging de geschiedenis i als de eerste gekozen dijkgraaf van Dirksland. Zijn verkiezing vond plaats in de vergadering van 1796 waarin zijn dijkgraafschap werd gecontinueerd. Niets wijst erop dat het nieuwe regiem hem wezenlijke beperkingen oplegde. Cornelis regeerde welgemoed verder en zijn rijkdom nam eerder toe dan af.
Woonomgeving
Maatje Zaaijers Huijsinghe bleef een toonbeeld van bevoorrechte elite en stond zeer hoog aangeschreven in de belastingregisters. Alleen Het Hof, dat in 1802 door David van Weel van de ambachtsheer werd gekocht, werd voor de toenmalige onroerendzaakbelasting hoger aangeslagen dan het huis van de Van der Valken. De directe omgeving van het pand op de Heul zag er rond 1800 wat anders uit dan nu. De Secretarieweg was nauwelijks bebouwd. Op de hoek van de Winterstraat en de Secretarieweg stond een groot oud huis op het terrein van Het Hof. Daar kwam de Smalle Gooije vanonder de Heul weer boven de grond om uit te komen in de Boezem en verder naar het noorden te gaan als kleme boezem. Over de Smalle Gooije heen was aan het hoekhuis de dorpsvisbank gebouwd. De bewoners van Maatje Zaaijers huijsinghe konden dagelijks de gemeentebode zien komen en gaan om de visbank te openen en te sluiten. Voor het overige werd het uitzicht aan die kant van hun huis bepaald door groen en bomen, waarachter het ambachtsherenhuis Het Hof verscholen lag. Keken ze vanuit hun huis naar links, dan was daar het 'Sevenhuis', een groepje van zeven huizen waarvan het huis met de gevelsteen (nu Heul 4) in het oog sprong. De doorgang naar de Kaai was nog een echte trechter, heel smal. Na 1900 werden aan weerszijden van de Trechter huizen weggebroken om ruimte te geven aan het verkeer.
Travaille op de Voorstraat
Rijkend naar de Voorstraat konden de Van der Valken op de oostelijke hoek van deze straat een riant woonhuis zien opdoemen achter de bebouwing, die later voor verbreding van de Trechter werd afgebroken tot een wonderlijk klein pandje. Op de westhoek van de Voorstraat was de dorpsherberg gevestigd. Dit pand met puntgevel werd omstreeks 1900 rigoureus verbouwd om een toenemend aantal handelsreizigers te kunnen herbergen. Wat sinds 1792 onveranderd is gebleven is het beeld van de travaille op de Voorstraat. In 1792 kreeg Travaille o smid Amoldus van der Pol van het dorpsbestuur toestemming de hoefstal van zijn smidse op de stoep voor zijn huis neer te zetten. Deze travaille is op zichzelf al een unicum in de regio, maar bovendien ligt er naast de travaille nog de wielsteen of 'wielpit' waarmee de smid de karrenwielen van een ijzeren band voorzag.
Verdriet
Een grote klap in hun zo te zien welvarende leven kreeg het gezin Van der Valk te verwerken toen Comelis op tweeënveertigjarige leeftijd zijn einde zag naderen. Uit diverse archieven blijkt dat er in het begin van 1801 iets fataals met hem aan de hand was. Hij probeerde toen de opvolging veilig te stellen voor zijn zoon Comelis junior. Hij zorgde ervoor dat de nauwelijks vijftienjarige Comelis junior werd benoemd tot adjunctsecretaris van het dorpsbestuur van Melissant en bewerkstelligde dat Comelis junior adjunctsecretaris van de polder werd. Omdat hij zijn dood zag aankomen, van alles wilde regelen en hij drie minderjarige kinderen had, is het ondenkbaar dat Comelis van der Valk geen testament gemaakt heeft. De vraag is in welk notarieel archief we het moeten zoeken. Cornelis senior leefde nog tot januari 1802. In oktober 1805 kwam Anna Gerritdina, de oudste dochter van Comelis van der Valk en Maatje Zaaijer, op vijftienjarige leeftijd te overlijden. Het is misschien goed nog eens onder de aandacht te brengen dat het een misverstand is te denken, dat de mensen vroeger weinig verdriet hadden van het verlies van hun partner of een kind. Het feit dat op gezinsportretten ook gestorven kinderen werden afgebeeld en dat er portretten van kinderen op hun doodsbed werden gemaakt, maakt duidelijk dat we gauw te gemakkelijk oordelen over het verdriet van personen uit het verleden. Kindersterfte en de kans om jong te overlijden was weliswaar een gegeven in het dagelijks leven tot omstreeks 1900. De reahteit was toen zo dat men spoedig hertrouwde en weer een kind kreeg, maar dat zegt niets over het menselijk gevoel van vroegere generaties.
Zelfstandige weduwe
Na het overlijden van Comelis van der VaUc werden zijn functies in de famiüe verdeeld. Maatjes broer Johannes Zaaijer volgde Cornehs op als dijkgraaf en David van Weel nam het burgemeesterschap over. Voogden over de drie minderjarige kinderen van Maatje Zaaijer werden David en Comelis Goekoop. Anders dan voor een boerenvrouw die alleen achterbleef was er voor Maatje geen praktische noodzaak om te hertiouwen. Een financiële noodzaak was er ook niet en. als ze was zoals haar moeder, was ze zakelijk genoeg om haar eigen boontjes te doppen. In 1812 maakte ze voor notaris Lambertus Kolff in Middelhamis een testament. In de voorgaande aflevering noemden we meubelstukken die in dat testament beschreven staan. In het testament worden verder kleding en sieraden, haar huis en tuinen genoemd. Aan haar zoon ComeUs veimaakte ze de kleren en sieraden van haar man, aan haar dochter Jacomijna Arendina "... alle Linne en woUe kleederen, mitsgaders gemaakt Goud en Zilver, paarlen, Juweelen en verdre Kleijnodien, ten mijnen üjve, cieraad en gerijve gehoorende en hetgeen verder ter vrouwe kleeding nog ongemaakt door mij mögt worden nagelaaten, voorts mijne Kerkbijbeltjes met en zonder Sloten, alsmeede mijne zogenaamde Luijerkorf met de verdere kleederen, gemaakt en ongemaakt, mitsgaders gemaakt Goud en Zilver en hetgeen verder onder het kindergoed behoort, niets daarvan uijtgezonderd..".
Huis voor Cornelis
Ze bepaalde dat haar huis met koetshuis en tuintje, door haar gebmikt en bewoond, naar haar zoon Comelis zou gaan. Come lis kreeg ook de eerste keus om de tuinen achter Het Hof en het daaraan grenzende stuk land uit haar nalatenschap over te nemen. Bij elkaar vormden de tuinen en aangrenzende grond het perceel waarop in 1934 het Van Weel Bethesda Ziekenhuis is gebouwd. Al wat Maatje verder zou nalaten was voor haar beide kinderen of hun afstammelingen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 februari 2001
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 februari 2001
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's