Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Een onzalige fontein" (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Een onzalige fontein" (3)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De kinderen des Heeren delen in de vergeving der zonde. De erfzonde is lelijk en gruwelijk voor God, zegt art. 15 van onze Ned. Geloofsbelijdenis. Zij is genoegzaam om het menselijk geslacht te verderven. De zonde welt eruit op, als uit een onzalige fontein, hoewel zij nochtans den kinderen Gods tot verdoemenis niet toegerekend, maar door Gods genade en barmhartigheid vergeven wordt. En dan volgt: Niet om in de zonde gerust te slapen. . . .
De leer van vrije genade heft de verantwoordelijkheid van de mens niet op. Wij zijn zo verdorven dat wij tot God niet willen noch kunnen terugkeren. (D.L.R. III,IV,3). Toch komt het Evangelie tot ons allen. En allen, die door het Evangelie geroepen worden, worden ernstig geroepen. Want God betoont ernstig en waarachtig in Zijn Woord wat Hem aangenaam is, n.l. dat de geroepenen tot Hem komen. Hij belooft ook met ernst allen, die tot Hem komen en geloven, de rust der zielen en het eeuwige leven. (8). De mens heeft door de val niet opgehouden mens te zijn, begaafd met verstand en wil. De goddelijke genade der wedergeboorte werkt in de mensen niet als in stokken en blokken en vernietigt de wil en zijn eigenschappen niet, dwingt niet met geweld zijns ondanks, maar maakt hem geestelijk levend, heelt hem, verbetert hem en buigt hem lieflijk en krachtig. . (15). De D.L.R. spreken aldus om uit te laten komen dat de mens een verantwoordelijk schepsel blijft, als mens wordt bearbeid. Maar dan komt in datzelfde belijdenisgeschrift ook zo kernachtig uit dat de wedergeboorte onmisbaar is. Het is altijd de moeite waard te lezen hoe deze wedergeboorte omschreven wordt. (11,12).
Niet om in de zonde gerust te slapen rekent de Heere de verdorvenheid Zijn volk niet toe tot verdoemenis.
De oprecht gelovigen verstaan het woord der Schrift: Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade te meerder worde? Dat zij verre. Wij die der zonde gestorven zijn, hoe zullen wij nog in dezelve leven? (Rom. 6:1,2). Maakt de leer van: gerechtvaardigd als 'n goddeloze door genade alleen zorgeloze en goddeloze mensen? Neen zij, want het is onmogelijk dat, zo wij Christus door een waar geloof ingeplant zijn, niet zouden voortbrengen vruchten der dankbaarheid. (Heid. Cat. afd. 24). Het is niet zo: „hoe meer zonde, hoe meer genade". Het is een leugen wat sommigen menen: wilt ge de genade haar kracht laten betonen, laat dan de zonde maar in u uitwoelen. Men spreekt dan van de oude Adam. Men spreekt zelfs van: je moet de oude Adam maar laten doorzondigen. Maar zo leert de Schrift niet en zo openbaart het leven uit de Geest zich niet. Kan een lijk uit het graf wederkeren tot de levenden? Onmogelijk is het dat iemand, die tegenover de zonde een dode geworden is, nog in de zonde kan leven. De gerechtvaardigde „kan nog wel in de zonde vallen, overmand worden door enige in hem wonende, tot hartstocht geworden begeerte; hij kan evenzeer, door onkunde omtrent het zondige van een bepaalde zonde, doen wat verkeerd is." (Ds. v. Andel). Maar het is onmogelijk dat de oprecht gelovige in de zonde kan blijven leven. Er wordt bij hem „een tegenkanting tegen de zonde gevonden, die haar wortelen schiet in vernieuwing van het hart; een vermaak in de wet van God, een zucht om Gode welbehaaglijk te zijn, een ijver voor Gods eer, den onwedergeborenen geheel vreemd. De zonde die nog in ons is moge ons weer aan haar kant zoeken te trekken, wijl zij zonder ons machteloos is om zich uit te werken; de gelovige kan toch niet meer met haar samenleven. Geeft hij voor een ogenblik aan haar toe dan is zijn vreugde weg; hij is, als hij zondigt, om zo te zeggen zichzelf niet meer." (v. Andel). De niet wedergeborene kan gerust leven, al zal zijn geweten wel eens spreken. Het kind des Heeren is niet in zijn element wanneer het zondigt; dat kan ook niet. Doden en levenden zijn twee soorten van mensen. Zij behoren niet bij elkaar. Gods genadewerk heeft een scheiding getrokken, welke blijft tot in eeuwigheid. De dood van Christus maakte een scheiding tussen Hem en de zonde. Die der zonde gestorven is, is onttrokken van de heerschappij der zonde en deelt in de wegneming van de schuld der zonde, zoals in Rom. 6 duidelijk wordt geleerd.
Schrift en Belijdenis leren zeer duidelijk dat de levende leden der Kerk nooit gerust in de zonde slapen. Wij moeten daarbij wel in het oog houden dat er religieuze mensen zijn, die het onbeschaafd vinden in de (ruwe) zonde te leven en daarom die tegenstaan en bestrijden. Dat is nog geen leven uit de Heilige Geest. Velen — ik geloof vooral in onze tijd — gaan op de een of andere wijze van de mens uit alsof hij een gewillige is om God te vrezen. Men zoekt een heiligmaking op te bouwen zonder wedergeboorte en zonder inplanting in Christus dus. En dan meent men in zulk een leven gerust te kunnen slapen. Dit gevaar is heel groot en zulk een doen is misleidend. De gunstgenoten Gods kunnen niet gerust in de zonde leven en niet gerust slapen onder het gevoel van in zich een verdorven wortel om te dragen, welke, als uit een onzalige fontein, het vuil opwelt. Hun levenselement is om in alles de Heere te dienen en te verheerlijken in ware liefdesbetrekking tot Hem. Gods liefdedienst heeft hen nog nooit verdroten. Geheel hun lust is om Hem oprecht te vrezen. Maar zij blijven die onzalige fontein in zich omdragen. En dat niet alleen zo, dat zij er niet gerust onder slapen kunnen; neen, dat gevoel bezwaart hen en doet hen dikwerf in het zwart gaan.

v.d. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1960

De Wekker | 4 Pagina's

„Een onzalige fontein" (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1960

De Wekker | 4 Pagina's