De Spreukendichter over wat niet past bij Gods heiligheid

Laat er geen misverstand ontstaan. Niet staat er geschreven dat God jou haat. Hij heeft ons lief, maar Hij haat onze hoogmoed, het misbruik van de tong/kwaadspreken, handen die onschuldig bloed vergieten, voeten die niet weten hoe snel zij naar de plek kunnen rennen waar zij een ramp willen veroorzaken, een vals getuigenis afleggen en ‘een rechtszaak tussen broeders zetten’ om stuk te slaan wat de Here zo ‘tof’ als een eenheid heeft gemaakt (Ps. 133).

De bron van zulk gedrag is een hart dat valse plannen smeedt. In Markus 7 horen we onze Heiland zeggen wat er in ons huist en spookt: ‘Van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen voort kwade overwegingen, overspel, ontucht, moord, diefstal, hebzucht’, en nog veel meer.

Alles wat niet past bij Gods heiligheid en wat Hij in de schijnwerpers van de Thora ontmaskert, is Hem ‘een gruwel’ [een woord dat we in het Spreukenboek bij herhaling tegenkomen]. ‘Gruwel’ of ‘afschuw’. Daarmee wordt in de Heilige Schriften alles geduid wat te maken heeft met een heidense levensstijl, dus afgoderij. Uit het bovenstaande weten wij wat we daarbij moeten invullen! Dat kan ieder begrijpen en zich aantrekken. Zo verstaan wij Calvijn die ons hart typeert als een ‘fabriek van afgoden’. Wanneer we – gepaard met een leven van ‘gruwelen’ – de Here een offer brengen, gruwt Hij daarvan en Hij spuugt het uit (Lev. 18: 24 e.v.). Hij wordt er onpasselijk van wanneer wij onze religieuze praktijk, b.v. vieren van het Avondmaal, combineren met leugen en laster die de naaste dodelijk treft. Dit laatste natuurlijk niet zo grof dat er bloed vloeit. De tong kan fungeren als een dodelijk zwaard (Heid. cat. 40), als een lucifer die een heel bos in vuur en vlam zet (Jak. 3). Dit neemt God even zwaar op als het offeren van een dier met een gebrek (Deut. 17).

Telkens weer worden er nieuwe afgoden gefabriceerd. Veel is het oude bekende in een nieuw jasje. De oppergod in het huidige pantheon is de klimaatgod, vertegenwoordigd in zijn priesters en profeten die in hoogmoed (gruwel) menen het volk (zelfs de aarde!) te redden. Tijdens onderzoeken komen leugens (gruwelen) en chantage aan het licht: persoonlijk, in de politiek, in de kerk. Volgens de apostel Jakobus: vuur uit de hel.

Wie z’n Bijbel kent, zal zich niet verbazen, maar zeggen: de Here heeft ons er op voorbereid. Bevestigd worden de woorden in Spreuken 29: 18: ‘Als de profetie ontbreekt, verwildert een volk’. Zolang er echter geprofeteerd wordt, heeft de Heere ons niet losgelaten. Denk in de tijd na Pinksteren aan de beloofde profeten uit Handelingen 2. De uitstorting van de Heilige Geest laat zich immers gelden in ‘uw zonen en uw dochters zullen profeteren (…) en uw ouderen zullen dromen dromen’. Vandaar, ook vandaag, nochtans: ‘I have a dream!’ Let wel: in de context van de afgoderij, van wat de Here haat!

Een droom die geen bedrog is: wij zien Jezus! God die liefde is, heeft ons zijn Zoon gegeven. Wat Hij haat, heeft Hij gestraft in Christus. Zonder Jezus is elke vorm van religie afgoderij. Laten wij Hem navol gen in ootmoed, zelfverloochening en trouw, in het haten van wat de Here haat, hier niet thuis, ‘de kruisweg gaan, niet begrepen, niet geaccepteerd, maar verworpen’, aldus D. Bonhoeffer. Deze martelaar heeft ook gezegd: ‘Het wezenlijke merkteken van het kruislijden kan een christenheid die burgerlijk en christelijk bestaan niet weet te onderscheiden, niet meer begrijpen’ (Nachfolge).

P.S. Een college – Hebreeuws van Dr. P. van Midden – leidde mij naar de overdenking van Spreuken 6.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen