De dienende Borg

Zal iemand die tot God bekeerd is, nog onderwijs nodig hebben hoe hij behouden moet worden? Zal een kind van God nog moeten leren wat de weg tot de zaligheid is? Jazeker, dat blijkt duidelijk uit het onderwijs van Christus aan Zijn discipelen. Jakobus en Johannes komen tot hun Meester met de vraag: Geef ons dat wij mogen zitten de een aan Uw rechterhand en de ander aan uw linkerhand in Uw heerlijkheid (vs. 37). Zij verwoorden de begeerte van hun hart. Maar Christus antwoordt: Gij weet niet wat gij begeert. Kunt gij den drinkbeker drinken dien Ik drink, en met den doop gedoopt worden waar Ik mede gedoopt word? (vs. 38). Gij weet niet wat gij begeert. Wat een ontdekkend onderwijs voor deze discipelen, maar ook voor al Gods kinderen. U weet niet wat u begeert, als u begeert de heerlijkheid in te gaan zonder dat de schuld vereffend is. Christus wijst op de noodzaak van Zijn lijden en sterven als Hij wijst op de drinkbeker en de doop. Hoor dan het antwoord van de discipelen: Wij kunnen. Godzalige mannen, geroepen knechten! Wij kunnen. Wat komt hier de hoogmoedige, blinde en vijandige Adamsnatuur duidelijk aan de oppervlakte. Hoogmoed lag niet alleen ten grondslag aan de val van de mens, hoogmoed is ook het grootste struikelblok op de weg der zaligheid. Hoogmoed is het machtigste wapen van de oude mens. Door Goddelijke genade is het onmogelijk, maar anders zou een kind van God zich door zijn hoogmoed alsnog van God losscheuren en in het eeuwige verderf werpen.

Nu wijst Christus de Zijnen erop dat ze nog meer van de drinkbeker zullen moeten drinken dan ze ooit gedacht hadden. Het lijden dat hen ten deel zal vallen in het volgen van Christus zal hen nog zwaarder vallen dan ze zich ooit hadden kunnen voorstellen. Maar het zitten tot Mijn rechter- en tot Mijn linkerhand staat bij Mij niet te geven, maar het zal gegeven worden dien het bereid is (vs. 40). Is Christus nu zo onmachtig, mist Hij de bevoegdheid om te bepalen wie er aan Zijn rechter- en linkerhand zullen zitten? Is Hij een oppermachtige Koning, en beschikt Hij niet over de zitplaatsen in Zijn troonzaal? Nee, die macht heeft Hij nog niet. Want Christus zal een Koning zijn Wiens troon een troon van gerechtigheid zal zijn. Christus moet door Zijn lijden en sterven de plaatsen van Zijn kinderen in Zijn hemelse troonzaal nog verdienen. Daar denkt een mens niet aan, daar staat Gods kind zelfs niet bij stil tenzij God het hem leert. Zal Gods kind zich zorgen maken om Gods geschonden gerechtigheid? Zal Gods kind wakker liggen van de openstaande schuld die om betaling roept? Welnee, een plaats aan Christus rechter- of linkerhand, het delen in Zijn heerlijkheid, dat is waar Gods kind zich om bekommert. Een groot en geoefend Christen zijn, indrukwekkende bevindingen kunnen delen met anderen, daar is Gods kind druk mee.

Totdat! Totdat de Heere het geheim van zalig worden gaat ontraadselen. Totdat de Heere het enige medicijn tegen dodelijke hoogmoed gaat toedienen. Wat is dat medicijn? Dienende Middelaarsliefde! Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen. Christus is allereerst gekomen om Zijn Vader te dienen. Hij is gezonden als de Dienstknecht van Zijn Vader Die Zijn Kerk op grond van recht en gerechtigheid zal verlossen. Mensenkind, word toch eens wakker. Ontwaak, gij die slaapt! Er staat een schuld open die betaald moet worden. De straf der zonden moet gedragen worden. Zal de mens dan zalig kunnen worden buiten de verheerlijking Gods om? Zonder dat aan Gods gerechtigheid genoegdoening zal gegeven worden? Zal een mens verhoogd kunnen worden uit zijn diepe ellende zonder dat er Iemand is Die Zich zal vernederen onder het wraakzwaard Gods? Daartoe is Christus op de aarde gekomen: om te dienen en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. Hij is gekomen om de prijs te betalen. Daarin ligt nu werkelijk beschamend, vernederend onderwijs. O, wonder, wanneer de Heere dat onderwijs gaat schenken en de ziel inleidt in de plaatsbekleding van de Middelaar. Hij Die als Persoon zonder schulden op deze aarde is gekomen, is de meest schuldige van allen geworden. Door toerekening van de schuld van de gehele uitverkoren Kerk is Hij de grootste Schuldenaar ooit geworden. Hij is gewillig geweest om te dienen, Zich te vernederen in de plaats van Zijn kinderen. Nu moet elk van Gods kinderen deze les leren: wij kunnen Christus niet dienen, maar wij moeten door Christus bediend worden. Niet ons dienen van God of Christus zal ons zalig maken, maar Christus’ dienen van God alleen is de grond van onze zaligheid. Wat een ontzettende werkelijkheid is het toch, dat wij in de grond van de zaak te hoogmoedig zijn om door een Ander zalig te worden. Door werken en dienen proberen we onze stand op te houden, en dichter bij God te komen. Maar de afstand wordt al groter. Want ons werken zal de schuld niet afbetalen. We zullen alleen door een losprijs, een rantsoen verlost kunnen worden.

Maar dit is niet alleen een ontzettende werkelijkheid. Het is ook het ruimste, lieflijkste en meest troostvolle Evangelie. Want nu kan zelfs een hoogmoedig mens nog zalig worden. Nu kan iemand die in zijn blinde overmoed roept: Wij kunnen, nog behouden worden. Die dwaze, hoogmoedige Johannes en Jakobus zijn toch echt op rechtsgronden zalig geworden. In een pijnlijke en afbrekende, maar profijtelijke weg. Ze zijn erachter gekomen dat ze niet als een godsdienstig mens, maar als een hoogmoedige dwaas behouden moesten worden.

Bedenk toch: als het af zou hangen van de mate waarin wij ons konden vernederen, en de mate waarin wij dienen, het was verloren. Met al uw godsdienst, zelfs met al uw berouw, uw schuldbelijdenissen, uw aanvaarden van de straf (hoe noodzakelijk ook), bukt u toch nog nooit diep genoeg. Er is er maar Een Die diep genoeg gebukt heeft: Hij Die Zichzelf vernietigd heeft. De enige, de beminlijke, de algenoegzame, de lieflijke en zeer schone Borg en Middelaar: Christus! Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. Smeek toch de Heere om die werkingen van de Geest waardoor deze Persoon voor u alles wordt. En stel nergens uw betrouwen op, dan alleen op Hem.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen