Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een ootmoedige smeekbede

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een ootmoedige smeekbede

Och Heere, geef nu heil; och Heere, geef nu voorspoed. Psalm 118:25

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geliefde lezers,

Wat is dit een gepaste bede aan het begin van een nieuwe jaarkring: Och Heere, geef nu heil; och Heere, geef nu voorspoed. Het is een ootmoedige, afhankelijke bede. Is dit ook uw en jouw oprechte bede? Verlangt u naar het heil van de Heere, naar redding en zaligheid voor uw ziel? Begeert u dat niet alleen voor uzelf, maar ook voor anderen? Verlangt u in de eerste plaats naar geestelijke voorspoed? Ziet u er met groot verlangen naar uit dat de prediking van het Evangelie in dit nieuwe jaar aan uw hart en aan het hart van vele jongeren en ouderen gezegend zal worden? Is het uw hartelijke wens dat de zaak van Koning Jezus voorspoed zal hebben in kerk, gezin en maatschappij? Al deze dingen liggen opgesloten in de woorden die we samen willen overdenken.

Wederzijdse bede

Twee vragen zijn van belang om deze bede te kunnen begrijpen, namelijk, wanneer deze bede gedaan is en door wie. Het antwoord hierop geven de kanttekenaren. Zij zeggen dat het aannemelijk is dat de priesters en het volk deze bede gedaan hebben toen koning David als koning over heel Israël begon te regeren. De eerste zeven en een half jaar van zijn regering heeft David alleen over Juda geregeerd. Nu de Heere hem echter de overwinning over zijn vijanden heeft gegeven, is het moment aangebroken dat hij over Juda én Jeruzalem zal gaan regeren. Het is ter gelegenheid van deze blijde gebeurtenis dat het volk deze bede voor hun koning tot de Heere opzendt: Och Heere, geef nu heil; och Heere, geef nu voorspoed. In het Hebreeuws staat er twee keer het woord ‘Hosanna’. Dat riepen de mensen toen Christus van de Olijfberg afkwam en Jeruzalem binnenreed, en betekent volgens onze kanttekening zoveel als: behoed toch, of: geef toch geluk en voorspoed.

Welnu, deze bede voor de nieuwe koning komt echter niet alleen uit de mond van het volk, maar ook uit de mond van David zelf, die hoogstwaarschijnlijk de dichter van deze psalm is. Dit blijkt onder andere uit de manier waarop de Engelse godgeleerden deze tekst uit de grondtaal in het Engels hebben vertaald. Hun vertaling van deze tekst luidt zó: ‘Ik bid u, o Heere, red nu; o Heere, ik bid u, zend nu voorspoed.’ Het volk en de koning hebben dus geen heil en voorspoed afgedwongen maar afgesmeekt. Dat wordt in de Statenvertaling nog versterkt door het woordje ‘och’, wat een uiting van verlangen en afhankelijkheid is.

Ook uw bede?

Geliefde lezers, bent u zo het nieuwe jaar ingegaan: Och Heere, geef nu heil; och Heere, geef nu voorspoed? Hoewel we u allen van harte heil en voorspoed voor dit tijdelijk leven toewensen, wensen we u toch allereerst toe dat u de diepste betekenis van het woord heil zult mogen kennen of leren kennen, namelijk de verlossing uit de macht van satan en de redding van uw ziel door de toepassing van Jezus’ bloed en de bedekking met Zijn gerechtigheid. Dit ware heil heeft God de Vader van eeuwigheid uitgedacht in en door Christus, de Zoon van Zijn eeuwig welbehagen. Hij heeft dit heil in een weg van de allerdiepste vernedering verdiend en past dit door Zijn dierbare Geest toe aan dood- en doemschuldige zondaren. Het is ook dit jaar weer de opdracht van Christus’ dienstknechten om dit heil in al zijn rijkdom te verkondigen en voor te stellen aan eenieder tot wie God naar Zijn welbehagen Zijn Evangelie zendt, met bevel van bekering en geloof.

Maar voor wie is dit heil echt onmisbaar? Voor een zondaar die levend gemaakt is en zijn heilloze en rampzalige staat voor de eeuwigheid inleeft. Gods Geest gebruikt de heilige wet des Heeren om hem te overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel, en maakt dat hij daaronder gaat buigen. Alles ontvalt hem waarmee hij voor God dacht rechtvaardig te kunnen zijn.

Dan wordt het werkelijkheid wat een zeker dichter zingt:

Jezus, niet het werk door mij volbracht,

Niet het offer dat ik breng,

Niet de tranen die ik pleng,

Schoon ik ganse nachten ween,

Kunnen redden, Gij alleen.

Zulk een zondaar gaat zuchten en smeken: Och Heere, geef nu heil; och Heere, geef nu voorspoed. Zijn er op dit moment nog onder onze lezers die met de dichter instemmen:

Heere, wat zoudt Gij mij toch geven?

Geef mij Jezus of ik sterf.

Zonder Jezus is geen leven,

maar een eeuwig zielsverderf.

O, als dit uw zielennood is, dan roepen we u vrijmoedig toe: Vrees niet, o door schuldbesef getroffen en verslagen ziel, want Jezus is door Zijn Vader naar deze wereld gezonden om zo’n schuldige en verloren zondaar als u bent volkomen zalig te maken. Dat heeft Christus Zelf bevestigd: Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe (Joh. 3:16). Ik mag u dezelfde grote blijdschap verkondigen als die eens door de engelen aan de vreesachtige herders in Efratha’s velden verkondigd werd, namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, de Heilaanbrenger, Welke is Christus de Heere, de gezegende en gezalfde Zoon van de Vader. Hij is volkomen bekwaam en gewillig om uw hoogste Profeet, enige Hogepriester en eeuwige Koning te zijn. O, kom en vlucht dan met al uw zonden en schuld tot Hem, Die het gezegd heeft: Al wat de Vader Mij geeft, zal tot Mij komen, en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen (Joh. 6:37). Hij zal u geenszins uitwerpen maar hartelijk welkom heten, evenals de berouwvolle, verloren zoon door zijn vader hartelijk welkom werd geheten.

Tot slot

Onbekeerde lezers, ook u hoort dit dierbare Evangelie! Smeek de Heere om de genade van bekering en geloof. Volhard toch niet langer in uw zonden en ongerechtigheden! Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven? Zal dit heil- en troostrijk woord dan eeuwig tegen u moeten getuigen? Och, bedenk toch ernstig hoe vreselijk dat zal zijn! O, welk een eeuwig onheil en eeuwige tegen spoed staat u te wachten als u de Zoon van God ongehoorzaam blijft. Als een in onszelf onwaardige gezant van Christuswege, bidden we u namens Hem: Laat u met God verzoenen (2 Kor. 5:20b). Zie, nu is het de welaangename tijd; zie, nu is het de dag der zaligheid (2 Kor. 6:2b).

U, die van het heil in Christus deelgenoot bent geworden, ook u wensen wij heil en voorspoed in Christus toe. De Heere geve u een groei in Godskennis, zelfkennis en Christuskennis. Hij leide u door Zijn Geest meer en meer in de diepten van uw verdorvenheid, opdat u daarna ook dieper ingeleid zult mogen worden in de onpeilbare hoogten en diepten van eeuwige zondaarsliefde. U zult het eerste eerder als tegenspoed dan voorspoed ervaren, maar deze diepere ontdekkingen zijn nodig, opdat Christus des te dierbaarder voor u zal mogen worden.

Eenmaal zult u de bede die we overdacht hebben niet meer hoeven op te zenden, want in Immanuëlsland zult u eeuwig heil en voorspoed hebben. Daar zult u voorgoed verlost zijn van uw verdorven bestaan, van de duivel en de wereld, en eeuwig mogen drinken uit de Fontein des heils. De Heere vertrooste u met deze woorden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 januari 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Een ootmoedige smeekbede

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 januari 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's