De schaduw van het kruis over de Jordaan

Markus begint zijn evangelie waar Maleáchi is geëindigd. Zo hecht de evangelist het Oude Testament en het Nieuwe Testament aan elkaar (kanttekening 1). Eerst laat hij het licht vallen op het optreden van Johannes de Doper. Deze voorloper baant door zijn prediking de weg voor de Zaligmaker. Na Johannes komt Jezus. In ons tekstvers gaat het Evangelie van Jezus Christus open. De Borg Die Zich van eeuwigheid beschikbaar stelde, verschijnt hier bij de Jordaan in het openbaar. De Zon der gerechtigheid, over Wie Maleáchi profeteerde, gaat op. Het Evangelie wordt vervuld in Christus.

Jezus komt vanuit Nazareth in Galiléa naar de Jordaan om van Johannes gedoopt te worden. Ook bij Zijn doop wordt al duidelijk dat de Zoon des mensen gekomen is om te dienen en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen (Mark. 10:45). De schaduw van Zijn kruis wordt zichtbaar.

Voldoening

Het woord ‘dopen’ is een centraal woord in dit gedeelte. De grote Dienstknecht van de Vader wordt door Zijn voorloper ondergedompeld in het water van de Jordaan. Het is een voorteken dat Jezus helemaal ondergedompeld zal worden in de doop van Zijn lijden (Mark. 10:38). Zijn leven is lijden.

Jezus wórdt gedoopt. De gehoorzame Dienstknecht buigt hier onder Johannes. De Meerdere wil de mindere worden. Zo zal deze Dienstknecht in Zijn vernedering alle gerechtigheid vervullen. Alles wat Zijn Vader Hem in de eeuwigheid heeft opgedragen, wil Hij volbrengen. Die gehoorzaamheid brengt Hem straks aan het kruis.

Er is in dit tekstgedeelte sprake van een opmerkelijk verschil. We lezen van de mensen die tot Johannes komen dat ze worden gedoopt ‘belijdende hun zonden’ (vers 5). In deze parallelle zin over de doop van Jezus (vers 9) lezen we die toevoeging niet. De zondeloze Dienstknecht heeft immers geen enkele zonde die Hij moet belijden.

Toch is Jezus tegelijk ook de beladen Dienstknecht, Die de last van de ontelbare zonden van al Gods uitverkorenen draagt. Johannes, de prediker van de wet, duwt Jezus onder water. De rechtvaardige eis van Gods heilige wet ‘Gij zult liefhebben’ drukt op Jezus.

Zo buigt Jezus hier in Zijn doop onder Gods heilig recht. In de weg van buigen en betalen zal Hij voor Zijn volk voor voldoening zorgen. Wat zij niet meer kunnen, zal Hij doen. Hij is het Lam Gods Dat de zonde der wereld wegneemt. Zien we de schaduw van het kruis over de Jordaan?

Sterven en opstaan

Johannes de Doper duwt Jezus helemaal onder water. Het is voor de Borg een ontzaglijk teken. De doop van Zijn lijden betekent uiteindelijk Zijn sterven. Op Golgotha’s kruis zal Hij afgesneden worden uit het land der levenden. Hij zal het hoofd buigen en de geest geven. Na Zijn sterven wordt Hij begraven in het graf van Jozef van Arimathéa.

Dit alles heeft Jezus gepeild toen Hij door Johannes werd ondergedompeld in de Jordaan. Voor Hem was de schaduw van het kruis werkelijkheid. Deze Dienstknecht wist volmaakt wat Hem wachtte. Toch is Hij niet teruggekeerd. Hij liet Zich dopen. Hij wilde het rantsoen gewillig gaan betalen, tot eer van Zijn Vader en uit liefde voor Zijn Kerk.

Jezus blijft niet onder water, Hij komt ook weer boven. Hij staat op uit Zijn watergraf. Zo zal de Borg na drie dagen en nachten in het graf opstaan uit de doden. Hij zal eeuwig leven. Hij laat het kruis voor altijd achter Zich. De losprijs is betaald en wordt toegepast in zondaarsharten.

Onderwijs

De schaduw van het kruis valt over de Jordaan. De Dienstknecht gaat onder water en komt ook weer boven. Daarin ligt onderwijs over Zijn werk. Laten we ons hart ernaast leggen.

Door de zondeval zijn we allen doodschuldige zondaren geworden. We staan niet meer in de rechte verhouding tot God. We hebben allen de eeuwige dood verdiend. Is die werkelijkheid al tot ons doorgedrongen? Gods kinderen leren onder Gods recht te buigen. Ze doorleven er iets van dat ze rechtvaardig in het water van Gods toorn zouden moeten ondergaan. De ene moordenaar aan het kruis beleed dit: ‘Wij toch rechtvaardig, want wij ontvangen straf, waardig hetgeen wij gedaan hebben’. In die weg mocht hij de verlossende vrijspraak horen. Zo ging Jezus onder in het water van Gods toorn, opdat al degenen die als veroordeelde zondaren tot Hem vluchten het eeuwige leven zouden hebben.

Voor het rantsoen van deze Dienstknecht was er bij de discipelen eerst geen plaats. Ze stonden zo hoog met zichzelf. Toen alles in de dood geëindigd was en het voor hen niet meer kon, viel er vanuit het open graf licht over Christus’ werk en mochten ze de vaste troost van Zijn losprijs ervaren. Het kruis van Christus kreeg voor hen alle waarde. Hoe liggen deze zaken bij ons?

Het hele leven van Gods kinderen is een weg van afsterven en opstaan (zie Rom. 6:4). Ze worden met Christus begraven door de doop in de dood. Dit ondergaan van de oude mens betekent een levenslange smart over hun zonde, gepaard met een haten en vluchten van de zonde. Ze nemen hun kruis op en dragen het achter Hem aan.

Tegelijk staan ze met Christus op in een nieuw leven. Ze doorleven een diepe vreugde in God door Christus en hebben een hartelijke begeerte om naar al Gods geboden te leven. In hun zwakheid ervaren ze de kracht van Christus’ kruis in hun dagelijkse levenspraktijk.

Geliefde lezer, valt zo de schaduw van Christus’ kruis ook over ónze levensweg?

En het geschiedde in diezelve dagen, dat Jezus kwam van Nazareth, gelegen in Galiléa, en werd van Johannes gedoopt in de Jordaan.

Markus 1:9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen