Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Bekering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Bekering

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En uitgegaan zijnde, predikten zij, dat zin zich zoolden bekeren.(Marcus 6 : 12)

II.

Gods Woord spreekt dan ook van een zich bekeren. De Dordtse leerregels zeggen ook: De wil vernieuwd zijnde werkt nu zelf ook. Nu echter zal een bekering, die niet uit de wedergeboorte als vrucht opkomt hoogstens een zich wenden tot deugdbetrachting zijn. Daarom zal nadrukkelijk de wedergeboorte als de wortel van de waarachtige bekering moeten worden gepredikt en anderzijds de waarachtige bekering als hetgeen waaraan de wedergeboorte kenbaar wordt. Een wedergeboorte toch die niet in de waarachtige bekering openbaar wordt is niet anders dan een waanvoorstelling, waarmede vandaag aan de dag duizenden zich bedriegen voor de eeuwigheid, die van wedergeboorte dromen, die niet door de bekering kenbaar wordt. Laten wij daarvan overtuigd zijn en ons en de onzen verre houden van al zulke leringen, waarvan het zogenaamde Christendom in onze dagen vervuld is en waarin men de hoorders spreekt van een wedergeboorte, die men veronderstelt aanwezig te zijn. Ook deze leer heeft zijn tienduizenden reeds verslagen. Ook is het niet waar dat men van wedergeboorte spreken kan, welke eerst na vele jaren de vrucht van bekering dragen zou. Daar waar de wedergeboorte plaats vindt als een onnaspeurlijke en onverklaarbare en wonderlijke werking van God de Heilige Geest, daar zal deze onmiddellijk gevolgd worden door hetgeen wij bekering noemen en openbaar worden in de eigenschappen van de bekering. Een mens zal nimmer door de wetenschap van zijn wedergeboorte waarlijk kunnen getroost zijn wanneer hij niet voortbrengt de vruchten van de bekering. Dit hebben wij ook in onze tijden wel vast te houden, waar het leven van Gods Kerk zozeer verdonkerd is en velen wel heel gewichtig van wedergeboorte spreken maar het met de vruchten daarvan maar al te licht nemen. Ook deze gedachten strijden met de onbedriegelijke regel van het Woord des Heeren. '

Deze bekering nu werd door de discipelen gepredikt als noodzakelijk en deze bekering Is mogelijk door de genade Gods, daar ook deze vrucht van het Verbond der Genade een door Christus verworven goed is. Uit Zijn genadebediening komt dan ook de bekering voort Nu is het voor ons allen hoogstnoodzakelijk om onszelf te beproeven of de waarachtige bekering in ons leven aanwezig is, waaruit de wedergeboorte blijkbaar wordt en waarin de troost van Gods kinderen is. Om onszelf nu In dit opzicht te toetsen moeten wij verlegen zijn om de verlichting en besturing van de Heilige Geest. Hoe anders zullen wij onszelf beproeven. Zonder die Geestesleiding in de weg der beproeving komen wij of lichtvaardig tot de ongegronde gevolgtreltking, dat wij de Heere toebehoren, of door twijfel en donkerheid ontkennen wij de verheerlijking van Gods Genade tot oneer des Heeren en tot schade van eigen hart. Niet alleen om Geesteslicht en-leiding moeten wij verlegen zijn in de zelf beproeving, maar ook om de zuivere maatstaf. Gods Woord onderricht ons dienaangaande. Nu leert ons dat woord, dat zelfs in allerhelligsten de overblijfselen van de zonde zijn. Als wij daarnaar ons eigen hart bezien, zo zullen wij niet op grond van die overblijfselen zeggen, dat de Heere nimmer in ons werkte, maar de vraag is of de zonde ons leed geworden is, ja ook of die overblijfselen ons gedurig doen zuchten, vanwege het Gods onwelbehagelijke van zulk een leven.

O, Gods kind zucht hier geduriglijk, vanwege de zonde in hun hart en In hun leven, en daarom zal daar altijd weer plaats zijn voor bekering. Bekering toch is een doorgaand werk, ja het zou een dagelijks werk moeten zijn. Wat zou het voorrecht groot zijn, wanneer die noodzakelijkheid veel beleefd werd en wij uit de nood gedurig tot God mochten roepen; Heere, bekeer mij dan zal Ik bekeerd zijn. Bekeer mij van de boosheid mijns harten, van alles dat U niet behaagt, van mijn lauwheid, van mijn dodigheld, van mijn hoogmoed, van mijn zelfbedoeling, van mijn wereldzin, van mijn vleselijkheid, van mijn afkeer van het kruisdragen, van opstandigheid tegen de leidingen Gods In ons leven, van onze onwillgheid in het verloochenen van onszelf. Ziet, daar lezer enige gedachten aangaande de bekering, die zo noodzakelijk als weldadig is. Dat Gods volk de bekering veel benodigde en daartoe de gemeenschap proeven mocht met Hem, in Wiens gemeenschap alleen de ware bekering plaats vindt. Door Hem te kennen in Wien de fontein der genade ontsloten is en in de gemeenschap met Hem te leven mogen Gods kinderen de gedurige bekering ontvangen. Waar deze bekering niet gevonden wordt moet het leven troosteloos zijn. Wat toch zal de mens baten, wanneer aanstonds de ontzaglijke eeuwigheid aanbreekt en de ware bekering gemist wordt.

Hoe vreeslijk dan om te vallen in de handen van de levende God. De toevlucht der leugenen zal In die dag ons ontvallen. Alle valse gedachten en veronderstellingen zullen dan waarlijk ijdel blijken te zijn. O, lezer. Indien ge dat wat Gods woord bekering noemt, nog mist in uw leven, roep dan de Heere aan, opdat ge niet eeuwige verschrikkingen als uw deel zult moeten ontvangen. Ge kunt nog bekeerd worden. Nog mogen de dienaren van het Evangelie U prediken de noodzakelijkheid, maar ook de mogelijkheid der bekering. De fontein der genade is nog vol. Nog is er om niet te verkrijgen ook de genade der waarachtige bekering. Nog biedt de Heere door middel van de prediking des Woords deze genade aan. Make Hij Uw hart recht verlegen, opdat ge nog roepende gemaakt worde, waar de deur nog niet op het nachtslot is. Jong en oud, en wie gé ook zijt, verenige ons de Heere In deze bede: Heere bekeer ons, dan zuUen wij bekeerd zijn.

R. Ds. A. Vergunst.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1958

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

De Bekering

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1958

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's