Huisgodsdienst

Bedenk, dat wanneer uw gezinnen kleine kerken zijn, God dan zal komen om daarin bij u te wonen. Hij heeft immers met het oog op de Kerk gezegd: Dit is Mijn rust, hier zal Ik wonen (Ps. 132:14). Als u van uw huizen kleine kerken maakt, zult u ze tot kleine heiligdommen maken (Ezech. 11:16). Als u geen kerk in uw huis hebt, zal de satan er een zetel hebben. Het is zo’n algemeen gezegde: ‘Waar God een kerk heeft, heeft de duivel een kapel’. Maar in dit geval mogen we met meer recht zeggen: ‘Waar God geen kerk heeft, zal de duivel een kapel krijgen’. Immers, als de duivel merkt dat het goede niet in uw huis is, als er geen godzaligheid is, zal hij zeven andere geesten met zich nemen, bozer dan hijzelf; zij zullen er binnengaan en er wonen.
Wat u betreft die alleen staat, die op uzelf woont en geen plaats hebt gekregen in een gezin: o, probeer een kerk in uw kamer te krijgen, een kerk in het verborgene! Toen iedereen de muur van Jeruzalem herstelde tegenover zijn eigen huis – dan lezen we van iemand die tegenover zijn eigen kamer aan het herstellen was (Neh. 3:30). Bid, lees, en catechiseer uzelf.
Welnu, u die een gezin hebt, probeer, zoals u hebt gehoord, dat gezin tot een kerk te maken, het aan God te wijden. Zo worden de huisgodsdienst en het gebed vanuit de volmacht en vanuit het gezag van de Schrift ingesteld, daar waar u de voorschriften van de Schrift, de beelden uit de Schrift, de profetieën en de beloften uit de Schrift, de voorbeelden uit de Schrift en stellige uitspraken uit de Schrift overweegt.

Uit: Ralph Erskine, Volhardt in het gebed
(© 2011 Den Hertog B.V., Houten)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen