Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dominee

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dominee

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dominee is de Latijnse aanspreektitel voor heer. Niettemin wordt in ons land elke heer niet als dominee aangesproken, maar is dat voorrecht beperkt tot predikanten.
Noch onze Kerkorde, noch onze Formulieren kennen overigens het begrip predikant of dominee. Beide spreken over dienaren des Woords en vandaar dat, althans vroeger, een predikant zich op zijn briefpapier of zijn naamplaatje niet aanduidde met Ds. voor zijn naam, maar met V.D.M. (Verbi Divini Minister = dienaar des Goddelijken Woords) achter zijn naam.
Dienaar des Woords is een ambt. Dat betekent, dat de dominee alleen in zijn ambtsbediening dienaar des Woords is. Wij spreken hem, als we hem in een ander verband tegenkomen, wel aan als dominee, zoals we een geneesheer in het algemeen plegen aan te spreken als dokter en een hoogleraar als professor, maar strikt formeel gezien is dat niet correct. Een dienaar des Woords is dominee als hij preekt of ambtelijk optreedt, een arts is dokter als hij patiƫnten behandelt en een hoogleraar is professor als hij college heeft. Als zij boodschappen gaan doen voor hun vrouwen, hoeft men ze formeel niet aan te spreken als dominee, dokter of professor, ook al is dat, zij het steeds minder, gebruikelijk. Ook een notaris, een melkboer of een burgemeester worden wel met hun beroepsaanduiding aangesproken zonder dat zij beroepsmatig werkzaam zijn.
Dominee is elk geval geen titel. Titels plaatst men voor zijn naam en men is gerechtigd die te allen tijde te voeren. Dat geldt dus voor een drs., dr., mr., ing. en ir. Daarentegen duidt het voorvoegsel Ds. of Prof. slechts het beroep aan en de vraag is, of met die aanduiding wel zorgvuldig genoeg wordt omgesprongen.
Ik kom daarop, omdat mij is opgevallen, dat predikanten nog al eens de neiging hebben hun beroep in de vorm van een voorvoegsel te (laten) vermelden zonder dat zij ambtshalve optreden.
Als een aantal Nederlanders zich in een pagina-grote advertentie verzet tegen b.v. kernwapens of tegen de verkoop van Krugerrands of tegen het Amerikaanse optreden in Nicaragua dan wel - al zag ik zo'n advertentie tot nu toe nimmer - tegen het Russische optreden in Afghanistan of het Poolse optreden tegen Solidariteit en tegen Lech Walensa, dan komt het niet zelden voor, dat personen die in hun gemeente het ambt van dienaar des Woords uitoefenen, zich presenteren als Ds.
Ik acht dat principieel onjuist. De betreffende predikanten geven hier hun persoonlijke mening - en dat is hun goed recht -, maar zij treden niet ambtelijk op en moeten zich dan ook niet presenteren als Ds. Voor professoren, artsen en burgemeesters geldt natuurlijk precies hetzelfde. Zij spreken hier niet beroepshalve (al moge het interessant zijn te weten welk beroep zij in het dagelijks leven vervullen), maar puur persoonlijk. En dan moeten zij geen misverstanden wekken door zichzelf meer gezag toe te kennen dan zij als doodgewone burger hebben.
Ik ga zelfs nog verder. Ik vraag mij af, of personen die het ambt van dienaar des Woords uitoefenen, er juist aan doen, zich, als zij een nevenfunctie vervullen, in die nevenfunctie aan te (laten) duiden met het predikaat Ds. Die kwaliteit is hier immers niet in het geding en wordt in wezen misbruikt om publiciteit te trekken. De dominee die voorzitter is van een Oranjevereniging, spreekt daar echt geen zegen uit.
Hier past behoedzaamheid, mede om het ambt te beschermen tegen devaluatie. Een dominee is een dominee, als hij bevestigd is als dienaar des Woords en als zodanig arbeidt, niet als hij zich in een advertentie uitspreekt voor de Elfstedentocht, als Kamerlid een toespraak houdt of de vergaderingen van een wijkbelangenvereniging voorzit. Men moet zich niet met een gezag (laten) bekleden, dat in het onderhavige geval niet ter zake is.

Verplanke

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 april 1985

De Wekker | 8 Pagina's

Dominee

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 april 1985

De Wekker | 8 Pagina's