De vader van de Nadere Reformatie
Het is al weer meer dan een jaar geleden dat in Middelburg herdacht werd dat vier eeuwen geleden in Zeeland het begin lag van de Nadere Reformatie. De Nadere Reformatie mag gezien worden als de zeventiendeeeuwse voortzetting van de reformatie in ons land, waarbij niet alleen de nadruk gelegd werd op de zuivere leer, maar vooral ook op het leven des geloofs in het hart en de daarbij behorende praktijk der godzaligheid. Bij twee zaken uit de begintijd van de Nadere Reformatie was ds. Willem Teellinck (15791629) nauw betrokken. Door middel van een reformatieprogramma riep hij in 1608 samen met zijn Zierikzeese ambtsbroeder Godefridus Udemans de classis Schouwen op te komen tot een nauwgezette onderhouding van de rustdag. Ook richtte hij zich in zijn geschriften uit dat jaar tot de overheid met een oproep tot een 'verdere', een doorgaande reformatie. Zijn boodschap vond weerklank bij vele getrouwe predikanten die in de zeventiende eeuw de vaderlandse kerk dienden. Niet ten onrechte draagt Willem Teellinck daarom de naam 'vader der Nadere Reformatie’.
Ter gelegenheid van de vierhonderdjarige herdenking van de Nadere Reformatie presenteerde dr. W.J. op 't Hof zijn omvangrijke biografie over Teellinck. In dit bijzonder informatieve boek komen het leven, de geschriften en de invloed van Teellinck uitvoerig aan de orde. De biografie volgt Teellincks levensgang, te beginnen bij zijn afkomst en studietijd. In de tijd die Teellinck als rechtenstudent in Engeland doorbracht, kwam hij diep onder de indruk van de puriteinse vroomheid, zoals hij die aantrof in het gezin van ds. Whateley in Banbury. Het verblijf in Engeland zette, ook door zijn huwelijk met Martha Greendon, een stempel op zijn levensgang en de puriteinse prediking leidde middellijkerwijs tot zijn bekering en roeping tot het predikambt. Als predikant diende Teellinck eerst de gemeente HaamstedeBurgh (1606), waar hij zijn eerste publicaties vervaardigde. In zijn tweede gemeente Middelburg (1613) kwam hij als publicist ten volle tot ontplooiing. Meer dan zestig geschriften van zijn hand zagen het licht, totaal zo'n 32.000 bladzijden, waarmee hij tevens wel de productiefste schrijver onder de oudvaders is; in de terminologie van Op 't Hof een 'topauteur'. Wellicht door de brede verspreiding in de zeventiende eeuw en aanbevelingen van latere geestverwanten als Voetius, Van Lodenstein en Saldenus, kregen Teellincks geschriften een doorwerking tot ver in de achttiende eeuw.
Pas in de twintigste eeuw kregen Teellincks geschriften weer aandacht en herdrukken. Uitgever Jac. Boeder, toenmalig medewerker van 'De Wachter Sions', komt bijvoorbeeld de eer toe van de herdruk van 'De spiegel der zedigheid' in 1955, en het Verband van SGPstudieverenigingen van de heruitgave van 'De politieke christen' (1953). Daarna waren het vooral enkele facsimileuitgaven en de herschrijvingen door ds. J. van der Haar, zoals bijvoorbeeld zijn 'Soliloquium', 'Noordsterre' of 'Christelijke Leidsman', die Teellinck als stichtelijk schrijver onder de aandacht brachten. Mede daardoor is Teellinck ook nu nog als praktisch en bevindelijk auteur binnen handbereik.
Uit alles blijkt dat drie elementen in Teellincks leven en werk domineren. Voorop staat zijn liefde tot Gods Woord en de gereformeerde belijdenis. Tegelijk sloot hij aan bij de praktische middeleeuwse vroomheid van de Moderne Devotie, zodat Voetius hem later zelfs 'eenen tweeden Thomas à Kempis (doch ghereformeerden)' noemde. Vervolgens is kenmerkend dat Teellinck voortdurend de nadruk legt op de noodzaak van bevindelijke kennis van Christus en de weg des geloofs zoals die door Gods Geest in de ziel wordt uitgewerkt. Daarbij gebruikt hij wel formuleringen van de middeleeuwse schrijvers, maar cruciaal is het verschil dat het bij hem niet gaat om het opklimmen in een mystieke weg, maar in het ervaren van het ontvangen van genade om niet. In de derde plaats trok Teellinck de lijn van de vroomheid door naar bewogenheid met de toestand van land en volk en riep hij op tot niet alleen een nadere reformatie van het hart, maar ook van gezin, kerk en staat. Als oorzaak voor het verval
wees Teellinck op de zonden, de onkunde en vooral op het ontbreken van huisgodsdienst: elk gezin diende een kleine kerk, een hoeksteen van de samenleving te zijn, een kwekerij waarin trouwe verdedigers van de zuivere waarheid gevormd zouden worden. In dat alles is Teellinck te zien als de geestelijke vader van de oude schrijvers die de praxis pietatis, de praktijk der godzaligheid benadrukten. Op 't Hof laat zien dat vele geestverwanten de uitgangspunten van de Nadere Reformatie in hem waardeerden en navolgden. Wanneer van hen echter niet direct een expliciet programma van hun naderreformatorische arbeid bekend is, aarzelt hij echter hen tot de Nadere Reformatie te rekenen en typeert hij zulke oudvaders als 'gereformeerd piëtist'. Weliswaar heeft deze term wetenschappelijke voordelen, maar omdat Wilh. à Brakel deze aanduiding afkeurde en men in de tijd van de Verlichting juist spottend sprak over fijnen en piëtisten, lijkt het ons beter bij zulke oudvaders te spreken over de Nadere Reformatie in ruimere zin des woords. Mannen als Teellinck, Udemans, Voetius en Van Lodenstein zijn dan meer te zien als vertegenwoordigers in engere zin des woords.
Dr. Op 't Hof toont duidelijk aan dat Teellinck in kerkhistorisch opzicht een man van betekenis was. Zijn blijvende betekenis ligt ongetwijfeld in zijn grote aantal bevindelijke geschriften. Het werk van Gods Geest in de harten van Zijn volk is door alle eeuwen hetzelfde, omdat de Heere niet verandert. Vandaar dat Teellinck zich ook nauw verwant wist met de middeleeuwse vroomheid en het Engelse puritanisme. Belangrijk is dat het gedachtegoed van Teellinck ook nu nog in de praktijk zijn uitwerking zal hebben. Een kerk is immers – naar het woord van Van Lodenstein – pas gereformeerd te noemen als zij reformerende blijft. Dit zou ook in onze tijd nog tot uiting dienen te komen in onze wijze van besteding van de rustdag, in het houden van de huisgodsdienst en in een ingetogen christelijke levenswandel in de praktijk van alle dag. De biografie van dr. Op 't Hof en de achtergrondinformatie over zijn boeken kunnen daarbij een stimulans zijn om de geschriften van Teellinck te lezen en zijn gedachtegoed te overdenken.
Prof. dr. W.J. op 't Hof: Willem Teellinck (1579-1629). Leven, geschriften en invloed. Uitg. De Groot Goudriaan; 667 pag.; € 49, 90.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 2010
De Wachter Sions | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 2010
De Wachter Sions | 8 Pagina's