Synode 2020-2021 (3)

Deputaten artikel 49 DKO

Deputaten hebben de afgelopen periode twee keer advies uitgebracht. In juni 2019 is aan het moderamen van classis Oost geadviseerd over de samenstelling van twee commissies vanwege de droevige omstandigheden in de gemeente Opheusden. Deze commissies zijn inmiddels opgeheven.

Op 23 oktober 2019 is aan de classis Oost advies uitgebracht over de emeritaatsaanvraag van ds. A. Schultink. Op voorstel van deputaten is aan ds. A. Schultink op de meest eervolle wijze emeritaat verleend. Het emeritaat is toegekend op grond van artikel 13 van de DKO en ingegaan op 1 januari 2020. Vanwege dit emeritaat heeft ds. Schultink geen zitting meer in de raad van deputaten.

De synode stemt in met het voorstel om alle huidige dienstdoende predikanten zitting te laten houden in de raad van deputaten en deze uit te breiden met drie ouderlingen (uit elke classis één). Tevens wordt ingestemd met het concept-reglement ’Deputaten ex art. 49 DKO’, met inachtneming van een kleine aanpassing. Tot deputaat-ouderlingen worden uit de gestelde tweetallen gekozen de ouder lingen J.D.A. Dorresteijn (classis Oost), A. van Maren (classis West) en H.M. Guiljam (classis Zuid).

Deputaatschap Contact met Kerken

In de schriftelijke rapportage aan de synode worden als belangrijkste gesprekspunten voor het eerstvolgende overleg met het Deputaatschap Kerkelijke Eenheid van de Gereformeerde Gemeenten genoemd:

1. Het door de Generale Synode van de Gereformeerde Gemeenten aanvaarde rapport over de plaats van beloften in de prediking. In dit rapport hebben de Gereformeerde Gemeenten uitgesproken dat voortaan de begrippen voorwaardelijke en onvoorwaardelijke beloften zullen worden gehanteerd in plaats van evangeliebeloften en verbondsbeloften. Dit zal gebeuren op een wijze zoals die door onze vaderen ook naar voren is gebracht.

2. De door onze synode van 2019 aanvaarde publicatie Wet en Evangelie, de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de prediking van Gods Woord. Daarbij zal ook worden betrokken de publicatie van ds. G. Hoogerland, Om vriend en broed’ren spreek ik nu.

Verder wordt gememoreerd dat het Deputaatschap Opvoeding, Onderwijs en Catechese (DOOC) gespreksvragen gaat maken bij het boekje Wet en Evangelie, ten dienste van de jeugd (catechese en jeugdvereniging).

Het deputaatschap heeft een brief ontvangen van de heer mr. P. Boswijk te Rotterdam, waarin hij oproept om ”samen met de gemeenten die de aloude gereformeerde waarheid belijden voor Gods aangezicht te komen om eenheid te zoeken in boete en schuldbelijdenis vanwege het oordeel dat God over ons gezonden heeft. (…) De eenheid moet er toch vooral een van schuldbelijdenis en boete zijn, bijvoorbeeld door gezamenlijk een boete- en vastendag uit te roepen vanwege de zonden van Land, Volk en Kerk (…), waarin we gezamenlijk Zijn aangezicht zoeken zolang deze crisis duurt.”

Het deputaatschap proeft uit de brief bewogenheid met de kerkelijke verdeeldheid. De oproep tot boetvaardigheid vindt het deputaatschap zeer terecht. Het opzoeken van de verborgen plaatsen met gesloten deuren is in de eerste plaats nodig. De Heere geve de nood en de breuk te beleven en Hem aan te lopen als een waterstroom. De oproep tot een boete- en biddag legt het deputaatschap ter besluitvorming voor aan deze synode.

De voorzitter van het deputaatschap, ds. O.M. van der Tang, licht toe dat over het boekje van ds. G. Hoogerland op 3 juni jongstleden afzonderlijk met het Deputaatschap Kerkelijke Eenheid van de Gereformeerde Gemeenten is gesproken. Ds. Hoogerland was bij deze bespreking aanwezig. De publicatie van ds. M. Golverdingen, Geschiedenis van een scheuring, gaf voor ds. Hoogerland de doorslag om met zijn boekje te komen. Ds. Hoogerland ervaart schuld over de scheuring van 1953. Van onze zijde is gezegd dat de kerkelijke verdeeldheid inderdaad een droevige zaak is en dat we ook schuldig staan aan de breuk in Gods Kerk. We hebben met elkaar gesproken over de tekst uit 1 Korinthe 1:10, waar het Schriftuurlijke richtsnoer voor kerkelijke eenheid vermeld wordt. In die tekst wordt gewezen op het belang van de eenheid van leer én van de manier waarop daarover gesproken wordt. Dat betekent dat er binnen een gemeente of kerkverband geen verdeeldheden mogen zijn. En, zoals diezelfde tekst met de kanttekeningen aangeeft, ook geen verdeeldheden, scheuringen over verschillen in het geloof die op zichzelf niet fundamenteel zijn, maar die de orde of de liefde raken. Het gaat erom dat we hetzelfde spreken en één van gevoelen zijn. Dat is de basis voor samenwerking. Vragen die zich hierbij voordoen zijn: Waar ligt de grens tussen gerechtvaardigd handhaven van de scheiding en samenvoegen? Wat zijn accentverschillen? Als er verschillende opvattingen zijn over de plaats van de beloften in de prediking en over de leer der verbonden, is er geen eenheid en kan er onzes inziens niet samengevoegd worden. De vertegenwoordigers van beide kerken waren eenstemmig over de grondhouding bij het spreken over kerkelijke eenheid, namelijk dat we de waarheid en de vrede dienen te zoeken, in voorzichtigheid en liefde. Afgesproken is dat we de bespreking laten bezinken en elkaar in D.V. februari 2022 opnieuw ontmoeten. Dan zal ook de laatste notitie van de Gereformeerde Gemeenten inzake de beloftenprediking en het boekje Wet en Evangelie nader met elkaar worden besproken.

Ouderling A. Bolier (Elspeet) legt de vraag in het midden of er ook schuld ervaren wordt. Die vraag geldt ons allen, ieder persoonlijk. En dat niet alleen tegenover één kerkverband, maar schuld aan de breuk van de kerk. Er moet eenheid gezocht worden, maar als het recht ligt, begint het bij het ervaren van de schuld. Dan worden we voor de Heere zelf de schuldige. We lezen in Nehémia 1:6: ik en mijns vaders huis, wij hebben gezondigd, laat dat besef voortdurend onder de aandacht blijven.

Ds. Van der Tang zegt dat de manier waarop ds. Hoogerland over de schuld heeft gesproken, aangenaam aandeed. Het is pijnlijk en droevig als er ware kinderen Gods en ware knechten Gods in verschillende kerkverbanden gescheiden van elkaar opereren. Maar als je over schuld spreekt, moet je ook kunnen aanwijzen wat de zonde is die je begaat. Je kunt niet van zonde spreken als er gescheiden wordt opgetrokken in geval van dwalingen. Dat er dwalingen zijn moet ons tot leed zijn, dat is zonde.

Ouderling Bolier onderschrijft dit, maar heeft vooral bedoeld te zeggen dat het ermee kunnen leven, er niet of onvoldoende werkzaam mee zijn, ons tot persoonlijke schuld moet zijn of worden.

De preses ds. A. van Voorden verwijst naar het boekje van oefenaar C.W.H. Eigeman, waarin deze schrijft dat de breuk van Gods kerk begint bij de levende Kerk, in het zo weinig benodigen van het Hoofd van de Kerk. Is er wel genoeg op de wachttoren gestaan? Als het om 1953 gaat, mogen wij ons de vraag stellen of wij onze handen in onschuld kunnen wassen. Zijn er ook toen geen dingen gezegd en gedaan die niet goed waren?

Een andere afgevaardigde wijst erop dat deze zaken erg teer liggen. Achter af bezien ligt er ook van onze zijde schuld in spreken, in woorden, in gedragingen. Maar we moeten omgekeerd ook niet vergeten dat ds. F. Mallan en de zijnen in die periode opgekomen zijn tegen de veroppervlakkiging in de prediking en de verwereldlijking van het leven. Daar moeten wij voor onszelf, ook na zoveel jaar, voor op de wacht staan.

Refererend aan de brief van de heer Boswijk verwijst ouderling Dorresteijn (De Beek-Uddel) naar 1 Samuël 7: 4. We kunnen wel een boete- en vastendag houden, maar als er geen breken komt met concrete zonden, dan is een boetedag slechts een ijdel roepen. In het kader van de roep om kerkelijke eenheid zouden we moeten aangeven welke zonden er beleden moeten worden maar ook dat ermee gebroken wordt. Laat het ons aller bede zijn om ermee in de binnenkamer terecht te mogen komen. De preses rondt de bespreking af met de opmerking dat we wel samen kunnen spreken, maar dat samengaan een onmogelijkheid is. Dit wordt ook van de zijde van de Gereformeerde Gemeenten erkend. Ten aanzien van het verzoek van de heer Boswijk wordt geconstateerd dat er voor het houden van een boete- en bededag alleen plaats is als er ook daadwerkelijk gebroken wordt met de zonden.

Samenstelling deputaatschap

Ds. A. van Voorden heeft aangegeven te willen terugtreden als deputaat. Uit het gestelde tweetal wordt ouderling A.J. Deurloo (Bruinisse) gekozen.

Deputaatschap Kerk & Overheid

Twee jaar geleden werd gerapporteerd dat het een bijzonder voorrecht is dat we als gemeenten (ondanks alle benauwende ontwikkelingen) nog elke zondag in vrijheid samen mogen komen. Het afgelopen jaar moest pijnlijk ervaren worden dat het zondag aan zondag samenkomen als gehele gemeente inderdaad niet vanzelfsprekend is.

De verspreiding van het coronavirus heeft het deputaatschap sinds maart 2020 sterk bezig gehouden. Steeds werden er door onze overheid weer nieuwe maatregelen getroffen, die ook vergaande gevolgen hadden voor de samenkomsten van onze gemeenten. Het meest ingrijpend was het advies om het aantal kerkgangers te beperken en de toegang tot kerkdiensten te gaan reguleren. Gelukkig is er de mogelijkheid om thuis mee te luisteren via internet of kerktelefoon. Toch kan dit nooit het fysieke samenkomen als plaatselijke gemeente vervangen. De apostel Paulus roept ons op: Laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet dat de dag nadert. Deze boodschap hebben we ook steeds actief uitgedragen in onze contacten met andere kerkverbanden en met de heer P. Schalk, die namens enkele reformatorische kerken deelnam aan vele overleggen met minister Grapperhaus over de coronamaatregelen.

Afgezien van de coronacrisis heeft het deputaatschap opnieuw vergaderingen bijgewoond van het zogeheten Breed Beraad van Protestantse Kerken en van het CIO (’Interkerkelijk Contact in Overheidszaken’). Dit orgaan heeft tot taak de gemeenschappelijke belangen van de kerken te behartigen richting de overheid.

De afgelopen periode heeft ons op indringende wijze geconfronteerd met onze beperktheid, onze nietigheid en onze kwetsbaarheid: als mens (ieder persoonlijk), maar ook als kerk en als samenleving. Landelijk en wereldwijd. Het mag ons voortdurend gebed wel zijn of we de roepstem die hiervan uitgaat toch niet naast ons neer zullen leggen, en weer zullen doorgaan in onze eigen wegen, zoals ook het volk van Israël deed: Keert weder tot Mij, en Ik zal tot u wederkeren, zegt de HEERE der heirscharen; maar gij zegt: Waarin zullen wij wederkeren? (Maléachi 3:7b).

Ouderling A. van Maren (Alblasserdam) vraagt zich af of we als kerk nog langer lid moeten blijven van het CIO. De afgelopen periode heeft laten zien dat het CIO zich niet tot het uiterste heeft ingespannen om de belangen van de kerken te dienen. In tegendeel. Zij heeft het de overheid wel erg gemakkelijk gemaakt om kerkdiensten nog verder af te schalen dan nodig was. Bovendien is het CIO een dermate breed samengesteld gezelschap, dat het voor hem de vraag is of we hier langer aan moeten deelnemen. Gods Woord houdt ons voor om alleen te wonen en in ons isolement onze kracht te zoeken.

Deputaat diaken A. Fokker onderschrijft dat het deputaatschap het afgelopen jaar erg is teleurgesteld in de manier waarop het CIO zich heeft opgesteld richting de overheid. Tegelijkertijd is het CIO een overkoepelend orgaan voor kerken wat betreft materiële zaken. Daarin komen aspecten aan de orde waar we als kerk mee te maken hebben en waarbij het heel zinvol is om aan die besprekingen deel te nemen. Hij adviseert de synode om hierin geen overhaaste stappen te nemen.

De preses ds. Van Voorden wijst erop dat wijlen de heer L.M.P. Scholten een aantal jaren geleden heeft geadviseerd om toch lid te worden van het CIO, ondanks een aantal bezwaren. Juist voor een aantal praktische zaken is dit lidmaatschap van belang. De preses constateert dat we het CIO kritisch blijven volgen, maar dat er geen draagvlak is om het lidmaatschap te beëindigen. Deputaten worden herbenoemd.

Deputaatschap buitenlandse kerken

Ds. A. Geuze geeft een kort verslag van de contacten met de RCNA (Reformed Congregations in North America), de gemeenten in Canada/ Noord-Amerika. De coronapandemie heeft ook een enorme invloed op de buitenlandse gemeenten. Door de reisbeperkingen was het voor ds. Krijgsman en ds. Van der Tang niet mogelijk om de gemeenten daar te dienen. Spreker had deze mogelijkheid wel, op grond van zijn eerder verblijfsrecht in Canada. In de maanden september en oktober van 2020 is hij samen met zijn vrouw in totaal 7 weken in Canada geweest. Direct bij aankomst moesten hiervan 2 weken verplicht in quarantaine worden doorgebracht. De overige tijd is er zeer veel ambtelijk werk verricht en zijn er vele kinderen gedoopt. Inmiddels zijn er opnieuw zo’n 40 kinderen die nog niet gedoopt zijn. Daarnaast zijn er de andere ambtelijke verrichtingen zoals bevestiging van ambtsdragers, het afnemen van openbare belijdenis en dergelijke. Na vele noodkreten uit die gemeenten heeft spreker samen met zijn vrouw besloten om D.V. van 10 augustus tot 20 september a.s. opnieuw naar Canada te gaan om daar de gemeenten te gaan dienen. Hij is de kerkenraad en gemeente van Gouda-Gerbrandyweg erkentelijk dat zij hun herder en leraar voor dit werk willen afstaan.

Correspondentieband

De RCNA-classisvergadering van november 2019 heeft het door onze synode van 19 juni 2019 besproken concept ’Reglement van het Deputaatschap buitenlandse kerken van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland’ met de daarin opgenomen regelingen besproken en aanvaard. Dit betekent dat het regle ment nu definitief kan worden vastgesteld. Als uitvloeisel hiervan zal aan de RCNA-gemeenten worden gevraagd een kopie van de notulen van haar classisvergaderingen aan het Deputaatschap buitenlandse kerken te zenden. Daar tegenover zal dit deputaatschap zorgdragen dat hoofdpunten uit de notulen van onze synodevergaderingen die relevant zijn voor de zustergemeenten, worden vertaald in het Engels en aan de RCNA-classis worden toegezonden.

Pretoria

Ds. J.A. Weststrate doet kort verslag van de gemeente Pretoria (Silverton) in Zuid-Afrika. De rust in deze gemeente is weergekeerd. Er heeft herverkiezing van zittende kerkenraadsleden en ook uitbreiding van de kerkenraad plaats mogen vinden. Er wordt een begin gemaakt met uitbreiding van het kerkgebouw. De financiële middelen hiertoe komen voor een belangrijk deel uit de verkoop van de pastorie. Ten slotte wordt gememoreerd de groeiende samenwerking tussen de gemeente en Stichting Bethlehem.

De preses dankt ds. Geuze en ds. Weststrate voor hun toelichting en spreekt de wens uit dat er gebed mag zijn voor al deze arbeid.

Deputaatschap Kerkelijke Dienstverlening (DKD)

Dit deputaatschap is eindverantwoordelijk voor alle werkzaamheden die door het Kerkelijk Bureau worden verricht. Dit bureau verricht veel ondersteunend werk voor de synode- en classisvergaderingen, het actueel houden van de website (waarop de ANBI-gegevens zijn te vinden) en andere administratieve taken voor het geheel van ons kerkelijk leven. Verder wordt de financiële administratie verzorgd voor de deputaatschappen Theologische school, Emerituskas en Zending & Evangelisatie. Omdat het Kerkelijk jaarboek niet meer via de boekhandels verkocht mag worden, is besloten om de verkoop via het Kerkelijk Bureau te laten verlopen. Het inmiddels uitgegeven boekje ”Wet en Evangelie” heeft veel aftrek gevonden. Er is ook een Engelstalige versie van uitgegeven voor Canada. Naar aanleiding van de overheidsmaatregelen vanwege het corona - virus zijn er samen met het Deputaatschap Kerk & Overheid regelmatig brieven naar de kerkenraden gestuurd met belangrijke informatie. Vanwege de sterk toegenomen werkzaamheden is het afgelopen jaar een parttime medewerker benoemd in de persoon van de heer J.A. de Vree te Randwijk.

Het boekjaar 2019 is afgesloten met een positief resultaat. Het boekjaar 2020 laat een tekort zien. Dit laatste is mede een gevolg van de personele uitbreiding per februari 2020. Deputaat ouderling J.J. Hoekman maakt met erkentelijkheid melding van het feit dat de meeste kerkenraden al eind 2020 de voorgestelde verhoging van € 5,- naar € 6,- per lid en dooplid, hebben overgemaakt. De synode stemt in met het bedrag van € 6,- per lid en dooplid voor de jaren 2021 en 2022.

De preses ds. Van Voorden onderstreept dat er vanuit het Kerkelijk Bureau adequaat naar de kerkenraden is gereageerd op de steeds wijzigende maatregelen rond het coronavirus. De kerkenraden hebben deze centrale aansturing zeer gewaardeerd.

Deputaatschap Financiële Dienstverlening (DFD)

Deputaat ouderling J.M. Visser memoreert dat op 11 februari 2020 zeer onverwachts de tweede penningmeester van het deputaatschap, de heer D.J. Griep te Alblasserdam, is overleden, in de leeftijd van 64 jaar. Verder wordt in de rapportage vermeld dat op 29 juni 2019 oud-ouderling D. de Wit te Gouda is overleden. Hij heeft als penningmeester van de Stichting tot bevordering en instandhouding van de zuivere waarheid - de voorloper van het Deputaatschap Financiële Dienstverlening -, vele jaren lang veel werk voor de stichting mogen verrichten. De Heere gedenke de nagelaten betrekkingen en geve hen troost te vinden bij de Heere.

Het financiële resultaat was in 2019 negatief. Het jaar 2020 laat een bescheiden positief resultaat zien. Met de overzeese gemeenten is overeenstemming bereikt over de wijze waarop de kosten van dienstreizen van predikanten om de buitenlandse gemeenten te kunnen dienen, worden verrekend.

Sectie ondersteuning onderwijs

In 2019 is in totaal een bedrag van € 15.000 toegekend ter ondersteuning van onderwijskosten. Zowel der school in Chilliwack als de kerkenraden van Otterville en Monarch (ten behoeve van La Broquerie), hebben ieder € 5.000 ontvangen. In 2020 is aan de kerkenraden van Otterville en Monarch respectievelijk een bijdrage toegekend van omgerekend ± € 6.500 en € 17.400. Op dit moment is in onderzoek of ook het onderwijs in Pretoria (Z-Afrika) ondersteuning nodig heeft. In de vacature door het overlijden van de heer D.J. Griep wordt door de synode benoemd diaken J. van Dommele te Bruinisse.

De Wachter Sions

Rapporteur diaken J.W. van Berkum (Gouda-Gerbrandyweg) zegt dat het als vanzelfsprekend wordt beschouwd dat De Wachter Sions iedere week verschijnt. Er is wekelijks echter veel werk aan verbonden. Niet alleen voor de scribenten, maar ook voor de predikanten, die om beurten wekelijks een meditatie willen schrijven. Al die arbeid wordt zeer gewaardeerd. Dit geldt ook voor het administratieve werk op de achtergrond. En niet in de laatste plaats het werk van ds. J. Roos als hoofdredacteur. De Heere moge hem weer herstellen en de gezondheid geven om het werk als hoofdredacteur nog te blijven doen. Uit de rapportage blijkt dat het aantal abonnees licht is afgenomen. Deze afname hangt samen met het dalend aantal leden van ons kerkverband.

Het jaar 2019 is afgesloten met een positief resultaat € 1.598 en het jaar 2020 met een tekort van € 3.106. Baten en lasten vertonen geen grote schommelingen. De inkomsten uit giften lieten in 2019 een daling zien maar zijn in 2020 weer gestegen en komen uit op € 52.282. Alle reden om hiervan met erkentelijkheid melding te maken. Mede hierdoor kan de abonnementsprijs laag blijven.

Ouderling A. van Maren (Alblasserdam) geeft de redactie in overweging om af en toe een Antwoord per brief van ds. F. Mallan te herplaatsen. Met name vanuit de oudere gemeenteleden wordt die vraag op huisbezoek gesteld. Diaken Van Berkum kan zich die vraag goed voorstellen en zegt toe deze mee te nemen ter bespreking in de redactie. De preses vult aan dat er een uitgave wordt voorbereid waarin een aantal Antwoorden per brief van ds. F. Mallan zal worden gebundeld.

Deputaatschap Psychosociale Hulp (DPH)

Deputaat diaken R. van der Slikke (Elspeet) vraagt aandacht voor enkele knelpunten waar het deputaatschap mee is geconfronteerd. Als gevolg van de zogenaamde kanteling in de zorg is in 2015 besloten om rechtstreekse financiële ondersteuning van het Ds. G.H. Kerstencentrum (opvoedingsondersteuning), Stichting De Vluchtheuvel en Stichting Schuilplaats te beëindigen. Daarbij werd er vanuit gegaan dat de plaatselijke diaconieën en burgerlijke overheden voor voldoende financiële mogelijkheden zouden zorgen. In de praktijk blijkt dit tegen te vallen. Doordat de genoemde stichtingen een groot voedingsgebied bestrijken zijn er veel niet-declarabele kosten zoals onevenredig veel reiskosten en dergelijke. Hoewel deputaten niet terug willen naar de oude bekostigingssystematiek, zien zij wel de noodzaak om deze stichtingen te ondersteunen in de niet-declarabele kosten.

De synode stemt in met het voorstel om een commissie te benoemen die de bekostigingssystematiek van identiteitsgebonden instellingen onderzoekt en met passende adviezen komt zodat de genoemde stichtingen zich gesteund weten door ons kerkelijk leven en zij de hulpverlening aan onze achterban kunnen voortzetten. Als leden van deze onderzoekscommissie worden benoemd de heren W. Cluistra (Lunteren), G.R. van Leeuwen (Opheusden) en T. van Oostenbrugge (Bruinisse).

Platform Jeugdhulpverlening

Het gezamenlijk project ”Huiselijk geweld en kindermishandeling” vanuit Platform Jeugdhulpverlening van de Hersteld Hervormde Kerk (HHK), Gereformeerde Gemeenten (GG) en Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN) loopt in de huidige vorm ten einde.

Er wordt over nagedacht of de activiteiten van dit platform kunnen worden samengevoegd met het onlangs gestarte ”meldpunt seksueel misbruik”. Op deze manier zou er een ’kennis- en expertisecentrum’ op dit vlak kunnen ontstaan. De synode gaat akkoord met het nader uitwerken van de geschetste denkrichting en ziet de rapportage hierover te zijner tijd met belangstelling tegemoet.

Deskundigheidsbevordering

In verband met de toenemende complexiteit van hulpvragen en gelet op de kwetsbare positie van de gastgezincoördinatoren, is er behoefte aan deskundigheidsbevordering. Hierover heeft overleg plaatsgevonden met De Vluchtheuvel. Gedacht wordt aan het gezamenlijk organiseren van toerustingsavonden en het indien mogelijk gebruik maken van elkaars gastgezinnenbestand. Vanuit de synode is er geen bezwaar om een en ander nader te onderzoeken. De rapportage daarover wordt afgewacht.

Stichting de Oase

In 2020 is er een Breed Kerkelijk Beraad geweest met de Oase. In dit breed kerkelijk beraad participeren vier kerken (GG, HHK, GGiN en OGGiN). Aandachtspunten daarbij zijn onder meer geweest de zorg over onnodige versnippering binnen de kerkelijke achterban en de wens om op diaconaal vlak als vier kerken gezamenlijk op te trekken en een breed gedragen aanbod te realiseren.

Het jaar 2019 is afgesloten met een positief resultaat van € 25.000. Het jaar 2020 is uitgekomen op een tekort van € 24.000. Aan de instellingen waarmee DPH jaarlijks contact onderhoudt en die door het coronavirus financieel behoorlijk zijn getroffen, is extra financiële steun verleend. De synode stemt in met het voorstel om de bijdrage per lid en dooplid vast te stellen op € 1,50.

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen