Het rapport van de club van Rome (3)
Het wordt tijd dat we ons met elkaar gaan bezinnen op onze eigen houding ten aanzien van de zaken die de Club van Rome aan de orde stelt. Nu een tweetal artikelen aan hun rapport werd gewijd kunnen we hiermee althans een begin maken.
Bezwaren tegen de becijferingen uit het Rapport kwamen in het vorige artikel aan de orde. Men kan ook vraagtekens plaatsen bij het becijferen als zodanig en zich afvragen: mag dit wel? Mag men de toekomst van de wereld op deze wijze trachten uit te rekenen en gaat men niet staan op de plaats van God, Die alleen de toekomst in Zijn hand heeft? Laten we bij onze vraag ook onze eigen houding ten opzichte van de toekomst eens betrekken. Wij immers maken eveneens plannen voor onze toekomst en die van onze kinderen; ook nemen we onze voorzorgen in verband met allerlei risiko's. Dat is op zich niet verkeerd. Lukas 16 leert ons dat het met overleg te werk gaan in onze zorg voor de toekomst zeker niet is af te keuren; integendeel. - Ik denk in dit verband ook aan Jozef, die op voor ons bijzondere wijze inzicht in de toekomst kreeg en maatregelen nam om een hongersnood in Egypte te voorkomen.
Ook thans is het „plannen op langere termijn" een belangrijk facet van het regeren, zij het dan dat we onze informatie niet op die rechtstreeks wijze verkrijgen als indertijd Jozef. De wetenschappelijke berekening is nu een belangrijk hulpmiddel. Het zijn vooral de economen onder ons die zich met dergelijke zaken bezighouden. Geen christen die er aan denkt, hun aktiviteiten te veroordelen.
Is er dan bezwaar tegen, dit alles tot op wereldschaal te vergroten? Ik dacht van niet. Zelfs acht ik het plicht, dergelijke onderzoekingen uit te voeren. Men kan wel zeggen: Het is een bedenkelijke zaak om alleen de technologische en economische aspecten in het onderzoek te betrekken, maar men zal ergens moeten beginnen en de eerste resultaten zijn van dien aard dat voortgang op deze weg dringend nodig blijkt. Uit het feit dat de geestelijke, mentale en sociale problemen in het Rapport niet aan de orde komen mag men nog niet konkluderen dat „het" probleem daarmee is teruggebracht tot technologische varianten. Wie op grond van het Rapport zou beweren dat de grote wereldproblemen langs deze weg kunnen worden opgelost, hanteert het verkeerd en heeft die wereldproblemen in wezen niet begrepen. Maar daarmee is het Rapport niet veroordeeld.
We doen er dan ook beter aan, ons door dit rapport tot enige bezinning te laten brengen. Want het is toch wel duidelijk dat de mensheid roofbouw pleegt op haar delfstoffen en brandstofvoorraden en bijzonder nonchalant omspringt met haar afvalprodukten, zo zelfs dat deze situatie geen tientallen jaren meer kan voortduren. Wie dit beseft zal zich niet verheffen op onze technische vondsten. Hoe knap we ook zijn, het resultaat van onze gemeenschappelijke prestaties is straks - als het niet verandert - een in alle opzichten bedorven planeet. Dat is dan ons resultaat van de opdracht, rentmeester te zijn. Een resultaat, grotendeels te wijten aan ons jagen naar meer welvaart, naar economische groei dus, dat met name de westerse maatschappij beheerst.
Graag wil ik hierbij een paar artikelen in herinnering brengen, dit voorjaar door professor Kremer in „De Wekker" geschreven naar aanleiding van de inauguratie van prof. dr. B. Goudzwaard, hoogleraar in de economie aan de Vrije Universiteit. Het kan geen kwaad om uit het daar behandelde nog eens wat naar voren te halen; het gaat hier namelijk vooral om die economische groei, door velen noodzakelijk geacht voor de instandhouding van onze samenleving. Professor Goudzwaard noemt dit de Westerse vooruitgangsidee en professor Kremer spreekt zelfs van het „groeigeloof". Wie het woord geloof in dit verband laat vallen wil eigenlijk zeggen dat het om een vals geloof gaat: er is immers maar één waar geloof. Een krasse uitspraak dus, maar ook een zeer juiste.
Dat blijkt ook wel uit wat prof. Goudzwaard ervan zegt: „De Westerse vooruitgangsidee is onbijbels omdat ze de menswording (het echte menszijn) heeft verlegd van de ontmoeting met God en de medemens naar de omgang van de mens met levenloze objecten (geld en goederen), omdat ze het rentmeesterschap over de natuur vervangen heeft door het domineren (heersen) en omdat ze het voortjakkeren op het jaagpad van een altijddoorgroeiende welstand tot een doel in zichzelf heeft verheven".
Er zal een radicale verandering moeten komen. De (westerse) mens, zo zegt prof. Goudzwaard, „moet leren begrijpen, dat de werkelijke waarde van het menselijk leven en arbeid niet in geld is uit te drukken. Ik dacht dat dit de directe consequentie is van het bijbels mensbeeld. Als je je gerichtheid in het leven zoekt in louter materiële vooruitgang, dan kom je uiteindelijk terecht in een positie van verslaving ten opzichte van datgene waarop je je georiënteerd hebt. (...) Je wordt altijd de knecht van de God die je dient. (...) De plagen uit de Openbaringen kunnen door de mensen zelf verwekt worden; we kunnen door onze milieuverontreiniging zelf gaan veroorzaken dat de zon verduisterd wordt en de maan rood lijkt als bloed. In dat laatste bijbelboek staat ook dat de mensen zelf wel beseffen waar de eigenlijke oorzaak zit, maar ze vertikken het om zich te bekeren."
Een angstwekkende realiteit, deze bijbelse profetie. Dan komt men er ook niet met de suggesties van de Club van Rome. Dan krijgt dr. Bak gelijk, niet met zijn kritiek op het Rapport maar met zijn attendering op de geestelijke problemen.
Wat kunnen we in de toekomst verwachten? Er zullen zeker vele delfstofbesparende en milieubeschermende maatregelen worden genomen. Maar het gevolg, vermindering van de welvaartsgroei en soms zelfs teruggang, moet wel aanleiding geven tot eindeloos geharrewar, met name in het politieke vlak. Nu al gaat men de straat op om verhoudingsgewijs nog maar kleine besnoeiingen en het laat zich raden dat dit slechts het begin is. Aangetoond is in elk geval dat de mensheid als geheel te weinig verantwoordelijkheidsbesef heeft om de problemen samen op te lossen en dat de crisis vroeg of laat moet komen. Tenzij God genadig ingrijpt.
Dit bedenkend is het toch wel iets onvoorstelbaars dat God, als Hij deze aarde eenmaal radikaal heeft vernieuwd, toch weer mensen wil gebruiken om haar, samen met Hem, te beheersen.
Intussen: fatalisme met betrekking tot déze aarde past een christen niet. Wij houden onze verantwoordelijkheid en zullen daar ernst mee moeten maken. Het moet waar zijn dat de geestelijke waarden voor ons belangrijker zijn dan de materiële. Vaak zit dat meer in de kleine dan in de grote dingen. Zo kunnen we beginnen met ons erop in te stellen dat we straks in materieel opzicht enige stappen terug zullen moeten doen. Dat zal niet meevallen, want de zucht naar groei en vermeerdering is ons, in ons Westerse levenspatroon, met de paplepel ingegoten. Misschien is de wijze waarop wij straks reageren op verplichte matiging wel een goede test op de inhoud van ons bestaan. Zoals de test die de rijke jongeling onderging (en niet doorstond). Hoe valt onze test straks uit?
Mag ik tot slot nog iets aanhalen uit een artikel over deze zaken van de hand van br. J. Slagboom sr. uit Eindhoven, dat van de zomer in enkele kerkbodes heeft gestaan. Hij maakt daarin een aantal bijzonder praktische opmerkingen. Hoewel ik niet al zijn ideeën tot de mijne zou willen maken geef ik enkele regels graag zonder kommentaar door:
„Natuurlijk kunnen we er ons gemakkelijk afmaken door te zeggen dat deze kwesties wereldproblemen zijn en dat wij die niet kunnen oplossen. Daarop is mijn antwoord, dat voor een christen de eerste vraag niet is of zijn houding succes heeft, maar of hij gehoorzaam is. En in ieder geval kunnen wij nu al beginnen met soberder te leven en onze begeerte naar luxe wat in te tomen. Wij kopen dikwijls nieuwe kleding en meubels, niet omdat ze versleten zijn maar omdat we erop „uitgekeken" zijn. We zouden het gebruik van auto of bromfiets kunnen beperken. (...) In 't algemeen: spaarzaam met alles, zelfs met water en elektriciteit.
Welvaart kan menselijk geluk bevorderen maar het blijkt dat het peil, dat zij in onze westerse samenleving heeft bereikt, meer ongeluk dan welzijn brengt. En hoewel de Bijbel rijkdom en welvaart niet veracht, bevat zij veel waarschuwingen tegen een leven in weelde.
Het beslissende hier is onze verantwoordelijkheid tegenover God en onze naasten."
De volgende keer hoop ik deze serie af te sluiten met een artikel over de bevolkingsgroei - waarover de Club van Rome immers ook suggesties heeft gedaan.
Driehuis, A. Ruiter
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1972
De Wekker | 8 Pagina's