Strict Baptist (I)
In de wekelijkse bijlage „At your service" van het Britse dagblad „The Times" verscheen onlangs een belangwekkend artikel over een kerkdienst van een gemeente der „Gospel Standard (Evangelie- vaandel) Strict Baptists". Het „strict" heeft geen betrekking op het baptist zijn. Het is een afkorting van „restricted", beperkt, en betekent: beperkte toelating tot het Heilig Avondmaal. Daar kunnen alleen belijdende (in hun geval tevens: gedoopte) leden van de gemeente aangaan. Voor ons, Nederlanders, is dat heel gewoon, hoewel in een gemeente met duizenden leden van die beperking in de praktijk niet veel terechtkomt. Daarentegen is in het Verenigd Koninkrijk - Engeland, Schotland en Ierland - beperking van de toegang tot de belijdende leden van de eigen gemeente heel uitzonderlijk. Men treft dit alleen aan bij een deel van de Brethren (Broeders, Vergadering van Gelovigen), de Strict Baptists en enkele Presbyteriaanse kerken van Schotse en Ierse afkomst. Bij de laatstgenoemden moet men zelfs een penning tonen, verstrekt door het Presbytery (bestuur van de classis).
In de meeste Bijbelgetrouwe kerken van het „Verenigd Koninkrijk" zegt de predikant, voordat de viering begint, dat iedereen kan deelnemen, die berouw heeft over zijn zonden en zijn verlossing alleen verwacht van de Here Jezus Christus.
De Strict Baptists zijn de geestelijke nazaten van Bunyan en Spurgeon, in zekere mate ook van Philpot en Huntington. De bedoelde kerkdienst vond plaats in het stadje Luton in het graafschap Bedfordshire, de provincie waar John Bunyan woonde en werkte.
Er zijn ook andere „Strict Baptists", die evenmin deel uitmaken van de grote Baptist Union, waartoe tegenwoordig ook vrijzinnigen behoren.
De „Gospel Standard" is een kerkelijk blad, dat o.a. opkomt voor de Bijbelse leer aangaande de twee naturen van Christus. Zij die tot de „Gospel Standard" groepering behoren, menen, dat de andere groep Strict Baptists tekort doet aan Zijn Godheid.
De journaliste Ruth Gledhill geeft het volgende verslag:
De 90 minuten durende kerkdienst ging over niets anders dan zonde en verlossing. Toch heeft een gemeente er zelden zo gezond, schoon, uitgerust en vredig uitgezien als deze Strict Baptists in hun kleine kerkgebouw („chapel", kerkgebouw zonder toren) in een oude zijstraat van Luton.
„Wij bidden, dat Gij Engeland genadig zult zijn en de vloedgolf van ongerechtigheid, ongeloof en onzedelijkheid zult tegenhouden" bad de predikant, B.A. Ramsbottom. „Verlaat ons niet, laat ons niet aan ons lot over, o God van ons Heil". Een knappe, jonge vrouw met lang bruin haar en een gebloemde japon glimlachte naar mij, haar hoofd onder de strooien hoed voorover gebogen.
„Mogen zij (de jongeren) zich bewust worden van de nietigheid der aardse dingen", ging hij verder, „en geleid door de Heilige Geest eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid zoeken; en verkiezen liever met het volk van God verdrukt te worden dan deel te nemen aan de genoegens der zonde". Een jongen in de bank voor mij en een kind in de buurt keken telkens speels naar elkaar.
Het kerkgebouw heet Bethel Chapel. Met het woord „church" duiden Engelse afgescheidenen in de eerste plaats de plaatselijke gemeente aan. Ruth Gledhill vertelt haar lezers, dat Bethel Hebreeuws is en „huis van God" betekent. Blijkbaar slaat ze hun Bijbelkennis niet hoog aan. Zou ze het zelf geweten hebben? Ze vermeldt, dat er in het Verenigd Koninkrijk ongeveer 150 Strict Baptist Gospel Standard Churches zijn, die vasthouden aan de „Calvinistische theologie".
Hier zal menige Nederlandse lezer bijna van zijn stoel vallen van verbazing. Durft een baptist, iemand die de kinderdoop verwerpt, zich calvinist te noemen? Hoe durft hij?! Maar: Spurgeon noemde zich een calvinist en werd door zijn tegenstanders zo genoemd. Toen op de oprichtingsvergadering van de Internationale Raad van Christelijke Kerken in Amsterdam in 1948 de grondslag zou worden vastgesteld, hoorde ik de Canadese predikant, dr. T.T. Shields, met stemverheffing uitroepen: „I am a Calvinist!". En hij stond te boek als een baptist.
De zaak is, dat buiten Nederland niet de kinderdoop en niet georganiseerde werkzaamheid op politiek en cultureel gebied als kenmerken van calvinisme worden beschouwd. Hoe zou het ook kunnen. Presbyterianen, anglicanen, luthersen, methodisten en rooms-katholieken hebben allen de kinderdoop, terwijl onder hen weinig of geen aanhangers van Calvijn zijn te vinden. En wat noemde hij zelf het hart der kerk (Cor ecclesiae)? De kinderdoop of het genadeverbond? Nee, de uitverkiezing. Dat was ook het geval bij Hendrik de Cock, hoewel hij geschorst werd als predikant in de Nederlandse Hervormde kerk, de „kerk der vaderen", omdat hij zelfs kinderen doopte uit andere plaatselijke gemeenten dan zijn standplaats Ulrum. Buiten Nederland is het kenmerk van calvinisme het vasthouden aan de algehele verdorvenheid van de mens en de mogelijkheid van redding door de Uitverkiezing en het Verbond des Vredes. Dit betekent niet, dat baptisten het Verbond der Genade loochenen. Echter, naar hun mening kan het geloof, dat de kinderen van minstens één gelovige ouder „heilig" zijn (1 Cor. 7:14), samengaan met de opvatting dat de doop pas mag worden bediend na belijdenis van persoonlijk geloof in de Here Jezus Christus. Daarmee behoeft niet te worden gewacht tot de volwassenheid. Ook tieners kunnen worden gedoopt en worden daarmee belijdend lid.
Terloops zij opgemerkt, dat de nu in Nederland, na zijn dood, zo vereerde dr. Martyn Lloyd-Jones kinderen ook niet altijd doopte, maar aan de Here opdroeg, zoals ik zelf meemaakte. Zijn gemeente was congregational of „independentist" (zo stonden ze in Nederland vroeger bekend) en een uitzondering op de regel, dat congregationals nu meestal vrijzinnig zijn.
Ruth Gledhill gaat verder:
Deze Strict Baptists geloven, dat de menselijke natuur door en door slecht is (geheel verdorven). Ook geloven ze in de uitverkiezing (predestination): God heeft vooraf vastgesteld, wie door Zijn genade zullen geloven en gezaligd worden. Dat zijn de uitverkorenen. Alles hangt af van Gods genade. Bij de vermelding in de kerkelijke bladen van de tijdstippen waarop de kerkdiensten zullen beginnen, staat altijd een voorbehoud, zoals „God willing" (D.V.) of „Indien de HERE wil".
Hun geschiedenis gaat terug tot 1633, toen een groep afgescheiden Calvinisten in Londen de doop van gelovigen door onderdompeling invoerde. Zij zijn niet aangesloten bij de Baptist Union, de overkoepeling van zo'n 160.000 baptisten in het Verenigd Koninkrijk (Great Britain). „Die hebben voor het merendeel het 'strenge calvinisme', dat het tot in de 18de eeuw kenmerkte, verzacht."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1996
De Wekker | 16 Pagina's