Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het aanbod der genade

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het aanbod der genade

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bekeert u, gij afkerige kinderen, spreekt de Heere, want Ik heb u getrouwd. Jer. 3:14a.

De profeet Jeremia moet spreken tegen het Noorden.
Daar in het Noorden lag het Assyrische rijk, waarheen het Tienstammenrijk van Israël als een oordeel van God was weggevoerd.
Al verder was het volk van God afgeweken. In plaats dat het de Heere diende, aan wie het zoveel zegeningen te danken had, boog het zich voor de goden en godinnen van de Kanaänieten, de oude inwoners van het land. Op elke hoge heuvel en onder elke groene boom, de heilige plaatsen van deze heidenen, werden Israëlieten aangetroffen, die in gruwelijke goddeloosheid en zedeloosheid zich overgaven aan de dienst der afgoden.
Herhaalde malen had God getracht door de prediking der profeten het volk tot bekering te brengen. Maar het volk had hardnekkig geweigerd. Het had de woorden der profeten in de wind geslagen en deze dienaren van God vervolgd en zelfs gedood.
En toen was God met Zijn oordeel over het volk gekomen. De legers van de machtige Assyriërs waren gekomen onder leiding van Salmassar en Sargon. Deze hadden het land en de steden van Israël verwoest en het volk in ballingschap weggevoerd.
Dat was, toen God Jeremia riep tot Zijn profeet, bijna honderd jaar geleden. Wie dacht er nog aan het weggevoerde volk?
Wondere genade van God! Hij dacht nog aan Zijn volk.
Wij zouden hebben gedacht, dat God met dat volk had afgerekend. God had immers telkens weer het volk gewaarschuwd, maar het had niet willen horen. Zal Gods vonnis dan niet onherroepelijk zijn?
In Zijn oordeel vergeet God echter Zijn genade niet.
Jeremia moet preken tegen het Noorden. Het Woord Gods is bestemd voor het weggevoerde volk.
Intussen zijn zij, die uit het land verdreven zijn, reeds gestorven. Hun kinderen en kleinkinderen zijn groot geworden in het vreemde land. Deze kinderen en kleinkinderen zijn niet beter dan hun ouders en grootouders.
Hoe zou men anders kunnen verwachten? Kan men redelijk verwachten, dat wanneer ouders breken met de dienst des Heeren de kinderen nog in Zijn wegen zullen wandelen?
Maar al kennen deze kinderen en kleinkinderen de Heere niet, niettemin blijven Zijn beloften en genade nog gelden voor hen.
Het woord, dat Jeremia preken moet luidt: Bekeert u, gij afkerige kinderen, spreekt de Heere, want Ik heb u getrouwd.
God roept het volk op tot bekering.
Dat is de genade van God.
Zij moeten zich niet slechts bekeren, zij mogen zich bekeren. Bekering is een goddelijke verlof.
Zich bekeren is in de Heilige Schrift: zich omkeren, terugkeren.
God roept het volk terug tot Zijn gemeenschap.
Het volk mag bij Hem terugkomen. De weg tot God staat nog open voor een schuldig en vijandig volk.
God noemt hen afkerige kinderen. Afkerig en van Hem afgeweken. Maar niettemin kinderen.
Hij rekent ze nog tot Zijn verbond.
God zegt: Ik heb u getrouwd. De Nieuwe Vertaling heeft: Ik ben uw Heer. Op grond van de Hebreeuwse tekst zijn beide vertalingen mogelijk.
Eigenlijk zegt God: Ik ben uw Baäl.
Israël had vele baäls gediend. Zo werden de goden der Kanaänieten genoemd. Maar eigenlijk heeft het volk maar één Baäl en die ene Baäl is de Heere.
Het woord Baäl heeft in het Hebreeuws twee betekenissen. De eerste betekenis is heer, eigenaar, bezitter. Vandaar de weergave in de N.V.
De andere betekenis is echtgenoot. Vandaar de vertaling: Ik heb u getrouwd.
Beide vertalingen verschillen in bedoeling niet veel. Het volk blijft het eigendom van God. Hij heeft het eens uitverkoren als Zijn bijzonder eigendom uit de alle volken op de aarde. Hij heeft met Israël Zijn verbond gesloten. En nu kan dat volk het verbond verbreken. Zij kunnen verbondsbrekers zijn. Maar God verbreekt het verbond nooit. En daarom blijft Hij tot de gans schuldige, dat geheel afkerige volk komen met Zijn genade.
In vers 12 zegt God, dat Hij goedertieren is. Dat wijst er naar het Hebreeuwse woord eveneens op, dat God Zijn verbond laat blijven gelden.
Vanuit Zijn verbond en onveranderlijke trouw komt Hij tot Zijn verbondsvolk met het aanbod van Zijn genade.
Voor afkerige zondaren staat de weg naar Hem open.
Daarom behoeven we aan Gods genade nooit te twijfelen.
In de weg van waarachtige bekering betoont Hij Zijn vergevende zondaarsliefde.
Die bekering begint bij de inkeer tot zichzelf.
De profeet zegt: Alleen ken uw ongerechtigheid, dat gij tegen de Heere, uw God hebt overtreden.
Bekering begint met de erkenning, dat men tegen God heeft overtreden.
De verloren zoon kwam eerst tot zichzelf en toen keerde hij terug tot zijn vader.
En toen hij terugkeerde tot zijn vader, behoefde hij niet eerst liefde van zijn vader op te wekken, want deze wachtte hem reeds van verre.
Wij mogen ons bekeren. Want Gods trouw en genade is onveranderlijk. Die kunnen wij zelfs door onze zonden niet teniet doen.
Indien de mens zich echter niet bekeert, zal hij Gods genade niet deelachtig worden. Niet omdat God niet genadig is. Maar omdat hij de weg der bekering niet heeft willen gaan.
Alleen in die weg mogen we van Gods genade zeker zijn.
Niet dat Gods genade van onze bekering afhankelijk is.
Gods genade gaat aan onze bekering vooraf.
Maar zonder bekering zal niemand in Gods genade delen. Zoals de zoon uit de gelijkenis nooit weer in de gemeenschap met zijn vader zou zijn teruggekeerd, wanneer hij niet de weg terug zou zijn gegaan.
God schenkt zijn genade aan afkerige kinderen.
Daartoe heeft Christus aan het kruis het oordeel gedragen.
Afkerige kinderen mogen eeuwig bij God thuis komen.
Wondere genade.
Zij wordt ons aangeboden.
Bekeert u dan, gij afkerige kinderen.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1963

De Wekker | 8 Pagina's

Het aanbod der genade

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1963

De Wekker | 8 Pagina's