Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Razzia in ontwakend Sommeisdijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Razzia in ontwakend Sommeisdijk

9 maart 1941:

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Acht unr in de morgen van 9 maart 1941, het was zondag, ronkten de motoren van legervoertuigen bereden door leden van de Grüne PoUzei, door vrijwel alle straten van Sommelsdsjk. Vanaf de Langeweg begon men onmiddellijk met het arresteren van alle jonge mannen tussen 18 en 40 jaar. Het verloop van deze overrompelende gebeurtenis ging als een lopend vuurtje door heel het dorp. Angst maakte zich van iedereen meester en men moest machteloos toezien hoe deze razzia zich met de bekende Duitse „gründlichkeit" voltrok. In elke woning werd onderzocht of er jongens of mannen van de genoemde leeftijd aanwezig waren. Het arresteren gebeurde door leden van de Grüne Polizei die daai'bij geassisteerd werden door leden van de Nederlandse Marechaussee. Laten wij een aantal van de in totaal 176 gearresteerden het woord geven. Het zijn de heren A. v. d. Baan, J. C. A, W. Hoek, Jac. V. d. Polder, Joh. Koetman, H. Rozenheek en P. v. d. Stoep.

De arrestatie

De heer v. d. Stoep werd nota bene in zijn slaapkamer gearresteerd! Hy was waarschijnlijk de eerste arrestant, want hij woonde n.1. m de v. Aerssenstraat dichtbij de Langeweg en stapte als eerste m een nog lege gereedstaande overvalwagen.

En dan begint het verhaal zoals dat ook door de anderen zou worden verteld.

Na de arrestatie werden de jongemannen naar de voormalige openbare ULO te Middelharnis gebracht en werden zij verzameld in het gymnastieklokaal (thans repetitielokaal van „Sempre Crescendo" en „Ons Koortje"). Al gauw had men behoefte aan een tolk die in de persoon van de heer P. Geelhoed, zoon van de toenmalige gemeentesecretaris van Sommelsdijk werd gevonden. Toen de duitsers tot de conclusie wa

Toen de duitsers tot de conclusie waren gekomen dat er eigenlijk te veel mannen waren opgepakt, verlaagden zij de leeftijdsgrens tot 30 jaar. Ook zijn er nog enkele mannen vrij gekomen die tussen de 18 en 30 jaar waren, o.a. de heer F. Noordijk, van beroep bakker. Naar later bleek moest het juiste aantal mannen komen op 176.

De arrestatie van de heer v. d. Baan gebeurde in de ouderlijke woning aan de Dorpsweg. Samen met zijn broer Jacob zat hij al spoedig in de eveneens gereedstaande overvalswagen. De gebr. V. d. Baan hadden hun zwager, de heer L. van Noord uit Oude Tonge, de raad gegeven om op zolder te blijven en niet mee te gaan. Hij is achtergebleven en dat IS gelukkig goed afgelopen.

Zonder enig schuldgevoel werden de gebr. v. d. Baan met hun buurtgenoten naar het schoolgebouw aan de Juliana van Stolberglaan te Middelharnis afgevoerd.

De heer Hoek werd door een Grüne uit zijn bed gepord. Hij kreeg de raad om wat kleding, handdoek en zeep mee te nemen. Even later zat ook de heer Hoek in een overvalswagen waarin al meerdere arrestanten zitting hadden moeten nemen.

Men praatte wat met elkaar, maar geen van allen wist wat er met hen ging gebeuren of zelfs wat er eventueel gebeurd zou zijn dat tot de razzia aanleiding gaf.

De arrestatie van de heer van de Polder, thans gemeentebode, verliep geheel anders. Hij werd bij vrienden opgepakt en werd door 2 duitsers opgenomen m hun motor met zijspan en regelrecht naar de ULO-school gebracht. Weer anders verliep de arrestatie van de heer Roetman. Deze werd met zijn broer Benjamin waarschijnlijk als laatste gearresteerd omdat zij aan het einde van de Oudelandsedijk woonden. De gebr. Roetman voelden zich absoluut met schuldig en sloegen de raad van de duitse politieman om kleding en wasgerei mee te nemen, in de wmd, waarop de politieman naar zijn hoofd wees.

Ook een grensgeval was het bij de familie Rozenheek. Toch werd daar m de omgeving iedereen die aan de leeftijdseisen voldeed, opgepakt. De heer Rozenheek had het bijzonder moeilijk, hij kon haast niet van zijn familie en van zijn vee worden losgerukt. Niettegenstaande het feit dat ook zijn broer Jacob werd gearresteerd, bleef hij het gedurende zijn gevangenschap uiterst moeilijk hebben. „Ik was zeer nerveus", erkende hij eerlijk.

Overigens werden langs een deel van de Langeweg en de Molenweg te Sommelsdijk geen arrestaties verricht. Kinderrijke gezinnen met opgroeiende jongens bleven daardoor gelukkigerwijze buiten schot. Wat het „oppakken" betreft zouden soortgelijke verhalen kunnen worden opgetekend uit de mond van alle nog in leven zijnde personen welke dit alles hebben meegemaakt. Ofschoon dit niets met de internering te maken heeft zijn van deze groep mannen intussen al 35 mannen overleden. Het was werkelijk heel erg triest. Uit het gezin H. van Es op de Westdijk moesten vier zonen mee en datzelfde lot trof het gezm van Jac. Mulder, wonende op de Wurft in de zgn. „Tien Azen".

Van de families L. Edewaard, C. Hoogzand, Iz. de Korte, G. v. d. Sluis, J. Verbiest, St. Visser en H. Vogelaar moesten drie zonen mee. Talrijk waren de gezinnen met twee jongens. Er zijn op die zondagmorgen van 9 maart 1941 te Sommelsdijk verschrikkelijk veel tranen gevloeid en waar de tranen niet tevoorschijn kwamen was het verdriet zeker zo groot. En dan nog de kwelling van die onbeantwoorde vragen. Waarom zijn de jongens toch opgepakt? Waarheen zullen ze worden getransporteerd? Wat zal hun te wachten staan?

In memg gezin werd gebeden voor hun lot!

Transport

In de bekende overvalwagens werden zij omstreeks half één weggevoerd. Waarheen? Niemand van de gevangenen wist het. Eenmaal over het Haringvliet gezet, los van hun geboorteeiland (dat gold voor de meesten van hen) zat men strak en oncomfortabel m de overvalwagens, steeds bewaakt door de Grune Polizei. In de buurt van Wassenaar werd er

In de buurt van Wassenaar werd er gestopt. Daar mocht men een plas doen. Staande m een lange rij werd daar algemeen gebruik van gemaakt. Een arrestant had het onderweg al in een klomp gedaan. De heer Hoek herinnerde zich hiervan nog dat hij m een tuin keek waarin de voorjaarsbloemen in rood, wit, blauwe kleuren waren gegroepeerd. „Hier woont vast een Oranjeklant", dacht hij glimlachend. Daarna moest men weer de wagens in.

De kolonne zette zich weer m beweging. Men ging zich steeds meer afvragen waarom in noordelijke richting werd gereden. Zou men dan wellicht niet naar Duitsland behoeven te worden getransporteerd? Was de wens hier soms de klassieke vader van de gedachte? Maar, al bleef de kolonne m noordelijke richting gaan, er was dan nog altijd een mogelijkheid om over de Afsluitdijk naar Duitsland of nog verder naar het oosten te zullen worden gebracht.

Aankomst

Allerlei gissingen werden gemaakt, totdat de kolonne in zijn geheel slop hield ergens in het duingebied van het Noordhollandse Schoorl, waar een klein interneringskamp was gesitueerd. Nog altijd wist men niet waar men was aangekomen.

Bij aankomst zetten de bewakers een grote muil op, joegen de mannen uit de auto's en maakten de gevangenen duidelijk, ook met schoppen en trappen, dat het zonder meer ernst was. De mannen werden gewoonweg in de barakken gejaagd. Zij werden m twee dubbelbarakken ondergebracht. In elke barak was plaats voor precies 44 persenen. Nu begreep men waarom m de ULÓschool te Middelharnis het getal op 176 moest worden gebracht.

Men moest op de gereedstaande bedden gaan liggen. Het was na deze span- nende rush opmerkelijk stil. Niemand sprak een woord. Op de vraag van een der bewakers wie of er Duits sprak of verstond kwam er van slechts enkelen maar een schuchter klinkend antwoord. Deze werden als „barakoversten'' of kamerwachten aangewezen en moesten hun slaapplaats bij de ingang van de barak innemen.

Dat waren de heren F. H. Born, P. Geelhoed, H. Groenendijk en A. Vroegmdewei. Na het in ontvangst nemen van de

Na het in ontvangst nemen van de kampregels ontstond van lieveilee een wat minder gespannen toestand.

De internering

Van de burgerkok kregen de mannen te horen dat zij in het kamp Schoorl terecht waren gekomen. Met deze man, die m Schoorl woonachtig was, kwamen meer kontakten die uiteraard met ten nadele van de gevangenen uitvielen. Op de vraag of er iemand van de jongens werd afgeranseld of tot bloedens toe geslagen werd, kwam gelukkig een ontkennend antwoord. Wel heeft dhr Roetman één keer iemand zich meen zien krimpen om de hem toegebrachte slagen met de kolf van een geweer te ontwijken.

's Anderendaags werd door de bewakers gevraagd of er zich Joden onder de arrestanten bevonden. Dat was niet het geval. In dit verband vwl de familie Rozenheek nadrukkelijk ontkennen dat hun broer Jacob vanwege zijn Joods uiterlijk voortdurend zou zijn geslagen. Dat werd namelijk in Sommelsdijk vaak verteld. Anderzijds was men met bepaald met

Anderzijds was men met bepaald met vakantie. Klachten over het voedsel, veel stamppot, waren er natuurlijk wel, maar hier moet worden gerelativeerd, daar het in alle andere kampen veel en veel slechter is geweest.

Moeders potje zag er op Flakkee wel anders uit! Zo mochten de mannen pakjes van huis ontvangen, waarin toch zeker ook wel voedsel was verzonden. Versnaperingen en rookartikelen werden daarbij mede opgestuurd. Zelfs de accordeon van de heer G. Razenberg werd opgestuurd alsmede een fototoestel van dhr C. Verbiest.

Briefwisseling vond normaal plaats. Censuur zal er ongetwijfeld op zijn geweest, doch van vermissing is in elk geval niets gebleken.

Gymnastiek

„Jullie moeten zelf wat gaan doen", zo sprak een burger m het kamp. „Ga bijvoorbeeld gymnastieken, anders moet je onder leiding van de duitsers v/at gaan doen en dat zou wel eens kunnen tegenvallen. Bovendien kom je de dag beter door." Deze man had immers wel gezien wat er met de Amsterdamse Joden was gebeurd, zo vlak voordat de Sommelsdijkers kwamen.

Zo gezegd, zo gedaan. Met toestemming van de kampcommandant Stover werd met de oefeningen begonnen. De bewaard gebleven foto's spreken voor zich.

Niet iedereen nam met zoveel graagte aan de gymnastiekoefeningen deel, anderen daarentegen vonden het juist fijn om hun lichaam m goede conditie te krijgen of te houden.

Als gymnastiekleiders wierpen zich al gauw de heren S. Verbiest (thans m Amerika) en C. Hoogzand op, destijds bekend van de thuisvereniging Sparta- Hygiëa.

Toch bleven de gym-oefeningen vrijwillig en werd indien er gezondheidsklachten of blessures waren door de burgerarts al gauw dispensatie verleend Eén keer is het voorgekomen dat er strafgymnastiek moest worden gegeven en dat viel om de drommel niet mee! Al met al was gymnastiek beslist

Al met al was gymnastiek beslist heel wat beter dan b.v. dwangarbeid.

Contacten

Afgezien van briefwisselingen en de ontvangst van pakketjes, was er geen rechtstreeks kontakt met familie of vrienden. Met burgerlijke of kerkelijke autoriteiten vond evenmin een direkte ontmoeting plaats.

Als enige burger uit Sommelsdijk, heeft dhr. J. Mastenbroek, bij de poort van het kamp een gesprek kunnen voeren met zijn zoon Johannes, welke nu in Engeland woont.

Verder waren er nog externe kontakten met de leveranciers van het kamp Schoorl. Via de burgerkok werd er brood aangekocht. Naast de verstrekte kamprantsoenen was dat toch wel een welkome aanvulling. De heer S. Verbiest hield zich daarmee bezig en regelde ook de verdeling m porties daarvan. Overigens moesten van huis nog wel de voedseldistributiebonnen worden opgestuurd en aan de kampleiding worden afgedragen!

Ofschoon er geen kampwinkel was, kon men volgens dhr v. d. Baan wel klompen kopen. Op het laatst liep bijna iedereen op nieuwe klompen met of zonder leertjes.

Het verlangen om eens buiten het kamp te kunnen komen nam bij menigeen sterk toe. Daar moest iets op verzonnen worden.

Het valt ook niet mee om zich binnen de krijtlijnen op te houden en zeker niet als men beseft dat ongeveer twee meter verder een dubbele afzetting met 36 lijnen prikkeldraad was aangebracht.

Zo ontstond het idee om in Schoorl naar de kerk te gaan. Dat was een pracht van een kans om nu eindelijk eens buiten het kamp te komen. De heer V. d. Polder vertolkte de teleurstelling dat er geen kerkbezoek buiten het kamp werd toegestaan. Wat wel werd toegestaan was, dat er voortaan op zondagmiddag m het kamp zelf een godsdienstoefening mocht worden gehouden. Dot resulteerde er m dat dominee Boeke, Remonstrants predikant te Schoorl, elke zondagmiddag in het kamp een dienst leidde voor de gevangenen. De heer Roetman wist zich dit nog allemaal tot m details goed te herinneren. De dienst stond evenwel onder duitse kampbewaking. Er mocht niet worden gekollekteerd.

Ds. Boeke heeft later in de zgn. Brouwerij (thans dierenarts Vink) aan de Zuidelijke Achterweg te Sommelsdijk, waar de Remonstranten hun kerkgebouw hadden een preekbeurt vervuld. Het laat zich verstaan dat heel wat ex-gevangenen uit Schoorl, uit sympathie voor de predikant, deze dienst hebben bijgewoond. I

Men kwam dus niet uit het kamp. De heer v. d. Stoep, en misschien ook wel anderen, heeft wel eens overwogen om te gaan vluchten, maar de gedachte aan represailles weerhielden hem zijn plan ten uitvoer te brengen.

In het kamp waren geen andere gevangenen ondergebracht. Men moest zich blijven schikken m een onzekere situatie, welke steeds aan groot gevaar onderhevig bleef. Men was een gevangene en nog wel zonder enige rechtsbijstand.

En toch mocht er één jongen naar huis. Dat was de heer F. H. Born. Hij mocht het kamp Schoorl verlaten om deel te kunnen nemen aan het eindexamen H.B.S.

Ontspanning

Naast de dagelijkse taken zoals de boel schoon houden, eten halen, gymnastiek, kleren wassen e.d. was er toch ook nog ruimte gelaten voor ontspanning.

Er werd op de accordeon gespeeld door Gerard Razenberg. Er werd gezongen. Er werd gedamd en gekaart. En er werd gelachen om voordrachten en schetsjes. Precies om tien uur moest dat wel

Precies om tien uur moest dat wel afgelopen zijn. Dan moest iedereen op bed liggen en stil zijn. Dikwijls hoorde men de bewakers om de barakken heen lopen.

Geruchten

Telkens verspreidde zich het gerucht dat men in vrijheid zou worden gesteld. Soms werd dat gebaseerd op de aanwezigheid van geringe voedselvoorraden bij de keuken. Maar als deze werden aangevuld, voornamelijk met aardappelen, dan begonnen sommige jongens wel eens te zingen van „We gaan nog niet naar huis", zo vertelde de heer Hoek. Op het laatst van de internering verslapte de duitse houding toch wel eniger mate. Het strenge was er een beetje af. Zou dan eindelijk aan de internering spoedig een emde komen? Dat was tenslotte de belangrijkste vraag.

Naar huis

Op de morgen van 9 april, precies een maand na de razzia, werden de mannen en jongens opnieuw in de overvalwagens gezet. Maar voor dat de spullen werden ingepakt, kreeg ieder van de Schoorlse burgerwerklieden de dringende waarschuwing: NEEM GEEN SOUVENIRS MEE! Denk om de gevolgen!!

Ieder gevangene kreeg zijn persoonsbewijs terug. Opnieuw zette de kolonne zich in beweging, alles onder dezelfde bewaking. Eerst werd naar Alkmaar gereden, waar echter op het terrein van de gasfabriek gestopt werd. Iedereen moest uitstappen en bij elkaar gaan staan. Daar werden de Sommelsdijkers door hun burgemeester, de heer L. J. den Hollander, toegesproken. Na deze toespiadK inoest iedereen weer instappen en zette de kolonne die morgen zich voor de tweede keer in beweging. Het eerste gedeelte reed rechtstreeks door tot aan het veer Hellevoetsluis - Middelharnis. Eenmaal op de boot gestapt waren ze vrij en zonder bewaking keerde ieder zijns weegs „naar huis"!

Hun thuiskomst had een geheel ander aanzien. Opnieuw vielen er tranen maar nu van pure vreugde! Helaas moest een ander deel in Rot

Helaas moest een ander deel in Rotterdam achterblijven. Zij kregen voor één nacht onderdak in een schoolgebouw aan de Oostervantstraat niet ver van het Centraal Station.

Daar was het een vuile troep en al ras werden de eerste vlooien gevangen. Gelukkig scheen de volgende dag letterlijk en figuurlijk de voorjaarszon.

Want ook deze laatste gevangenen werden, zij het gesplitst in twee groepen, per overvalwagen naar Hellevoetsluis gebracht.

,,In de auto was het verschrikkelijk koud, je zat zo maar achter een zeiltje", reageerde de heer v. d Baan. Het was dus geen voorbeeld van samen uit, samen thuis.

De onuitsprekelijke vreugde bij hun thuiskomst was daar niet minder om.

Het thuisfront

Wat had men in Sommelsdijk tijdens de internering van de 176 mannen gedaan? Was er een comité tot steun van de gevangenen gevormd? Was er een vrouwenorganisatie opgericht om maar iets te doen voor hun mannen of hun zonen? Neen. Dat kon ook niet.

Mevr. V. d. Stoep vertelde hierover zeer gedecideerd. „Ik was m verwachting en heb tijdens de eerste dagen dat de mannen weg waren, geprobeerd om bij de duitse commandant aan de Langeweg gehoor te krijgen om mijn man in vrijheid te stellen. Maar de aanwezige duitsers lachten me gewoon uit en bleven onverschillig met de benen over

hun bureau zitten. Het waren vreselijke dagen vol angst. Er gingen geruchten over fusillades. Pas toen het bericht kwam waar de mannen heen waren gebracht en dat er brieven mochten worden geschreven, verminderde de angst wel wat", herinnerde zich mevr. v. d. Stoep.

Zo heeft mevr. Rozenheek verteld dat het vooral voor de moeders zo vreselijk was. Zij wisten immers van hun kinderen dat ze volkomen onschuldig waren en toch gevangen werden genomen.

Mevr. Rozenheek heeft op de ochtend van de razzia bij de ULO-school waar de mannen werden verzameld nog geprobeerd om iets voor haar broers af te geven, maar zij kreeg evenals zovele andere vrouwen geen kans meer om nog maar iets te doen

Bovendien zat de schrik voor de bezetter bij de Sommelsdijkse gemeenschap er voor goed in!!!

Men durfde bij wijze van spreken nog geen bloemetje voor het raam te plaatsen op de dag van terugkeer in de ouderlijke woning. Vermeld dient nog te worden dat elke ex-gedetineerde een tien gulden biljet

heeft gekregen van de eerwaarde heer van As, hervormd predikant van Sommelsdijk. Naar later bleek was dit een persoonlijke gift.

Tenslotte is iedereen er van overtuigd dat wanneer deze gebeurtenis enige jaren later had plaats gevonden Sommelsdijk een eerste Putten had geworden

Met dank aan de ex-gevangenen voor hun spontane medewerking en met veel dank aan de redaktie van dit blad.

D. Hoogzand Sommelsdijk


Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 1981

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Razzia in ontwakend Sommeisdijk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 1981

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's