Promotie in Potchefstroom
Dominee Dirk Visser werd doctor
Op 16 mei promoveerde ds. D. Visser uit Broeksterwoude in Potchefstroom (Zuid-Afrika). De redactie vroeg hem de lezers hierover te informeren. Hier volgt zijn verhaal.
Toen ik predikant was geworden, liet ik mij in Apeldoorn voor een vervolgstudie inschrijven. Ik koos als hoofdvak Nieuwe Testament, omdat ik graag vooral met de Bijbel zelf bezig wilde zijn. Bij mijn onvergetelijke leermeester prof. J.P. Versteeg volgde ik colleges en deed ik tentamens. Pas lang na zijn overlijden zag ik in 1995 kans mijn studie af te ronden bij zijn opvolger prof. J. de Vuyst. Mijn scriptie had als onderwerp de gedeelten van Paulus uit 1 en 2 Tessalonicenzen waarin hij uitvoerig en uniek over de wederkomst van Christus spreekt.
Waarom en waarover
Die gedeelten bleven me bezighouden, vooral omdat ik al studerend meende te ontdekken dat Paulus die gedeelten wel eens heel anders kan hebben bedoeld dan wordt gedacht. Dat geldt met name voor 1 Tessalonicenzen 4:13-18 en 2 Tessalonicenzen 2:1-12. Daardoor bleef ik bezig om in en over deze brieven te lezen. Daarom kwam het ervan een studie te schrijven die mij recht gaf op een doctorsgraad. Mijn studie heeft als titel: Paraklese in het licht van de parousie. De ondertitel luidt: De betekenis van de structuur van de brieven aan de Tessalonicenzen voor de exegese van de eschatologische gedeelten 1 Tessalonicenzen 4:13-5:11 en 2 Tessalonicenzen 1:5-10 en 2:1-12.
Door de betreffende gedeelten te lezen in het geheel van de brief waarbij ik veel aandacht aan de opbouw van deze brieven gaf kwam ik tot de conclusie dat hoe bijzonder deze gedeelten ook over de wederkomst van Christus spreken (waarvoor de apostel het woord parousie gebruikt), ze toch in eerste instantie niet zijn geschreven om over dat geweldige gebeuren te informeren. Ze zijn primair bedoeld om voor de gemeente als paraklese te dienen. Paulus is hiermee parakleet voor hen. Hij vertroost en bemoedigt hen. Dat doet hij in het licht van de wederkomst. Dit primaire doel bepaalt wat hij over de wederkomst schrijft.
Waarom daar
Dat mijn promotie in Potchefstroom plaatsvond, is te danken aan prof. dr. L. Floor. Hij begon in 1950 als predikant in Opperdoes. Tussen zijn gezin en ons gezin (en dat van mijn schoonouders) waren bijzondere banden. Hij wist van de inhoud van mijn scriptie over 1 en 2 Tessalonicenzen en stimuleerde mij om daaraan een vervolg te geven. En om dat in Potchefstroom te doen, de plaats waar hij hoogleraar was voordat hij met emeritaat ging. En zo gebeurde het dat ik mij in Potchefstroom aanmeldde om een studie te wijden aan de genoemde gedeelten in Tessalonicenzen. Mijn voorstel werd aanvaard en uitgewerkt, met als resultaat dat ik in november 2002 mijn studie afrondde en op 16 mei jongstleden kon promoveren. Dat resultaat zou niet zijn bereikt zonder de geweldige hulp van mijn promotor en copromotor, de professoren F.P. Viljoen en F.J. van Rensburg.
Hoe het daar gaat
Een promotie in Potchefstroom gaat anders dan in Apeldoorn. Een eerste verschil is dat in Zuid-Afrika een dissertatie niet in boekvorm verschijnt. Er worden slechts een beperkt aantal exemplaren ingebonden voor betrokkenen. Wie het wil lezen, moet het lenen uit de bibliotheek in Potchefstroom. Een tweede verschil is dat er bij de promotie geen verdediging van de studie behoeft te worden gegeven zoals in Nederland gebruikelijk is. Daarom kun je in Potchefstroom promoveren zonder dat je er zelf bij bent. Ik was er wel, samen met mijn vrouw, na een prachtige vakantie in Zuid-Afrika.
Met mij waren er veertig anderen die promoveerden, terwijl er ook een eredoctoraat verleend werd. Aan het begin van de bijeenkomst stroomde het podium vol met professoren en andere hoogwaardigheidsbekleders, alle in de één of andere toga. De aanwezige promovendi, alle gehuld in een toga in de kleuren van de universiteit van Potchefstroom en met een pet op het hoofd, hadden eerder al hun plaats ingenomen. Nadat het universiteitslied was gezongen, werd er uit de Bijbel gelezen en gebeden. Daarna zong het universiteitskoor twee liederen. Vervolgens werden de doctorsgraden toegekend. Van de 41 waren dat er vijf in de theologie.
Om de beurt moesten wij als promovendi naar voren komen en bij een katheder gaan staan. Van achter die katheder las de promotor of iemand anders voor waarover het proefschrift ging en hoe het was gewaardeerd. Daarna werd aan de vice-kanselier gevraagd om de betreffende kandidaat het doctoraat te verlenen. Na dat verzoek moest de kandidaat naar de vicekanselier toelopen en op een bankje voor hem knielen. Plechtig verklaarde hij dan dat hij aan de kandidaat het doctoraat verleende. Daarna wenste hij hem of haar met een handdruk geluk. De kersverse doctor moest dan doorlopen om zowel een band om zijn schouders gehangen te krijgen als een certificaat in ontvangst te nemen. Nadat alle kandidaten hun graad hadden gekregen, werd het slotgebed uitgesproken, het volkslied van Zuid-Afrika werd gezongen en alle professoren verlieten de vergadering. Daarna moesten alle promovendi samen op de foto. Ten slotte mochten zij met familie en vrienden deelnemen aan een goede maaltijd.
Het mooist is echter dat God mij de wijsheid en gezondheid gaf om naast mijn werk deze studie te voltooien. Het heeft mijzelf verrijkt. Ik hoop dat ook voor sommige anderen mijn studie die betekenis mag hebben. Die mogelijkheid zal aanzienlijk toenemen als zij in Nederland zal kunnen worden uitgegeven. Er is alle hoop op dat dit gaat gebeuren.
Broeksterwoude, D. Visser
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 2003
De Wekker | 16 Pagina's