Verslag afscheidsdiensten van ds. J.A. Weststrate

Verslag afscheidsdiensten (i.v.m. de corona-omstandigheden) van ds. J.A. Weststrate van de gemeente Elspeet op zondagmiddag 4 april en maandagmorgen 5 april 2021. Eerste dienst: Bijbellezing Psalm 51. Gezongen psalmen: Ps. 33:6, Ps. 132:9, Ps. 84:4 en Ps. 45:8.

Tweede dienst: Bijbellezing Psalm 122. Gezongen psalmen: Ps. 135:12, Ps. 122:3, Ps. 89:8, Ps. 100:4, Ps. 72:11. Na een verblijf van drie jaren in de gemeente van Elspeet nam ds. Weststrate tijdens de Paasdagen afscheid van de gemeente van Elspeet.

…Niets kan Zijn hoog besluit ooit keren, maar zijn we het daar mee eens, ook met ons vertrek? Zo begon ds. Weststrate zijn eerste afscheidsdienst. Er mag rust zijn als we kunnen zeggen ’Heilig zijn, o God, Uw wegen’. Nadat we in okt. 2017 door u beroepen werden gaf de Heere ons de opdracht Geeft gij hun te eten. We mochten in maart 2018 de herdersstaf in uw midden opnemen. Niets in eigen kracht. We hebben hier zo’n goede tijd gehad. We zijn in liefde gekomen. We hebben veel liefde ontvangen en we mogen ook in liefde vertrekken. Er blijft alleen schuld over… De Heere is niet afhankelijk van ons. We zijn hoogstens stinkend slijk aan Zijn vingeren. De Heere blijft Dezelfde. Hij is nog steeds bewogen over de gemeente…

Na deze inleiding las ds. Weststrate zijn afscheidstekst voor: Psalm 51 vers 20: Doe wel bij Sion, naar Uw welbehagen, bouw de muren van Jeruzalem op. In de eerste dienst werd ’Doe wel bij Sion’ overdacht. Het is ’Een indringend gebed voor de verdere groei en bloei van de gemeente van Elspeet’. Het bepaalt ons bij:

1. De heerlijkheid van Sion.

2. De geestelijke inwoners van Sion.

3. Het gebed voor Sion.

In deze Psalm zien we Gods kinderen in hun hart. David smeekt om verzoening en genade. Sion is volgens de kanttekeningen ’de plaats waar Hij woont’. De Heere bemint Sion. Daarom: kom getrouw op. Kom biddend naar uw plaats. Heeft u, door de dood heen, al iets van de heerlijkheid van Koning Jezus gezien? zo vraagt ds. Weststrate aan de achterblijvende gemeente. De Heere wil door Zijn Woord Zijn heerlijkheid tonen. Als het geslachte Lam houdt Hij Zijn doorboorde handen nog over Zijn gemeente. Het heeft geklonken ’Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt…’ Heeft u uzelf al gezien in de prediking in uw vuilheid en zondigheid? Bent u al hongerig geweest? U was hier vergaderd in het Sion van de Oude Hof. Maar als u alleen maar iets gezien heeft met verstandelijke ogen, dan is het tekort.

Als er geen welbehagen was, dan zou er nooit iemand zalig worden. Hij zendt Zijn knechten uit, opdat Zijn huis vol worde. Deze en die is aldaar geboren… Het is een klein kuddeke en toch zal het straks een schare zijn die niemand tellen kan.

Er zijn twee soorten inwoners van Sion: krachtens doop en belijdenis en het geestelijk Sion. Toets uzelf. Bent u verbrijzeld geworden, zodat u verbroken en verslagen naar huis ging? De Heilige Geest gaat ontdekken aan zonde, gerechtigheid en oordeel. Waar de Heere begint maakt Hij altijd plaats, door de dood heen, voor de heerlijkheid van Christus. ’Hier weidt mijn ziel met een verwonderend oog…’ Hoe dichter bij Christus, hoe meer u uw zondigheid mag zien en hoe meer u de geur van Christus mag verspreiden. Vaak verspreiden de geestelijke inwoners van Sion stank. Dan rusten ze buiten Christus. De Kerk kan zich weg zondigen maar alleen Christus kan ze weer tot Zich trekken, door Zijn liefde. David zegt dat ook in Psalm 27. Aanschouwen gaat altijd gepaard met verwondering, aanbidding, schaamte. Beschouwen is verstandelijk. Aanschouwen is staren op Christus. Als ze van het spoor af zijn zal Christus keer op keer Zijn Kerk weer bezoeken. In een weg van afbraak brengt Hij ze weer aan Zijn voeten. In zichzelf derven ze die heerlijkheid maar omdat Hij zo getrouw is zal Hij telkens weer Zijn heerlijkheid betonen. Hij heeft het beloofd: als u gaat door het water, gij zult niet verdrinken. Of door het vuur, u zult niet verbranden.

De Heere beschrijft de tere relatie met Zijn Sion als van een moeder met haar kind. Zo heeft de Heere Zijn Kerk lief, omdat Hij ze vrijwillig liefheeft. Zijn liefde is onuitblusselijk. Dan blijft er over ’Waarom was het op mij gemunt daar zo velen gaan verloren…’

Er moeten er nog toegebracht worden. Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht. Scherpe doorns zijn nodig voor de Kerk om klein te worden en te blijven. Alleen Christus moet overblijven.

Doe wel bij Sion… is ook een zeer indringende bede. David was bevreesd dat de naam des Heeren gekrenkt was door zijn zonde. Ds. riep op dat de gerusten te Sion wakker mogen worden. Dat er nog jongens en meisjes spelende op de straten van Jeruzalem gevonden mogen worden. En dat er nog dochters van Zeláfead mogen zijn, nog vele Lydia’s, Kananese vrouwen en ook grijsaards, die tot bekering mogen komen.

Dominee vroeg ’Doe wel bij Elspeet door het Sion te doen bloeien, Heere, wilt U dat openbaar maken door een weg van omkomen, door meer van die heerlijkheid te tonen en wilt U verdrukking geven opdat de vruchten mogen gaan bloeien. Dat de liefde bewaard mag blijven, opdat de gemeente een lichtend licht en een zoutend zout moge zijn. Wat een voorrecht voor een gemeente, als ze zo’n voorbidder mogen hebben als David. En: het gebed van de grote Voorbidder zal altijd verhoord worden!’

’Daar zal ons het goede van Uw woning, verzaden reis op reis’, zo sloot ds. Weststrate zijn eerste afscheidsdienst af.

In de Tweede Paasdag-morgendienst vervolgde ds. Weststrate het tweede deel van de tekst.

Scheiden doet lijden. Dat wordt ook in het bijzonder in deze ure ervaren. Echter John Owen zei ooit tegen iemand die bedroefd was wegens het vertrek van een leraar: ’Jongen, er is maar een roeier minder maar de Leidsman blijft…’

Het tweede deel van Psalm 51 vers 20 was nu de tekst: ’naar Uw welbehagen. Bouw de muren van Jeruzalem op’. Weer het thema ’Een indringend gebed voor de verdere groei en bloei van de gemeente Elspeet’ met vervolgens:

1. De wens bij de muren van Jeruzalem.

2. De bouw van de muren van Jeruzalem.

3. De grondslag van de muren van Jeruzalem.

Dit alles toegepast op de ’muren’ van de gemeente van Elspeet.

Drie keer per jaar gingen de mannen in die tijd vanaf 12 jaar op naar Jeruzalem om daar de offers te brengen. Ze wekten elkaar op om te gaan. Die opwekking was voor David tot grote vreugde maar hij kende ook de smart dat hij niet kon opgaan. Hoe is het voor u in de achterliggende drie jaren geweest? Hoe opgekomen? Uit gewoonte, onder dwang, of momenten geweest dat u met vreugde mocht opgaan, met verlangen de gang naar Gods huis overdacht in de voorafgaande week? Waar is het zaad gevallen? Alles langs u heen gegaan? Misschien zelfs weerstand? Alleen het Woord gehoord maar geen wortel geschoten? Misschien onder de doornen gevallen? Alle andere zaken namen alles weer mee? Ook als leraar zullen we zelf verantwoording moeten afleggen. De Heere gaat altijd de diepte en de onmogelijkheid in. Zijn er zaadjes gevallen in de vruchtbare, omgeploegde aarde? Dan zal het vrucht dragen. Onderzoekt u: wat heb ik met het Woord gedaan? Haast u allen en spoedt u om uws levens wil!

Ds. wenst dat de liefde, vrede en enigheid bestendigd mogen worden. Dat leeft niet op de bodem van ons eigen hart. Toch is het een rechtvaardige eis. De Heere kan het ook in Zijn algemene genade schenken. ’Waar liefde woont, gebiedt de Heere Zijn zegen…’ Als twist en wrok zal verdwijnen zal er vrede verschijnen. Dan zal men kunnen zeggen ’Ziet, hoe lief zij elkander hebben…’ Kan alleen in Christus geoefend worden omdat in Hem de gerechtigheid en de vrede elkander gekust hebben. Alleen in dat liefdesbloed en vredes bloed van Christus kan het. Dan is het vrede in die Vredevorst. Als dat gesmaakt mag worden blijft er slechts verwondering over.

Die kinderen Gods zijn wel-samengevoegd. Allen in zichzelf jammerlijk, arm, blind en naakt. Armoede bindt aan elkaar. Als die Geest mag gaan waaien in de hof van hun harten, dan wordt die liefde ervaren.

Er zijn ook wachters bij die muren, zoals nu kerkenraadsleden. Die moeten waken over de gemeente. David bidt ’Heere, wilt U het doen, ik kan het niet.’ Muren kunnen vervallen door verwoestende krachten. Dan kan de vijand gemakkelijk binnenkomen, bijv. wereldgelijkvormigheid. Dan zal de Geest Zich gaan terugtrekken. Als tucht niet meer gehandhaafd wordt of als de leden niet meer buigen onder elkaar of als het evenwicht tussen wet en Evangelie weggaat. Ook in het geestelijke Jeruzalem kunnen zo veel slopende krachten zijn. Wij luisteren zo vaak naar de stem van de duivel en de wereld.

Leef in het Woord, wandel daarin, volk des Heeren. ’Wil mij voor struikelen bewaren.’ De HEERE bouwt Jeruzalem. Hij gaat door met Zijn vergaderend werk. ’Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht…’

Nehemia bouwde vanuit de schuld ’Wij hebben tegen de Heere gezondigd’. Bouw biddende. Als een volk of gemeente doorgaat met zondigen, dan kan de Heere Zich terugtrekken. Denk aan de kerk van Klein-Azië en denk aan Nederland. Moeten we niet bevreesd zijn dat de Heere Zich zal terugtrekken? Wat een genade, als de Heere u afbreekt. Doorleven om zondaar te zijn. Wat een wonder als de Heere opnieuw wil komen en gaat bouwen. De Heere is een vurige Muur rondom hen die Hem vrezen… Hij zegt dit ook tegen het Jeruzalem van Elspeet. Hij zal Zijn Erfdeel nooit begeven noch verlaten. Heb dan geen rust voor u weet geborgen te zijn achter die Muur.

De Kerk zal bewaard worden, niet omdat ze beter zijn, maar omdat Christus ze uit de vurige toorn des Vaders gered heeft. Hij zegt ’Jeruzalem, Ik heb u in Mijn beide handpalmen gegraveerd en uw muren zijn steeds voor Mij.’

Er moet nog gruis worden ingemetseld. God zal Jeruzalem bouwen met Zijn hand zeer krachtig. We zien er naar uit! Niets kan die bouw tegenhouden, totdat Zijn Huis vol is.

De enige grond is het eeuwige welbehagen. Niet de ijver of de waardigheid, die ze dachten te hebben. Niet afhankelijk van een predikant. ’God zal Zijn waarheid nimmer krenken…’ Gemeente, ga niet werken met het welbehagen, maar ’voegt u onder de Godsgezinden, gij mocht er Jezus nog eens vinden.’ We kunnen niets doen en moeten alles doen. Smeek: Gij Zone Davids, ontferm U mijner. Ondanks ons, kerkenraad, worden die muren nog gebouwd. Wat een wonder als er nog gewezen mag worden op Christus. Niets uit ons, al uit Hem. Alleen vanwege het welbehagen.

In zijn toespraak na de prediking vroeg ds. Weststrate wat nu de vrucht is geweest van de achterliggende drie jaren. Een ieder moet zich hierin onderzoeken. Toch kan niet ontkend worden dat er vruchten gezien werden.

De catechisanten werden aangesproken maar ook de koster en hulpkosters, de organisten, broeders kerkenraad en de zeer oude maar ook nog aanwezige vader Weststrate.

Maar ook zijn lieve vrouw die hem tot steun en toeverlaat is geweest en veel achter de schermen heeft gedaan. Ook de jongste dochter Hannah met haar vriend werden niet vergeten.

Ouderling Bolier sprak de scheidende predikant toe uit Handelingen 20, vanuit het afscheid van Paulus. Hij had daar drie lange jaren gewerkt – niet drie korte jaren. Dit is Paulus’ enige informele toespraak, een toespraak die doordrenkt is van liefde. ’Paulus mocht in de schaduw van Christus staan. Daar is iedereen gelijk en zo stond u ook onder ons. U was een Barnabas, zoon der vertroosting en zoon der vermaning voor ons. Een voorbeeld van toewijding, openheid en toegankelijkheid.’ Als kerkenraad blijven we herderloos achter. Gelukkig zijn we als broeders niet veroordeeld tot elkaar, maar verbonden aan elkaar. Ouderling Bolier sprak ook mevr. Weststrate nog hartelijk toe. Hij stelde aan de gemeente de indringende vraag: ’Wie blijft er voor u over, nu de dominee vertrekt? De HEERE blijft, dat is het enige houvast.’

De gemeente zong de scheidende predikant toe uit Psalm 33 vers 11. Na nog enkele dankwoorden werd de dienst afgesloten met Psalm 72 vers 11 en werd voor de laatste maal door ds. Weststrate als eigen herder en leraar de Hogepriesterlijke zegen op de gemeente gelegd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen