De tabernakeldienst (118)

Het is de ervaring van al Gods kinderen dat tijden van de grootste aanvechting gewoonlijk ook tijden van de grootste vertroosting zijn. Tot bevestiging hiervan lezen we in Gods Woord: Als mijn gedachten binnen in mij vermenigvuldigd werden, hebben Uw vertroostingen mijn ziel verkwikt (Ps. 94:19). Zo was het ook in het leven van de profeet Ezechiël die als balling in Tel-Abib treurend aan de rivier Chebar zat en door de Heere bijzonder werd vertroost. Hij wist dat het volk van Israël om zijn zonde zwaar gestraft zou worden. Doch toen vertroostte Christus hem in een visioen dat Hij zorg zou dragen om Zijn Koninkrijk onder Joden en heidenen uit te breiden. Bij dit bijzondere gezicht dat ook nu voor onze tijd van grote betekenis is, willen we uw aandacht vragen.

Een bemoedigend gezicht
We geloven dat de boeren blij zijn als zij het gezaaide gras en koren en de gepote mais en aardappels zien uitspruiten. Gelooft u dat ook wij uitermate blij zijn als de Heere Zijn Woord zegent en wij de vruchten mogen waarnemen? Weet, dat we dit met de profeet Ezechiël als een groot wonder achten. Van de profeet lezen we dat Christus hem door middel van een gezicht beloofde Zijn Koninkrijk over de hele wereld onder Joden en heidenen uit te breiden. Christus liet Ezechiël zinnebeeldig zien hoe Zijn Geest het Evangelie door heel de wereld zou verkondigen en zegenen. Christus liet hem zien dat er wateren vloeiden langs het koperen brandofferaltaar en wateren die van onder de dorpel van de deur van de tempel stroomden. Zoals water over het land stroomt en het vruchtbaar maakt, zo zal Gods Geest de weldaden die Christus als Borg verdiend heeft aan de harten van onvruchtbare zondaars toepassen.
Eerst zag Ezechiël een smalle, ondiepe stroom water, doch dit werd steeds hoger totdat het ten slotte zo hoog werd dat hij er alleen in kon zwemmen. Hiermee gaf Christus te kennen dat het Evangelie overal ter wereld zal worden verkondigd, en dat Zijn Geest het op zulk een wijze zal zegenen dat een grote menigte naar Zijn vrijmachtig welbehagen zalig wordt.
Nadat Ezechiël in die hoge en diepe beek had gezwommen, haalde Christus hem eruit, want we lezen: Toen voerde Hij mij en bracht mij weder tot den oever der beek (Ezech. 47:6b).
Het was dus Christus Zelf Die de profeet in een gezicht naar de oever van de beek bracht en hem wees op wat er aan beide oevers te zien was! Wat de profeet toen tot zijn bemoediging zag overtrof zijn verwachtingen. Hij zag iets wat hij niet had gezien toen Christus met hem samen langs de oever van de beek liep en tot viermaal met een meetsnoer de afstand van 1000 ellen had gelopen om de verschillende waterstanden van vrije genade af te meten.
Christus liet de profeet dus niet alleen zien dat het heilige wateren waren maar ook vruchtbare wateren, wateren die wezen op de uitbreiding van Zijn Koninkrijk. Dus toen Christus met hem terugkeerde tot de oever van de beek, opende Hij de ogen van de profeet om de gezegende vruchten te laten zien.
Daarom het veelzeggende woord: Zie.

Zie: geboomte!
Plotseling zag Ezechiël een groot wonder, een wonder dat zijn bijzondere aandacht trok, een wonder van aanbidding. Hij zag aan beide oevers van de wateren van vrije genade bomen groeien: Zo was er aan den oever der beek zeer veel geboomte, van deze en van gene zijde. Weet u wie er met deze bomen worden afgebeeld? De kanttekening zegt ervan: ’Afbeeldende de menigte der uitverkorenen, die door de kracht dezer wateren in Gods huis overal zouden wassen of vruchtbaar zijn in alle goede werken tot Gods eer en stichting van den naaste.’
Wat een wonder! Wat een bemoedigend gezicht! Ezechiël kreeg te geloven dat overal waar het Evangelie van vrije genade zou worden verkondigd, Gods Geest er in mee zou komen. Hij zou Zijn Woord aan de harten van verloren, onvruchtbare zondaars heiligen. Dus de Heere alleen is oorzaak dat er bomen groeien ofwel dat er mensen tot Hem bekeerd worden. Ezechiël wist dat deze bomen alleen langs de beek groeiden, die vloeide van onder de dorpel van het huis des Heeren. Dit wijst ons op Gods welbehagen. Ezechiël wist ook dat deze beek haar oorsprong had bij het brandofferaltaar, wat ons wijst op het kruis waaraan Christus Zijn dierbaar bloed stortte en Zijn leven aflegde.
Ezechiël kreeg tevens onderwijs dat Gods Geest het Evangelie aan de harten van onvruchtbare zondaren zou zegenen.
Vrienden, al Gods volk weet dat zij als verloren zondaren zalig worden, zonder dat er iets van hen in aanmerking komt. Dit geldt echter ook voor alle zondaren die nog van dood levend worden gemaakt. De apostel Paulus schrijft zo kernachtig: En dat niet uit u (Ef. 2:8). Uit wie dan wel? O vrienden lees met ontroering dat het zalig worden alleen bij God mogelijk is: Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, door Zijn grote liefde waarmede Hij ons liefgehad heeft, Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus (uit genade zijt gij zalig geworden) (Ef. 2:3,4). Alleen deze woorden zijn al oorzaak om God te prijzen! Ongelukkige zondaar in uzelf, wanhoop toch niet aan God, want Zijn genade is overvloediger dan de zonde.
Christus wordt u nog voorgesteld als de enige Zaligmaker. Hij alleen kan u gelukkig maken en Hij is nabij de ziel die tot Hem vlucht.
Verblijd u, volk des Heeren omdat God onveranderlijk is in Zijn grote liefde, onveranderlijk in Zijn rijke barmhartigheid en onveranderlijk in Zijn vrije genade om ook nu nog dode zondaars levend te maken door de wateren die stromen vanuit het hemels heiligdom. Wees verzekerd dat waar de wateren van vrije genade stromen ofwel waar het zuivere Evangelie wordt verkondigd, er zondaren tot God bekeerd worden. Nee, niet op plaatsen van ijdelheid, maar op die plaatsen waar de Heere Zijn Woord getrouw laat verkondigen! Jeugd, laat daarom jullie plaats in Gods huis en op catechisatie niet leeg!

Zie: zeer veel geboomte en toch één!
U kunt met Ezechiël ontmoedigd zijn als u ziet op de laaghangende oordelen en op zovele zondaren die nog zonder God en Christus leven. Doch tot uw vertroosting het volgende: Christus liet niet alleen aan Ezechiël zien dat er bomen groeiden, maar dat er véél bomen aan de oever zullen staan: Zo was er aan den oever der beek zeer veel geboomte.
Veel bomen en toch één! Of zij nu klein of groot, eikenbomen of treurwilgen zijn, maar zij allen maken één boom uit. Het mag ook gelezen worden: ’een zeer grote boom’, zeer vele bomen en toch één boom. Het lijkt een raadsel, maar het zal u duidelijk worden als we u wijzen op wat de apostel Johannes in een gezicht zag. We lezen immers: En hij toonde mij een zuivere rivier van het water des levens, klaar als kristal, voortkomende uit den troon Gods en des Lams. In het midden van haar straat en op de ene en de andere zijde der rivier was de Boom des levens (…) (Openb. 22:1,2). Het aantal bomen van bekeerde zondaars dat Ezechiël aan beide oevers van de grote beek zag, was hetzelfde aantal dat Johannes van de verloste menigte in de eeuwige gelukzaligheid zag.
Ezechiël en Johannes zagen beiden eigenlijk één boom, omdat de hele Kerk in Christus, de Boom des levens één is! Wat een bemoedigend gezicht en zalige overeenkomst.
Ezechiël zag dat Gods Geest het gepredikte woord zál zegenen, en Johannes zag dat het gepredikte Woord wás gezegend. O, dierbare Geest, zegen ook het lezen van deze meditatie, opdat ook wij veel geboomte mogen zien. Van nature zijn we allen onvruchtbare bomen en moeten uitgehouwen en in het vuur geworpen worden. Het is genade wanneer we gaan inleven dat het van onze kant onmogelijk is om zalig te worden. Wat een wonder als de Heere ons dan onderwijs geeft dat Hij Zijn Zoon op aarde heeft gezonden om in de plaats van Zijn volk uitgehouwen te worden: Want indien zij dit doen aan het groene hout, wat zal aan het dorre geschieden? (Luk. 32:31). Christus werd als het groene hout uitgehouwen, maar stond op als de Boom des levens. Hierdoor worden wedergeboren zondaars ook vergeleken bij vruchtdragend geboomte. Wie van ons is een levende en vruchtdragende boom in Christus?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen