Wat baat het een mens…?

Geliefde lezers,

De Heere Jezus legt in de woorden van onze overdenking aan de ene kant de gehele wereld en aan de andere kant de ziel van de mens in Zijn Goddelijke weegschaal. Naar welke kant slaat de weegschaal door, denkt u? Naar de kant van de gehele wereld met al haar begeerlijkheid, goud en zilver, eer en aanzien? Nee, want Gods Woord leert ons dat de wereld en haar begeerlijkheid voorbijgaat. De weegschaal van de levende God slaat door naar de schaal waarin Hij uw kostelijke ziel heeft gelegd. Laten we eens letten op een aantal dingen waaruit de onschatbare waarde van de ziel blijkt.

Onschatbare waarde

1. Bij geen enkel ander scheppingswerk komt zo nadrukkelijk het werk van de Drie-enige God naar voren als bij de schepping van de mens. We lezen in Genesis 1: En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis (vs. 26a). Het is alsof de Drie-enige God raad houdt, zo lezen we in de kanttekening, ‘om ons aan te wijzen de Goddelijke Drie-eenheid, en de waardigheid van dit laatste schepsel des mensen.’ En in Genesis 2 lezen we: En de Heere God had den mens geformeerd uit het stof der aarde en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel (vs. 7). De mens was Gods meesterwerk! Niet één scheppingswerk vertoonde op zulk een uitnemende wijze de heerlijkheid van zijn Schepper als de mens. God versierde zijn ziel immers met Zijn beeld, dat bestond in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid.

2. De onschatbare waarde van de ziel blijkt ook hieruit dat zij onsterfelijk is. Ons lichaam is door de zonde vergankelijk en sterfelijk geworden, maar de ziel niet. Ook al draagt zij niet langer het beeld van God maar het beeld van satan, toch is zij onsterfelijk en onvergankelijk. Als de vereniging tussen lichaam en ziel door de dood wordt ontbonden, wordt de ziel voor de rechterstoel van Christus gedagvaard en ontvangt daarna haar eeuwige bestemming. Dit laatste blijkt heel duidelijk uit de gelijkenis van de rijke man en Lazarus. Lazarus’ ziel werd direct na zijn sterven door de engelen gedragen in Abrahams schoot, terwijl de rijke man zijn ogen opsloeg, zijnde in de pijn (Luk. 16:19-31).

3. Waar vervolgens ook de onschatbare waarde van uw ziel uit blijkt, is de arbeid die Christus aan onsterfelijke zielen ten koste legt. De opperste Wijsheid roept en nodigt zondaren tot bekering (Spr. 1:24, kanttek.). Hij heeft Zijn discipelen opgedragen om in Zijn Naam te prediken bekering en vergeving der zonden onder alle volken (Luk. 24:47). Daarom roepen Gods knechten onbekeerde zondaren toe: Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven? (Ezech. 33:11c). Daarom bidden zij hen van Christus’ wege, alsof God door hen bade: Laat u met God verzoenen (2 Kor. 5:20). O, onbekeerde medereiziger naar de eeuwigheid, zie toe dat al deze arbeid niet tot in alle eeuwigheid tegen u getuigen zal!

4. Dat Christus een bijzondere liefde heeft tot de zielen van Zijn kinderen blijkt hieruit, dat Hij Zíjn ziel heeft uitgestort in de dood om hun ziel los te kopen uit de verscheurende kaken van de briesende leeuw. Volk des Heeren, hoe uitnemend lief heeft Christus u gehad, dat Hij al uw zonden en schuld op Zich heeft geladen en de oneindige toorn van God daarover in Zijn heilige ziel heeft willen dragen, om u er eeuwig van te bevrijden.

Blijkt Zijn liefde tot uw ziel verder ook niet uit de plaats die Hij voor u bereid heeft in het huis van Zijn Vader? Hoor Zijn troostvolle woorden: In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn en u plaats zal bereid hebben, zo kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt waar Ik ben (Joh. 14:2, 3). Met welk een hartelijk liefde behoort u Christus toch lief te hebben!

5. Weet u wie ten slotte ook de onschatbare waarde van onsterfelijke zielen kent? De vorst der duisternis! Daarom doet hij er alles aan om u in zijn macht te houden. Enerzijds gaat hij rond als een briesende leeuw, zoekende wien hij zou mogen verslinden; anderzijds verandert hij zich net zo makkelijk in een engel des lichts om arme zielen te bedriegen voor de eeuwigheid. Zijn doel is echter hetzelfde, namelijk om zielen in zijn kielzog mee te zuigen naar het eeuwige verderf! O, het zal wat zijn om eeuwig schade te moeten lijden aan uw ziel! Dat wil zeggen, eeuwig van God en Zijn zalige gemeenschap gescheiden te zijn en in plaats daarvan Zijn volle en eeuwige gramschap te moeten dragen.

Verloren…

Geliefde lezers, met het stellen van de eerste vraag in onze tekstwoorden, geeft de Heere Jezus eigenlijk tegelijkertijd ook het antwoord. Het antwoord is: Niets! Wat baatte de rijke man zijn weelderige levenswijze toen hij opgeroepen werd om voor God te verschijnen? Niets! Wat baatte Alexander de Grote zijn grote roem en rijkdom toen hij op 33-jarige leeftijd God moest ontmoeten? Niets! Hij moest alles achterlaten en aan anderen overlaten. En wat zal het u, o jongere en oudere lezer, baten, al zou u al het goed van deze wereld tot uw deel krijgen, en u sterft zonder met God verzoend te zijn? Niets! Uw tijdelijke winst zal tot eeuwig verlies van uw ziel leiden! Och, dat Jezus’ waarachtige en getrouwe woorden u er toch van mochten overtuigen om het behoud van uw ziel te zoeken met alles wat in u is! U bent nog in de zoekens-, roepens- en vindenstijd! Zie, nu is het welaangename tijd; zie, nu is het de dag der zaligheid (2 Kor. 6:2b). U kunt uw ziel nu nog tot een buit krijgen! Dat is precies het tegenovergestelde van eeuwig schade lijden aan uw ziel! De God aller genade brenge u op de leerschool van Zijn Geest. Dan zult u leren: Tekel, gij zijt in weegschalen gewogen, en gij zijt te licht bevonden (Dan. 5:27). Niet alleen uw aardse schatten worden dan waardeloos, maar Gods Geest zal u ook leren dat uw godsdienstige schatten voor God geen waarde hebben. Dan wordt het werkelijkheid: Of wat zal een mens geven tot lossing van zijn ziel? Niets! O, dan wordt het behoud van uw ziel een totaal onmogelijke zaak. Afgesneden van uw kant, af gesneden van Gods kant vanwege Gods heilig recht!

…en toch behouden

Zijn er onder onze lezers die werkelijk niet meer weten hoe hun ziel behouden en gered kan worden? O, dan wijs ik u (en smeek of Gods Geest het wil toepassen aan uw ziel), op ’s Vaders eniggeboren Zoon, Die niet gekomen is om der mensen zielen te verderven, maar om die te behouden (Luk. 9:56). Hij heeft Zijn dierbaar bloed gestort en Zijn ziel gegeven tot een losprijs om uw verloren ziel te redden van de dood! O, de Heere schenke u de toepassing van wat David zingt in Psalm 116: ‘Gij hebt, o HEER’, in ’t dood’lijkst tijdsgewricht mijn ziel gered, mijn tranen willen drogen’ (vs. 5, ber.). Om dan ootmoedig en verwonderd te zingen:

Nu zal mijn ziel, nu zullen al mijn zinnen,

O God, mijn Sterkt’, U hartelijk beminnen.

Mijn Steenrots, Burg en Helper is de HEER’,

Mijn God, mijn Rots, mijn Zaligheid, mijn Eer.

(Ps. 18, voorvers)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen