Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Paulus op de Areopagus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paulus op de Areopagus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In gedachten zien we de apostel Paulus staan op de Areopagus, een verhoogde plaats in Athene. Hier zetelde de rechterlijke macht en kwamen allerlei belangrijke mensen bij elkaar om hun tijd te besteden aan niets anders dan om wat nieuws te zeggen en te horen (vers 21).

Athene was in die dagen het centrum van de wetenschap. Juist bij deze mensen krijgt Paulus de gelegenheid om het Woord van God te verkondigen. Deze nieuwe leer willen ze weleens horen.

De apostel is zijn preek begonnen met het verheerlijken van God en heeft geroemd over Zijn voorzienig beleid in het onderhouden van Zijn schepping. Met als doel dat Zijn schepselen Hem zouden zoeken en geen doofstomme beelden van goud en zilver, die met handen zijn gemaakt. Vanaf vers 30 gaat de apostel naar het hart van zijn hoorders.

Gods eeuwige raad

Zijn hoorders zijn heidenen. Paulus gaat hen erop wijzen dat God van eeuwigheid heeft bepaald hoelang de onwetendheid van de heidenen zou duren. De HEERE heeft Zijn genadeverbond immers eerst geopenbaard aan Zijn volk Israël. Nu is het uur van Gods welbehagen aangebroken voor de heidenen. Er breekt een andere tijd aan. Aan alle heidenen verkondigt God dat zij zich bekeren (vers 30). De bediening van Gods genadeverbond is uitgebreid naar alle volken, ook naar de wijze mannen op de Areopagus. Het woord ‘verkondigt’ in vers 30 ziet op een bevel van de Schepper. God vraagt niet of we genegen zijn om naar Hem te luisteren en voor Hem te bukken en te buigen. God eist als Schepper de bekering van een mens. Hij eist een totale verandering van hart en leven. Hij eist oprecht berouw over de zonden en ongerechtigheden. Hij eist ons hele hart en leven. Zodat in ons leven Gods deugden verheerlijkt mogen worden. Deze eis van God moet uitlopen op het gebed van de zondaar: ‘Bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn, want Gij zijt de HEERE mijn God’ (Jer. 31:18b). Vanwege Gods welbehagen en op grond van Christus’ offer zullen er velen levend gemaakt worden en zich bekeren tot God door de onwederstandelijke kracht van de Heilige Geest.

De oordeelsdag

De reden van dit bevel noemt de apostel in vers 31. De reden is het naderen van de dag die God in de eeuwigheid heeft vastgesteld. Op deze dag zullen alle mensen rechtvaardig geoordeeld worden door een Man Die God heeft geordineerd. Deze dag zal een grote en heerlijke dag zijn, waarop een drie-enig God verheerlijkt zal worden in het verwerpen van de goddelozen en het verheerlijken van al Zijn kinderen. Wat doet Paulus hier eigenlijk? Als de heraut van de hoogste Rechter roept hij schuldigen om zich te verantwoorden voor Gods heilig recht. Paulus zet zijn hoorders voor de Rechter van hemel en aarde. Er komt een oordeelsdag aan. Er is haast bij!

Deze woorden van de apostel komen ook tot ons! Gods Woord plaatst ons voor de komende Rechter, de Heere Jezus Christus. Hoe zal het dan zijn als wij voor Hem staan? Wat zal Zijn oordeel zijn over ons hart en leven? Deze dag zal een dag van verschrikking zijn voor alle goddelozen, mensen die zonder God leven.

Tegelijkertijd zal deze dag een dag van vreugde zijn voor alle godvrezenden. Zij zullen door hun Zaligmaker gebracht worden in het binnenste heiligdom. Daar zullen ze volkomen heilig en rechtvaardig de Vader worden voorgesteld. Daar zullen ze voor eeuwig bij een drie-enig God mogen wonen om Hem te loven en te prijzen. Paulus beweegt zijn hoorders om de oordeelsdag te overdenken, opdat dit tot bekering zou mogen leiden.

De Man van God

Wie is deze Rechter? Paulus noemt Hem een Man. Een mannelijk Persoon. Het is een Naam voor de Zoon van God. De nadruk in deze Naam ligt op de menselijke natuur van Christus. Daarmee wordt aangeduid dat Hij de Middelaar is, de Tussentreder, de Immanuël, Die mensen met God verzoent. Heeft deze Man al waarde gekregen in ons leven?

Deze Naam wordt vaker gebruikt in Gods Woord. Vooral de profeet Jesaja heeft deze Naam gebruikt in zijn profetieën. In Jesaja 32:2 wijst hij op de Man als Beschermer en Vertrooster. In Jesaja 53:3 wijst hij op de Man van smarten. In Jesaja 54:5 wijst hij op de Man als Schepper en Bezitter, Die Zijn bruid zal verlossen uit alle nood. In deze Man is de zaligheid te vinden voor een zwarte bruid. In deze Man is het eeuwige leven te vinden voor mensen die ervaren midden in de dood te liggen. Bij deze Man mag de bruid Zijn onuitsprekelijke liefde ervaren. In deze Man vindt een zondaar alles dat nodig is tot zaligheid. In Hem alleen! Wat wordt deze Man noodzakelijk, gepast en dierbaar voor een uitgewerkte zondaar. Hebben wij deze Man al gevonden door Zijn Woord en Geest? Hebben wij deze Man al mogen ontmoeten in al Zijn heerlijkheid?

Het is deze Man Die zal komen als Rechter om te oordelen de levenden en de doden. Na Zijn hemelvaart is Hij door God verheerlijkt en is Hij door God aangesteld als Rechter om alle mensen te oordelen. De apostel wijst erop dat het bewijs van de komst van deze Man ligt in Zijn opwekking uit de doden. Paulus gebruikt hier het Griekse woord voor ‘geloof’. Met andere woorden: Door het geloof dat Christus heeft verdiend, God uit genade schenkt en door de Heilige Geest wordt gewerkt, is er zekerheid in het leven van de zondaar over de komst van de Man van God. Volgens Paulus zal een oprecht kind van God gericht zijn op de komst van deze Man. Ze zullen met verlangen uitzien naar deze grote dag. Hoe is dat in ons leven?


 

Daarom dat Hij een dag gesteld heeft op welken Hij den aardbodem rechtvaardiglijk zal oordelen door een Man Die Hij daartoe geordineerd heeft, verzekering daarvan doende aan allen, dewijl Hij Hem uit de doden opgewekt heeft.

Handelingen 17:31

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juni 2024

De Saambinder | 24 Pagina's

Paulus op de Areopagus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juni 2024

De Saambinder | 24 Pagina's