Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johannes is zijn naam

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes is zijn naam

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ergens in een priesterwoning in het bergland van Judéa is nieuw leven geboren. Stipt op tijd baart de oude Elisabet een zoon, een erfdeel des Heeren. De heraut van Vorst Messias is geboren.

Familieleden en buren zijn hartelijk met moeder Elisabet verblijd.

De vreugde is oprecht, want de Heere heeft grotelijks Zijn barmhartigheid getoond. Elisabets versmaadheid is weggenomen. In hun druk had ze samen met haar man de Heere lang verwacht, nu heeft Hij Zich tot hen geneigd. ‘De grote God zij eeuwig lof en eer!’

‘Familiegebeurtenissen behoren in dit licht beschouwd te worden en moeten aanleiding zijn tot Godvruchtige dankzegging’ (Spurgeon).

Lukas schrijft met geen woord over Zacharias. De omstanders delen hun vreugde over het nieuwe leven ‘met haar’, staat er, met Elisabet, de moeder. Niet met Zacharias, de vader dus. De priester is al negen maanden lang doofstom, kan vandaag niet horen wat er gesproken wordt en kan niet uitspreken wat in zijn hart leeft. Hij is met stomheid geslagen. Sprakeloos staat hij erbij te kijken. Vandaag is God zeer genadig, maar Zacharias kan zich niet mengen in de gesprekken. God is het waard om geloofd en geprezen te worden, maar de priester zwijgt. Iedereen spreekt en is verheugd, maar hij brengt geen stom woord uit. Eigen schuld. Wat een hard gelag.

De achtste dag

Op de achtste dag wordt het jongetje besneden en zal hij zijn naam ontvangen. Buren en familieleden zijn bij de plechtigheid tegenwoordig. De bekers wijn gaan rond. De eerste zegenwensen over het kind worden uitgesproken. Zwijgend ziet de oude vader toe.

Hoe zal het jongetje heten?

De omstanders stellen voor: Zacharias natuurlijk, ‘naar den naam zijns vaders’. Het was in die tijd waarschijnlijk niet de vaste gewoonte om een kind naar zijn ouders te noemen, maar de omstanders vinden dat dat in dit bijzondere geval toch voor de hand ligt. Voor deze ouders zal dit kind wel het enige kind blijven. Daarom, uit respect: Zacharias moet hij natuurlijk heten.

‘En zijn moeder antwoordde en zeide: Niet alzo, maar hij zal Johannes heten’ (Luk. 1:60). De moeder komt tussenbeide en zegt stellig dat haar kind Johannes moet heten. Hoe weet Elisabet dit? Het meest voor de hand ligt dat Zacharias haar heeft geïnformeerd. Hij kan dan wel niet praten, maar schrijven gaat goed. Calvijn oppert nog de mogelijkheid dat Elisabet ‘door een Godsspraak ingelicht was’, maar vindt dat toch ook weer minder waarschijnlijk. Matthew Henry denkt nog aan een ingeving van de Heilige Geest. Hoe het ook zij, Elisabet zegt: Zacharias is zeker wel een goede naam, maar Johannes is veel beter, want die naam heeft God Zelf uitgekozen. ‘Hij zal Johannes heten’. Het kind hoeft niet eens een naam te krijgen, het hééft al een naam: ‘God is genadig’.

In de kraamkamer ontstaat wat geroezemoes. Niemand begrijpt dat het jongetje Johannes genoemd moet worden. Johannes? Dat is hoogst merkwaardig! Er is toch niemand in de familie die Johannes heet!

Een nieuw begin

‘En zij wenkten zijn vader, hoe hij wilde dat hij genaamd zou worden. En als hij een schrijftafeltje geëist had, schreef hij, zeggende: Johannes is zijn naam. En zij verwonderden zich allen’ (Luk. 1:62, 63). Johannes is zijn naam. Niet: zo zal hij heten. Maar: zo heet hij al. Zo heeft de engel Gabriël het in de tempel gezegd. ‘God is genadig’. Het geloof zegt na wat God heeft vóórgezegd. God maakt een nieuw begin. De zaak is afgedaan. Zacharias is genezen van zijn ongeloof. ‘Nu is er niet veel meer te gelóven, de belofte is vervuld, het wonderkind ligt in de moederschoot’ (Wisse).

En terstond wordt Zacharias’ tong losgemaakt en zijn mond geopend. Hij kan weer spreken. Op de geboortedag van zijn zoon legt de hemel hem de spraak weer in de mond. Zijn boetetijd zit er op, de straf is voorbij. Hij is als een gevangene die na negen maanden in vrijheid wordt gesteld. ‘God is genadig’.

Blijde zanger

Vader Zacharias doet zijn mond wijd open. Nu wordt het ook voor deze priester waar: ‘Ik heb geloofd, daarom sprak ik’ (Ps. 116:10). Lukas schrijft dat Zacharias gaat spreken, ’God lovende’. Hij is vervuld met de Heilige Geest en verkondigt als een blijde zanger Gods lof. Geprezen zij Zijn heilige Naam. Zijn mond vloeit over van Gods eer, zoals een bron zich uitstort op de velden.

slot

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 december 2023

De Saambinder | 24 Pagina's

Johannes is zijn naam

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 december 2023

De Saambinder | 24 Pagina's