Het rapport van de club van Rome (1)
De naam „Club van Rome" zullen de meeste lezers van dit blad wel eens zijn tegengekomen. Ze zullen dan wel weten dat deze club niets uitstaande heeft met het pausdom of de Rooms-katholieke kerk, maar dat het een internationale groep geleerden betreft die elkaar in Rome ontmoetten en die in een rapport sombere voorspellingen doen over de toekomst van de aarde, die - als de huidige strukturen niet drastisch veranderen - binnen niet al te lange tijd aan vervuiling, uitputting en overbevolking ten gronde zal gaan.
Het is duidelijk dat men aan een rapport, dat dergelijke indringende kwesties bespreekt, niet zonder meer kan voorbijgaan. Bij menigeen onder ons zal de vraag rijzen hoe men als christen tegenover dit alles heeft te staan. Daarom meen ik dat het zin heeft, deze zaak in ons kerkelijk orgaan aan de orde te stellen. Het zal echter bij enkele notities moeten blijven. Het terrein dat we aansnijden is zo groot dat geen mens meer bij machte is, alles bij te houden wat over dit onderwerp wordt gepubliceerd. Maar misschien kunnen we een paar grote lijnen trekken.
We zouden kunnen beginnen met de vraag hoe men tot zijn onheilspellende konklusies is gekomen. Ik moet daarbij opmerken dat de waarschuwing niet uit de lucht is komen vallen. Al geruime tijd - maar ook dat zullen vele lezers wel weten - wordt door allerlei geleerden gewaarschuwd tegen het ongeremd doorgaan van de economische groei en de daarmee gepaard gaande vervuiling, die op de duur in een katastrofe moet uitlopen. Volgens sommigen is die katastrofe zeer dichtbij: een tijd van 35 jaar is genoemd.
In het Rapport van de Club van Rome is gebruik gemaakt van een nieuwe tak van wetenschap: de systeemdynamica. Dit vak houdt zich bezig met het analyseren van industriële en economische vraagstukken en andere complexe systemen, waarbij men een schematisch, vereenvoudigd model van de werkelijkheid ontwerpt dat allerlei berekeningen mogelijk maakt. De resultaten van die berekeningen moeten dan aangeven hoe het systeem zich naar alle waarschijnlijkheid zal ontwikkelen. Aan het Massachusetts Institute of Technology te Boston in de V.S., waar de systeemdynamica werd ontwikkeld, is gevraagd om deze techniek ook op de aarde als geheel toe te passen. Dit hield het ontwerpen van een zg. wereldmodel in, waarin men zou kunnen berekenen wat het effekt is van vijf faktoren: economische groei, bevolkingsgroei, toename van voedselproduktie, toenemende vervuiling en uitputting van delfstoffen. De resultaten van deze berekeningen en de konklusies daaruit zijn in genoemd rapport weergegeven, dat in de Nederlandse vertaling voor een rijksdaalder bij elke boekhandel te koop is.
Het is een helder en overzichtelijk geschrift, dat zich gemakkelijk laat lezen. Tenminste, voor wie enigermate aan de natuurwetenschappelijke denk- en betoogtrant gewend is. Een middelbaar niveau is wel nodig om alles te kunnen volgen. Dan zal men dit rapport beslist moeten lezen.
Ik zal trachten iets te vertellen over de methode waarvan de werkgroep zich bediende om tot haar konklusies te komen. Zij gaat ervan uit dat de vijf genoemde faktoren op bepaalde wijze samenhangen en elkaar wederzijds beïnvloeden. Zo zal toename van de voedselproduktie de bevolkingsgroei in eerste instantie doen toenemen; anderzijds zal door de bevolkingsaanwas ook de voedselproduktie nog weer verder toenemen. Hiertegenover een voorbeeld van negatieve wederzijdse beïnvloeding („negatieve terugkoppeling"): toenemende vervuiling die de groei zal gaan afremmen - althans in het extreme geval.
Indien men nu wil berekenen hoe deze vijf faktoren elkaar in de toekomst zullen beïnvloeden is het nodig over getallen te beschikken. Getallen met betrekking tot de groei van de wereldbevolking gedurende deze eeuw, over de economische groei in die tijd, over het gebruik van delfstoffen (waaronder met name energieleverende delfstoffen zoals steenkool en aardolie) enzovoort. Er moeten natuurlijk ook gegevens worden verzameld over vele andere economische en sociale faktoren die iets met de vijf hoofdfaktoren te maken hebben.
Om er twee te noemen: bij de bevolkingsgroei de groei van de gezondheidszorg en bij de voedselproduktie de ontginningskosten.
Aannemend dat de groei in dezelfde mate zal doorgaan als thans geschiedt is het mogelijk met de computer te berekenen waarop dit uitloopt. Let wel: de computer geeft geen toekomstvoorspelling maar berekent de konsekwenties van een model. Dat model lijkt wel op de werkelijkheid maar is toch niet meer dan een zeer grof en vereenvoudigd beeld daarvan. Ook is met de verschillen in rijkdom en ontwikkeling die in de wereld bestaan geen rekening gehouden, evenmin als met de mogelijkheid van oorlogen of grote rampen die in de toekomst zouden kunnen plaatsvinden. Wie uit de resultaten van de computerberekeningen konklusies omtrent de toekomst van onze wereld wil trekken - en dat was de bedoeling - zal met de vereenvoudiging steeds weer rekening moeten houden.
Intussen zijn de uit het model verkregen konklusies bijzonder somber. Binnen honderd jaar bijvoorbeeld zal de wereldbevolking, na een aanvankelijke stijging tot vier à vijf maal de huidige grootte, drastisch dalen door tekort aan voedsel en verslechtering van de gezondheidszorg. Wat er overblijft zal met een minimum aan voedsel en een zeer lage industriële produktie een marginaal bestaan leiden. Kortom een komplete katastrofe, die zijn weerga in de geschiedenis niet kent.
De vraag rijst of dit onheil door bepaalde maatregelen kan worden afgewend. Daar de direkte oorzaak een uitputting van grond- en hulpstoffen is zou eerst moeten worden nagegaan hoe het beeld er uit komt te zien als de schattingen van de wereldvoorraden van deze stoffen onjuist waren en de voorraden in werkelijkheid dubbel zo groot zijn. Ook dat is te berekenen: de computer is tenslotte gewillig.
Het blijkt echter dat het verloop dan nog rampzaliger is. De industrialisatie bereikt een veel hoger niveau, waardoor vervuilende stoffen in een dusdanige hoeveelheid worden geloosd dat de mechanismen in het milieu, die de vervuiling absorberen, verzadigd raken. De vervuiling neemt dan zeer snel toe en veroorzaakt zowel een onmiddellijke stijging van het sterftecijfer als een afname van de voedselproduktie.
Een soortgelijk beeld komt uit de computer als het vraagstuk van de energievoorziening wordt opgelost door het gebruik van kernenergie op grote schaal - een „onuitputtelijke" bron. De ramp is nog iets groter en weer is vervuiling de
direkte oorzaak. Op deze wijze wordt zelfs geen uitstel verkregen.
Wat is het gevolg als, naast dit alles, ook de vervuiling kan worden beheerst en aanzienlijk teruggedrongen? Dan blijkt het beperkt zijn van de hoeveelheid landbouwgrond de groei te stoppen en zullen grote hongersnoden optreden, waarbij het aantal mensen op aarde drastisch wordt verlaagd. Verdubbeling van de landbouwproduktiviteit geeft slechts uitstel van executie en bovendien steekt de vervuiling dan de kop weer op. Welke oplossingen men ook aan de computer dikteert, een ramp schijnt onafwendbaar.
De opstellers van het rapport zien tenslotte maar één reële mogelijkheid: stop de groei, en wel zo spoedig mogelijk. Zou de wereldbevolking vanaf 1975 niet meer groeien en het industriële kapitaal vanaf 1990 niet meer, dan bestaat nog een kans op een stabiele toestand. Daarnaast moeten ook een aantal andere maatregelen worden genomen zoals een vermindering van het grondstoffenverbruik en van de vervuiling per eenheid industriële en landbouwproduktie, beide tot een vierde van de waarde van 1970.
Ook wordt erop gewezen dat men niet te lang moet talmen met de uitvoering van deze maatregelen. Zou men hiermee tot het jaar 2000 wachten dan is het niet meer mogelijk, ooit nog een toestand van evenwicht te bereiken. Tot zover het Rapport van (of eigenlijk voor) de Club van Rome. In een volgend artikel hoop ik wat aandacht te besteden aan inmiddels geuite kritiek.
Driehuis, A. Ruiter
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 1972
De Wekker | 8 Pagina's