Wij spraken met . . .
Prof. dr. H.J. Selderhuis, hoogleraar Algemene Kerkgeschiedenis aan de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Apeldoorn, in welke hoedanigheid hij op 23 januari 1997 prof. dr. W. van 't Spijker opvolgde. Vóór zijn aantreden in Apeldoorn diende professor Selderhuis de kerken van Hengelo en Zwolle.
De vraag hoe moeilijk het viel het werk als pastor in de gemeente los te laten loopt bij de nogal drukke wisselingen van de wacht in Apeldoorn het gevaar een wat cliché-matige vraag te worden. Tenzij u zelf behoefte hebt om er iets over te zeggen, maar anders laten we haar achterwege. In plaats daarvan de vraag hoe zwaar of hoe licht het u is gevallen de benoeming van de generale synode van Zierikzee 1995 te aanvaarden en de plaats in te nemen van een kerkhistoricus, die op de studie in Apeldoorn een geheel eigen stempel heeft gezet. Uw antwoord zal wellicht zijn dat het uwe een geheel ander zal zijn. Valt nu al iets te zeggen over de vraag hoe de afdruk van uw stempel er uit zal zien?
Als u vraagt naar hoe de afdruk van mijn stempel er uit zal zien, kan ik niet anders zeggen dan dat ik allereerst nog een stempel moet ontwerpen, bovendien nog moet leren een stempel te maken en dan, en dat lijkt me de grootste klus, leren zo'n stempel af te drukken. Dat klinkt allemaal wat ingewikkeld, maar ik bedoel niets anders dan dat ik eerst nog heel wat moet leren alvorens goed te kunnen doceren.
Dat klinkt gemaakt bescheiden, maar ik zal u eerlijk vertellen dat ik er al wel achter ben, dat het een heel verschil is of je voor de ontspanning met kerkgeschiedenis bezig bent of dat je de zaken moet bestuderen in de wetenschap dat je het bestudeerde weer over moet dragen. In de afgelopen maanden heb ik ontzettend veel kunnen en moeten lezen in de literatuur over de mij toegewezen vakken en zo heb ik geprobeerd zoveel mogelijk kennis op te doen. Immers, je moet toch zien te bereiken dat je meer weet dan de mensen die je straks voor je hebt. Al lezende, schrijvende, studerende merk je dan hoeveel materiaal er is, hoe belangrijk het allemaal is, maar vooral ook hoe boeiend het is om kerkgeschiedenis en kerkrecht zo te behandelen dat het nu voor de praktijk ervan duidelijk wordt.
Als u vraagt naar een stempel, dan zeg ik, ach stempel doet me al snel denken aan studenten die door iemand gestempeld zijn. Daar koop je toch niets voor. Het gaat er in Apeldoorn toch om dat ze aan het einde van de rit een stempel meekrijgen als bewijs dat ze door de keuring heen gekomen zijn en geschikt bevonden zijn om als dienaren van Gods Woord en kerk te functioneren. Geen stempeltje van goed gedrag, maar stempel van zoiets als de Kema-keur, dat de mensen in de kerken weten: deze komt van Apeldoorn dus dat zit wel goed.
Kerkgeschiedenis doceren is méér dan het bijbrengen van feitelijke kennis omtrent gebeurtenissen en ontwikkelingen die zich door de eeuwen heen in de christelijke kerk mondiaal hebben voorgedaan. Moderne theologen duiden deze gebeurtenissen en ontwikkelingen als uitingen van een cultuurhistorisch proces en niet meer dan dat. Aan een orthodoxe universiteit als de onze zal worden geprobeerd in de gang der dingen door de eeuwen heen de sturende hand van de Here God aanwijsbaar te maken c.q. deze uit gebeurtenissen en ontwikkelingen af te lezen. Gemakkelijk lijkt dat niet. Hoe denkt u daarmee in de colleges in Apeldoorn om te gaan?
Ja weet u, ik hoop toch niet dat ik vanuit de kerkgeschiedenis aan studenten nog duidelijk moet maken dat de HERE de geschiedenis stuurt en Zijn kerk beschermt. Dat spreekt zo vanzelf en dat is zo evident, daar praten we helemaal niet over. Andersom acht ik het wel heel waardevol dat studenten en ook wij als docenten steeds zien hoe genadig God is dat Hij met zulke zondige prutsers als u en ik aan het werk wil en wat een voorrecht het dan is als Hij jou tot dit werk in Zijn Wijngaard roept en wil gebruiken.
Primair echter, acht ik dat studenten oog krijgen voor de thema's die in de geschiedenis van de kerk steeds een rol hebben gespeeld, dat ze oog krijgen voor de verbanden, dat ze oog krijgen voor het feit dat veel kerkelijke ellende ook vroeger al veroorzaakt werd doordat mensen elkaar niet mochten, dat het lang niet altijd vastzat op leerverschillen als wel op karakterverschillen, zodat je met die kennis ook nu in je optreden rekening kunt houden. Graag wil ik laten zien hoe men in een andere tijd, onder andere omstandigheden, soms op een heel andere wijze omging met hetzelfde Evangelie als dat wij vandaag mogen uitdragen en wat wij daar vandaag van kunnen leren.
Leerzaam ook om van de fouten van vroeger te leren en van de vruchten van vroeger vandaag nog te genieten.
Met de kennis van de algemene zo goed als van onze vaderlandse geschiedenis is het onder het Nederlandse volk in het algemeen niet zo best gesteld. De onlangs gehouden en in de openbaarheid gebrachte toetsing onder politici heeft dat op pijnlijke wijze aan liet licht gebracht. Een toetsing onder met name jongeren in de kerk op het punt van de kerkgeschiedenis, zou waarschijnlijk ook geen opgewekt beeld opleveren. En bij veel ouderen zou dat beeld misschien niet anders zijn. Waarom acht u kennis van de kerkgeschiedenis voor toekomstige predikanten, voor ambtsdragers en voor kerkmensen in het algemeen van betekenis?
Het belang is meen ik in het vorige antwoord al wel voldoende duidelijk geworden. Vraag is wel wat gaan we met elkaar aan de onkunde doen. De kunst is om geschiedenis en dus ook kerkgeschiedenis zo te presenteren dat mensen het interessant gaan vinden, dat ze het belang ervan in gaan zien. Ik heb niet veel zin om te gaan klagen over gebrek aan kennis en interesse, ik heb veel meer zin in gebruik maken van de mogelijkheden die we vandaag hebben om mensen enthousiast te maken. Laten kerkenraden eens een busreis naar een stad als Munster organiseren, kijk, daar kun je kerkgeschiedenis zien en beleven, dat geldt ook voor steden als Amsterdam en Antwerpen en zo is er meer.
Neem nou Internet, u weet wel van dat computergedoe. Omdat het dit jaar 500 jaar geleden is dat Melanchthon geboren werd - moet je natuurlijk wel weten wie Melanchthon was - wordt er in Duitsland heel veel georganiseerd; zo is er een „site" op Internet waar je echt alles over Melanchthon te weten kunt komen inclusief talloze plaatjes. In de bibliotheek in Apeldoorn zijn diaseries over Zwingli en Luther, daar kunnen de kerken ook gebruik van maken, er bestaat zelfs een stripboek over het leven van Martin Bucer. Mogelijkheden voldoende; het vraagt alleen wat inzet en creativiteit om het verleden levend te maken.
Van uw voorganger, professor Van 't Spijker, zijn voorkeuren bekend voor bepaalde figuren en hun werk uit de kerkgeschiedenis. Namen als Voetius en Bucer - Luther en Calvijn nog maar daargelaten - zijn in de Wekker veelvuldig onder de aandacht van de lezers gebracht. Welke figuren uit de kerkgeschiedenis genieten uw bijzondere aandacht en zullen wellicht door u dikwijls in beeld worden gebracht?
Ik vrees dat er wat dat betreft niet zo gek veel zal veranderen, want dezelfde mensen die Van 't Spijker boeiden, boeien mij ook. Ik weet niet of de lezers dat nu teleurstelt of juist geruststelt, het is gewoon niet anders. Want weet u Luther en Bucer, dat zijn wel zulke gave kerels, daar kun je mee lachen, daar kun je mee bidden, daar kun je je aanvechtingen mee beleven maar ook mee bestrijden. En Calvijn, als je toch ziet hoe die man door God is voorzien van kennis, van gaven, van productiviteit, dan kun je alleen tot schade voor jezelf en voor de kerk aan zo'n man voorbijgaan, dat geldt trouwens ook voor Augustinus en al die anderen uit de Oude Kerk.
Wel is het zo, dat ik ook veel belangstelling heb voor de Nadere Reformatie en daarbij de puriteinen en ook voor het Duitse piëtisme, maar ook voor mensen als Friedrich Schleiermacher en Dietrich Bonhoeffer. Weet u, eigenlijk vind ik alles wel mooi en dat is nou ook net mijn probleem.
Zo goed als uw voorganger in Apeldoorn, zult ook u van tijd tot tijd vanuit de kerken worden „geconsulteerd" voor kerkrechtelijke/kerkordelijke/kerktuchtelijke problemen en niet in de laatste plaats met conflictsituaties in gemeenten of binnen regionale kerkverbanden. Hoe vindt u dat in het algemeen met conflictsituaties in de kerken wordt omgegaan? Is het niet zo dat veel ambtsdragers, predikanten niet uitgesloten, te weinig toegerust zijn om op adequate wijze met conflictsituaties om te gaan? In welke mate wordt bij de studie in Apeldoorn ook aandacht gegeven aan het onderwerp conflictbeheersing in de gemeente van Christus?
Conflicten in de kerk, daar snap ik nou helemaal niks van. Dat mensen die zeggen de HERE lief te hebben zo rot tegen elkaar kunnen doen, dat is voor mij onbegrijpelijk. Gelukkig denken de meesten er zo over.
Toch zijn die conflicten er, maar ik weet niet of je bijvoorbeeld mensen zodanig kunt opleiden dat ze tot professionele conflictbeheersers worden. Wat ze volgens sommigen in Apeldoorn allemaal moeten leren is net zo zot als wat de mensen tegenwoordig van hun dominee verwachten. Je moet niet alleen theologie gestudeerd hebben, maar ook pedagogiek, management, psychologie, en weet ik wat niet al meer.
Als we de opleiding zo zouden inrichten dan zou je zo'n lange studie krijgen dat een predikant nog net een jaar of vier kan werken voordat hij met emeritaat gaat. We moesten maar eens terug, niet naar wat een gemeente van de predikant verwacht, maar naar waartoe God een predikant heeft geroepen.
En wat die conflicten betreft, misschien zou het goed zijn de functie van bisschop of superintendent weer eens uit het stof te halen. Er zijn onder ons, oudere, wijze dienaren die als bisschop heel heilzaam zouden kunnen werken en die met hun ervaring en inzichten heel wat conflicten zouden kunnen oplossen en zelfs voorkomen.
Mevrouw Selderhuis, als - zoals uw man - predikanten al jong van het predikantschap in de gemeente naar een post in Apeldoorn worden geroepen, houdt dat voor hun vrouwen meestal in dat zij contacten en vriendschappen kwijtraken en in een wat geïsoleerde positie terechtkomen. Hoe kijkt u hier tegen aan?
Och, wij doen daar niet zo moeilijk over. Je laat wat achter, maar je krijgt ook veel terug. Bovendien, of je man nu predikant of professor is, een geïsoleerde positie hangt toch voor een groot deel ook van je eigen instelling af. Daar komt bij, dat de drukte en het plezier van ons groeiend en opgroeiende gezin er wel voor zorgen dat een eventueel isolement nog jaren ver weg is.
Hartelijk dank voor uw bijzonder openhartige beantwoording. De Here God moge u in alles voorspoedig doen zijn.
Hij zegene uw werk ten dienste van onze kerken in het bijzonder.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 februari 1997
De Wekker | 16 Pagina's