Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag van de predikatie gehouden bij de ingebruikneming van het vernieuwde kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente in Nederland te Berkenwoude op 12 oktober 2005 (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag van de predikatie gehouden bij de ingebruikneming van het vernieuwde kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente in Nederland te Berkenwoude op 12 oktober 2005 (1)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voorganger: s. A. van Voorden Schriftlezing: xodus 24 - 25:1-9

Amos was één van de twaalf kleine profeten. De Heere had hem als ossenherder geroepen tot de prediking van het Woord. Hij moest het volk Israël hun zonde en ongerechtigheid aanwijzen. Vervolgens stond ds. Van Voorden stil bij de passage uit het derde hoofdstuk van Amos: "zullen twee te samen wandelen tenzij, dat zij bijeen gekomen zijn? " Hier ligt een vergelijking van de breuk tussen God en de mens. De grote kloof, die er ligt door onze zonden tussen ons en God zal overbrugd moeten worden. De Heere en de zondaar zullen niet samen kunnen gaan. Wie kan er dan nog zalig worden? Dit is voor de mens onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk. Het is de openbaring van de weg bij God vandaan. Christus en de kerk zullen bijeen gebracht worden. Dit is het werk wat God wil verheerlijken in verdoemelijke Adamskinderen. Wanneer een mens Christus tot zijn deel heeft, heeft hij alles. Dan kan hij met Jeremia uitroepen: "de Heere is mijn Deel, daarom zal ik op Hem hopen”.

Gemeente van Berkenwoude, is het niet verblijdend dat dit Godshuis hier nog zó mag staan? Hier past dankbaarheid bij, maar we mogen hier niet bij blijven staan. Hout en steen zullen eenmaal wegvallen, maar dat Godsgebouw zal in eeuwigheid rijzen.

Ons tekstwoord vindt u opgetekend in Exodus 25 en daarvan het 8ste vers: "En zij zullen Mij een heiligdom maken, dat Ik in het midden van hen wone”.

Het centrale thema deze avond was: De oprichting van het eerste Gods huis. Het thema is uitgewerkt in de volgende drie hoofdgedachten namelijk:

1. De opdracht tot; 2. De bouw van; 3. De belofte voor dit ontzaglijke werk.

Ten eerste, de opdracht tot dit ontzaglijke werk omdat, "En zij zullen mij". Ten tweede, de bouw van dit ontzaglijke werk: "een heiligdom maken". Ten derde, de belofte voor dit ontzaglijke werk: "dat Ik in het midden van hen zal wonen". De eerste tabernakel was een bijzonder huis. Zulk een huis is er nooit meer geweest. Het voorhangsel is gescheurd. Hier ligt tegelijkertijd een belofte in namelijk: "Waar twee of drie in Mijn Naam vergaderd zijn, daar wil Ik in het midden van hen zijn". Is dat geen rijke belofte? Het volk Gods mag het hier op aarde wel eens meemaken. Jakob riep het uit: "Dit is een huis Gods, een poort des hemels". Ieder onderdeel van de Tabernakel wees heen naar de Middelaar die kernen zou. Ds. Van Voorden sprak de wens uit dat alles hetzelfde eens mocht zijn in de geestelijke strekking. Want buiten de Middelaar is er geen zaligheid. De Opdrachtgever van het bouwen van dat Godshuis is God Zelf Hij is het Die met een onverbrekelijke band verbonden is met Zijn Kerk. Christus kocht Zijn volk met Zijn hartenbloed. De Heere houdt Zijn huis in stand, "Och mocht ik in die heilige gebouwen" zong de dichter. Het is onze wens dat dit gebouw zó mag zijn!

Ten tweede, de bouw van dit heiligdom. Dit gebouw moest verrijzen, Mozes kreeg de opdracht om een inzameling te houden. Ook voor deze verbouwing was veel nodig. Het heeft ons zeer verwonderd, dat een zo'n kleine gemeente, van slechts 100 mensen, zoveel gegeven heeft. Eenderde van alle kosten is opgebracht uit eigen middelen. Daarnaast is er veel vrijwilligerswerk gedaan. Er zijn bouwmeesters geweest, die aanwijzingen gegeven hebben. De Heere zelf heeft nog bekwaamheid geschonken. Echter het vaste gebouw is gemaakt door de hemelse Bouwmeester. Mochten we dit gebouw, wat toch uiterlijke schoonheid heeft, uit het oog verliezen en opzien naar dat Godsgebouw wat in eeuwigheid zal rijzen. Dit aardse gebouw nadert zijn voltooiing, er liggen echter nog mensen onder het zegel der verkiezing. Eenmaal zal het voorbijgaan. Dit kerkgebouw mocht dan wel verzakken, maar de kerk ligt vast in het fundament van Jezus Christus. Maar moeten we dan stil blijven staan bij deze aardse schoonheid. Nee ik denk het niet. De grootste gift ligt in het Borgwerk van Christus. Dat heilgeheim: "Doch Gode zij dank, voor Zijn onuitsprekelijke Gave". Zie het volk Israël, zij gaven hefoffers den Heere. Dan is de penning van de weduwe net zoveel als de grootste gift.

Ten derde, de bijzondere belofte. "Dat Ik in het midden van hen wonen". Israël was op doorreis door de woestijn. Het volk Israël zwierf wel dan hier en dan daar, maar "Ik ben met u. Ik zal bij u zijn, waar het ook naar toe zal gaan in al uw omzwervingen". De Heere zal nooit Zijn Kerk verlaten, ook niet wanneer Hij voor een tijd Zijn aangezicht verbergt.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 november 2005

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Verslag van de predikatie gehouden bij de ingebruikneming van het vernieuwde kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente in Nederland te Berkenwoude op 12 oktober 2005 (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 november 2005

De Wachter Sions | 8 Pagina's