Een dierbare Pinksterbelofte
En het zal zijn dat een iegelijk die den Naam des Heeren zal aanroepen, zalig zal worden. Handelingen 2:21
Geliefde lezers,
De woorden van onze overdenking komen uit de mond van Petrus. Hij neemt het op voor de eer van God: Maar Petrus staande met de elven, verhief zijn stem en sprak (vs. 14a). Nee, hij staat hier niet in eigen kracht, maar in de kracht van de opgestane en opgevaren Levensvorst, Die Zijn Geest op een krachtige en overvloedige wijze op het Pinksterfeest had uitgestort. Terwijl Petrus bijna twee maanden geleden op de binnenplaats van het huis van de hogepriester zijn Meester verloochende, staat hij nu pal voor de Naam en de zaak des Heeren: Dezen zijn niet dronken, gelijk gij vermoedt; want het is eerst de derde ure van den dag (vs. 15). Er waren namelijk sommigen die gezegd hadden: Zij zijn vol zoeten wijn (vs. 13). De kanttekening leert ons dat dit ‘mogelijk enigen uit de schriftgeleerden, farizeeën, sadduceeën en huns gelijken’ zijn geweest. Dus het waren de geestelijke leiders die met het werk van God aan het spotten waren! Jongeren en ouderen, zult u dat nooit doen? Zult u het werk van Gods Geest in het hart van Gods kinderen nooit bestempelen als dronkenschap, ook al begrijpt u niet wat zij zeggen? Zult u nooit plaatsnemen in het gestoelte van de spotters? Gods Woord leert ons dat er in het laatste der dagen spotters zullen zijn, die naar hun eigen goddeloze begeerlijkheden zullen wandelen. Hoor eens wat Gods Woord zegt over hetgeen hun te wachten staat: Gerichten zijn bereid voor de spotters, en slagen voor de rug der zotten (Spr. 19:29).
Spotters onderwezen
Petrus bestraft de spotters in Jeruzalem: Dezen zijn niet dronken, gelijk gij vermoedt; want het is eerst de derde ure van den dag. Hij bestraft hen echter niet alleen, maar hij onderwijst hen ook. Hij zegt niet slechts wat het níet is, maar hij gaat ook verklaren wat het wél is. Dat is een kenmerk van een echte Verbi Divini Minister, van een echte dienaar van het Goddelijk Woord. Petrus gaat het Pinksterwonder verklaren vanuit Gods Woord. Wat zien we in Petrus’ verklaring de leiding van de Heilige Geest! Hij leidt zijn aandacht naar de profetie van de profeet Joël. Daarom horen we Petrus zeggen: Dit is het wat gesproken is door den profeet Joël: En het zal zijn in de laatste dagen (zegt God) Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees (vs. 17). De laatste dagen zijn de dagen of tijden die voorafgaan aan de wederkomst van Christus. In die laatste dagen zullen er bloeitijden van Gods Kerk zijn vanwege het krachtige werk van Gods Geest in zondaarsharten. Maar in die laatste dagen zullen er ook benauwde tijden aanbreken. Tijden, waarin onder andere de vervolging van de levende Kerk des Heeren zal losbranden. De Heere zal echter wonderen geven in de hemel boven. Dat wil volgens de kanttekening zeggen: wonderbaarlijke tekenen van Gods toorn tegen de vijanden en vervolgers van Gods Kerk. De Heere zal ook tekenen op de aarde beneden geven, bloed en vuur en rookdamp. Waaraan moeten we hierbij denken? Aan hetgeen de Heere Jezus Zelf gezegd heeft: En gij zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; ziet toe, wordt niet verschrikt; want al die dingen moeten geschieden, maar nog is het einde niet. Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen zijn hongersnoden, en pestilentiën, en aardbevingen in verscheidene plaatsen. Doch al die dingen zijn maar een beginsel der smarten (Matth. 24:6-8).
Aanroepers bemoedigd
Er zullen dus zware tijden aan de wederkomst van Christus voorafgaan, maar een iegelijk die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden. Wie zijn dat? Weer luisteren we naar de verklaring van onze geachte kanttekenaren: ‘Die de Heere oprecht dient en in al deze moeiten zijn toevlucht tot Hem neemt met gelovige gebeden, zal zalig worden. Dat wil zeggen, hij zal gered, bevrijd en behouden worden van zonde, duivel en dood; en ofschoon hij in lichamelijke ellenden mocht worden betrokken, of om Christus’ Naam lijden en sterven, zal hij toch hier een genadige God in de Messias en een bestendige troost in leven en sterven, en hierna de eeuwige zaligheid hebben.’
Ondanks dat het een zeer ernstige tijd is die wij beleven, waarin de tekenen der tijden zowel in de hemel boven als op de aarde beneden te zien zijn, is het nog steeds de welaangename tijd, de dag der zaligheid. In deze tijd moeten en mogen Gods knechten het Evangelie van vrije genade nog verkondigen: Een iegelijk die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden. U zult wel begrijpen dat hiermee geen uitwendige aanroeping van de Naam des Heeren wordt bedoeld. Christus heeft Zelf gezegd: Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! Zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is (Matth. 7:21).
Wat bedoelt Petrus dan met de aanroeping van de Naam des Heeren? We stemmen van harte in met de verklaring van onze kanttekenaar: ‘Hem voor de Zaligmaker met een waar geloof erkennen, de zaligheid in Hem alleen zoeken, Hem om dezelve, alsook in alle noden, aanroepen, en Hem recht dienen.’ Voor wie is deze dierbare Pinksterbelofte dus bestemd? Voor allen die Jezus door het geloof hebben leren kennen en erkennen als hun getrouwe Zaligmaker en tot Hem de toevlucht nemen. Zullen we onthouden dat dit de vrucht is van het werk van de gezegende Pinkstergeest? Hij is het Die zondaren overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel. Hij is het Die hen daardoor de noodzaak laat zien van een Middelaar tussen een vertoornd God en hun schuldige ziel. Hij is het Die hen deel geeft aan Christus en al Zijn weldaden.
Indringend onderzoek
Geliefde lezers, hebt u de Naam des Heeren leren aanroepen vanuit uw totale verlorenheid en onwaardigheid? Is Davids smeekbede de uwe geworden: Om Uws Naams wil, Heere, zo vergeef mijn ongerechtigheid, want die is groot? (Ps. 25:11). Of is deze taal u nog vreemd? Als dit zo is, worstel dan aan de troon van Gods genade om Hem recht te leren kennen, opdat u Zijn Naam ook in geest en waarheid zult mogen aanroepen! Bedenk dat wie Hem niet in waarheid aanroept, niet zalig zal worden maar voor eeuwig verloren zal gaan. De Heere nodigt u nog om u tot Hem te wenden en behouden te worden van de toekomende toorn, want Hij is God en niemand meer.
Is Davids smeekbede wél de uwe geworden? Roept u de Naam des Heeren wél aan met vertrouwen, oprecht, met ernst en zonder ophouden, uit de grond van uw hart? Ik vraag u niet of u uw aanroepen hiervoor kunt houden, maar ik vraag of deze zaken u niet vreemd zijn. Als u dit niet durft te ontkennen, hoor dan de dierbare verzekering die de Heere u bij monde van David wil geven: De Heere is nabij allen die Hem aanroepen, allen die Hem aanroepen in der waarheid (Ps. 145:18). Wie de Naam des Heeren zó aanroept in de nood, vindt Zijn gunst oneindig groot. Ja, zulke aanroepers zullen verhoord worden. Zij zullen gered, bevrijd en behouden worden van zonde, duivel en dood, en een genadige God in de Messias hebben, ja, een bestendige troost in leven en in sterven genieten, en hierna de eeuwige zaligheid beërven.
O zaligheid niet af te meten,
O vreugd’, die alle smart verbant!
Daar is de vreemd’lingschap vergeten,
En wij, wij zijn in ‘t Vaderland.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 2023
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 2023
De Wachter Sions | 12 Pagina's