Biddag in een boze tijd

Geliefde lezers,

Zo de Heere wil en wij leven, hopen we volgende week woensdag onze jaarlijkse biddag weer te houden. In het bijzonder op deze dag komen we in Gods huis samen om de Naam des Heeren aan te roepen om Zijn onmisbare zegen af te smeken voor arbeid en gewas. Een zegen, die wij allen diep verzondigd hebben, maar die ook tegelijkertijd voor ons allen zeer onmisbaar is. Elke dag moet het ons gebed zijn of de Heere ons een recht besef wil geven van onze onwaardigheid, alsook van de onmisbaarheid van Zijn zegen. De Heere wil dat wij allen zullen erkennen dat Hij de Oorsprong alles goeds is, en dat noch onze zorg en arbeid noch Gods gaven zonder Zijn zegen ons zullen gedijen. Onder zoek het eens of dat ook uw dagelijks gebed is!

Boze tijd

Verder moet het ook elke dag ons gebed zijn of de Heere ons een recht besef wil geven van de ernstige tijd waarin we met elkaar biddag hopen te houden. Paulus schrijft aan de Eféziërs dat de tijd waarin zij leefden een boze tijd was. In zijn brief aan Timotheüs schrijft hij dat er in het laatste der dagen zware tijden zullen ontstaan. Overdenk eens aandachtig de redenen waarom hij deze tijden zwaar noemt, of zoals we dit woord volgens onze kanttekenaar ook wel mogen vertalen: tijden vol gevaren. Vraag u daarna eens af of wij ook niet in zulke tijden leven. Paulus noemt de volgende redenen: Want de mensen zullen zijn liefhebbers van zichzelven, geldgierig, laatdunkend, hovaardig, lasteraars, den ouderen ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig (…) hebbende een gedaante van godzaligheid, maar die de kracht derzelve verloochend hebben. Heb ook een afkeer van deze (2 Tim. 3:2-5). Paulus wijst er niet alleen op dat de zondige mens zich in deze tijden steeds meer in zijn totale verdorvenheid zal gaan uitleven, maar ook dat de godsdienstige mens genoeg zal hebben aan een uitwendige belijdenis. De noodzaak van de inwendige toepassing door de zaligmakende werking van Gods Geest zal steeds meer verzwegen, of nog erger, geloochend worden. Leven we niet midden in zulke tijden? En zullen we deze mensen niet buiten de kring van onze gemeenten en huisgezinnen zoeken?

De oorzaak van het grote verval is dezelfde als in de dagen vóór de zondvloed: de vermenging van kerk en wereld. We lezen in Genesis 6: En het geschiedde, als de mensen op den aardbodem begonnen te vermenigvuldigen, en hun dochters geboren werden, dat Gods zonen de dochteren der mensen aanzagen, dat zij schoon waren, en zij namen zich vrouwen uit allen, die zij verkozen hadden (vs. 1, 2). De tijden zijn dus boos en vol gevaren, omdat we allen van nature zo’n zondig en goddeloos hart hebben.

Buiten of in de Ark

Och, geliefde lezers, wij hebben God op het hoogst misdaan. Wij zijn van het heilspoor afgegaan en hebben ons rijp gemaakt voor Gods rechtvaardige oordelen! Daarom willen we u deze indringende vraag stellen: Hebt u al een schuilplaats voor uw ziel gezocht en gevonden in Christus, de Ark der behoudenis? Alle mensen die buiten de ark van Noach waren toen de fonteinen van de grote afgrond opengebroken en de sluizen van de hemel geopend werden, zijn omgekomen. Zo zullen ook allen die buiten de Ark Christus blijven, eenmaal gewis en zeker omkomen.

U die nog van God en Christus vervreemd bent, overdenk toch eens ernstig hoeveel oneer u uw Schepper en Onderhouder met uw zonden hebt aangedaan! Hij heeft u omringd met Zijn weldaden, maar tegenover Zijn wéldaden hebt u mísdaden gesteld. De Heere riep u tot bekering en geloof in Hem, maar u hebt geweigerd daaraan gehoor te geven. Hij strekte Zijn hand naar u uit, maar u wilde er geen acht op slaan. Hij gaf u heilzame raad, maar u hebt die verworpen. Hij bestrafte u, maar u hebt Zijn bestraffing niet willen aannemen. U hebt God tot toorn verwekt! En toch, ondanks dat geeft de Heere u nog genadetijd. Met grote nadruk wijst Paulus u daarop wanneer hij zegt: Zie, nu is het de welaangename tijd; zie, nu is het de dag der zaligheid (2 Kor. 6:2). Maar wees er tegelijkertijd van doordrongen dat de tijd voorts kort is. Vlied daarom nu van de toekomende toorn! Haast en spoed u nu om uws levens wil! Koop de tijd uit, dewijl de dagen boos zijn.

Een nieuw jaarseizoen

We staan allen aan het begin van een nieuw jaarseizoen. De Heere gedenke eenieder in zijn eigen persoonlijke omstandigheden, in rouw en smart, in noden en zorgen. Hij schenke ons allen gezondheid, moed en krachten om ons werk te doen. Onze gedachten gaan ook uit naar hen die geen werk hebben, of die de gezondheid niet of maar gedeeltelijk hebben om hun werk te doen. De Heere ontferme Zich over u en geve u mild en overvloedig wat u ontbreekt.

De Heere zegene bovenal de arbeid die aan onze ziel ten koste gelegd zal worden. Laten we toch bedenken dat we met elkaar op weg zijn naar de grote Godsontmoeting. We leven samen in een ernstige tijd; een tijd vol van grote gevaren en verzoekingen op alle terreinen van het leven. Een tijd, waarin de God des gerichts gereed staat om Zijn rechtvaardige oordelen over ons en de gehele wereld uit te gieten: Ziet, de Rechter staat voor de deur (Jak. 5:9b). Daarom kunnen we echt geen tijd verliezen.

Jeugd, gedenk aan je Schepper in de dagen van je jongelingschap. Laat toch geen kostelijke genadetijd meer verloren gaan met het vele gebruik van de sociale media, het urenlang kijken naar films of het spelen van games. De gevolgen die dit voor je manier van denken en leven heeft, en allermeest voor je ziel, zijn in één woord verschrikkelijk. Dit geldt niet alleen voor jongeren maar ook voor ouderen. Laten we ons verder ook bewust zijn dat we op zoveel andere manieren ontzettend veel tijd kunnen laten verloren gaan. Voed u dagelijks met Gods Woord en smeek of de Heere Zijn onmisbare zegen eraan wil verbinden.

Eén ding is nodig

Bedenk dat één ding nog is. Onze ziel moet behouden worden door Hem Die Zijn ziel gegeven heeft tot een rantsoen voor velen. Als er Eén is geweest die Zijn tijd heeft uitgekocht, dan is het Jezus. Híj heeft geen ogenblik verloren laten gaan. Hij heeft elke gelegenheid benut om de eer en verheerlijking van Zijn Vader te zoeken, alsook het heil van onsterfelijke zielen. Hij heeft gezegd: Ik moet werken de werken Desgenen, Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, wanneer niemand werken kan (Joh. 9:4).

Zijn er onder de lezers die met de dichter moeten instemmen: ‘Rust noch vrede wordt gevonden, Om mijn zonden, In mijn beend’ren, dag of nacht’? Die de tijd uitkopen om een Borg voor hun schuld te leren kennen? De Heere geve u met al uw schuld tot Hem te vluchten, van Wie Jesaja heeft geprofeteerd: Waarlijk, Hij is om onze overtredingen verwond; om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld (Jes. 53:5a).

Volk des Heeren, ook voor u geldt: koop de tijd uit, dewijl de dagen boos zijn. Vraagt naar den Heere en Zijn sterkte; zoekt Zijn aangezicht geduriglijk (Ps. 105:4). Benut elke gelegenheid om een goed gerucht van uw Koning te verspreiden. Wandel waardiglijk der roeping waarmee de Heere u geroepen heeft. Zoek veel in Jezus’ gezegende gemeenschap te mogen verkeren, en verlang naar het ogenblik dat de tijd zal plaats maken voor de eeuwigheid waar u een Drie-enig God eeuwig de lof, eer en aanbidding zult mogen toebrengen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen