Verslag van de intrededienst van ds. A. Schultink te Bruinisse (2)
De andere schapen toegebracht in de tijd
Onze tekst zegt: "Deze moet Ik ook toebrengen." Hier is een zalig moeten van Christus. Hier is de Middelaar aan het woord. Ik denk dat dit de worstelingen bij de voortduur uit zal maken in de binnenkamer en in de studeerkamer in het vragen of de Heere dat Woord nog eens zou willen gebruiken. De Middelaar eist dat arbeidsloon wat Hij uit de hand des Vaders heeft mogen verkrijgen. Dat eist Hij op als Zijn eigendom. Christus is ook in een stal geboren. Voor Hem was geen plaats. Hij is zo laag neer willen bukken. Twee naturen verenigd in één Persoon. Daar lag de Knecht des Vaders. Door koping heeft Hij ze gekocht. Dat toebrengen geschiedt door een middel. Zij zullen Mijn stem horen. In het Oosten kenden ze de naam van elk schaap. Als zo'n schaap geroepen werd, herkenden ze die stem. Een vreemde zullen ze geenszins volgen. De kerk behoort van nature niet tot die stal. Ze lopen voor eigen rekening, maar ze zullen op Zijn tijd die stem horen. Lazarus werd door Jezus met een grote stem uit het graf geroepen. Een dood mens die door de stem van de Almachtige tot leven gekomen is. Wij kunnen het Woord niet verder brengen dan het oor. Het Evangelie zal ons verder niets doen, want een mens is vijandig, een tegenstander, onwillig om zich tot God te bekeren. Het is een verschrikkelijke staat waarin we van nature zitten. Jonge mensen, luisteren jullie eens vanavond. Ik wil jullie aanspreken. Er moet wat aan een mens gebeuren. Hij bezit niets waar hij zijn Maker en Formeerder mee kan kennen. Nooit is er bij een mens enige beweging in te brengen. Ook niet door een uitwendige stem. Er moet een almachtige kracht Gods aan te pas komen. En als we wederom geboren worden, gaan we pas zien in welke omstandigheden we verkeren. Dat is die nieuwe geboorte, die levendmaking waar onze belijdenisgeschriften van spreken. Wat zou het een wonder zijn als we mogen horen dat deze en die in Sion geboren zouden zijn. We hebben naar deze dag uitgekeken, maar er ook tegenaan gekeken. We zijn in onze studententijd bijzonder gesterkt door de tekst "Ik zal u niet begeven en zal u niet verlaten." Daarom is mijn begeerte geweest het Woord Gods in het midden van u neer te mogen leggen, maar dan hebben we bij de voortduur ook altijd zelf onderwijs nodig. Die stem is de stem des Geestes, want God gaat Zijn Geest aan Zijn Woord paren. Die Geest overtuigt van zonde van gerechtigheid en van oordeel. In brute zonden geleefd of alleszins godsdienstig. We zullen onze schuld thuiskrijgen, zodat we tot schulderkentenis gebracht zullen worden. Dat we als een verloren schaap God in handen zouden mogen vallen. Wat is het dan een heerlijk werk om de bazuin aan de mond te mogen zetten en dan te mogen wijzen op dat bloed van die gezegende Middelaar, Die Zelf de weg der zaligheid heeft aan willen brengen, opdat wij de rust in Hem alleen zouden mogen vinden. Daar heeft Christus Over de reformatorische jongeren (ook
Dan zal het worden één kudde en één Herder. Die kudde bestaat uit zogende schapen, lammeren en volwassen schapen. Deze Herder gaat vóór de kudde. Hij moet ze leiden en brengen in de stal. De kudde zal geweid worden in het Woord.
Hierna wordt ter toepassing gezongen
Psalm 103:7. In het toepasselijk woord wijst de dominee er op dat er een Goddelijke trekking plaats zal moeten hebben. Dan zal de Vader ons trekken om ons tot Christus te brengen.
Vervolgens spreekt ds. J. Roos namens de classis Oost en het Curatorium ds. Schultink toe.
Geliefde ambtsbroeder ds. Schultink met uw echtgenote, kerkenraad en gemeente. Van harte de zegen en de gunst des Heeren toegewenst. Die gunst en die zegen des Heeren geeft u alleen sterkte en kracht om de herdersstaf op te nemen en het werk des Heeren te verrichten. Het viel ons zo op bij het zingen van psalm 103:7 de laatste 2 regels dat daar staat:
Hij weet ook wel dat wij, vol van onere, Niet anders zijn dan stof en stank onrein.
Mochten we zo ook maar een onwaardige zijn. Dan wordt het een wonder als de Heere ons nog wil gebruiken. Ds. Roos zegt dat bij de behandeling van zondag 13, waar gesproken wordt van "Onzen Heere", de Heere hem erbij bepaalde dat er al zoveel schapen zijn die in de schaapskooi hierboven zijn en dan in het bijzonder de schapen uit de gemeente, waarvan we mogen weten dat ze getuigenis hebben gegeven en die we begraven hebben. We mochten gemeenschap hebben met de Heere in de hemel en met de schapen daar. Er werd een verlangen in de ziel opgewekt om bij de Heere te mogen zijn. De Heere mocht het schenken dat u het middel mocht zijn voor verdwaalde, onwaardige schapen die vol van onere zijn. U bent bevestigd geworden en hebt intrede gedaan. Maar wat zal het groot zijn om hier bevestigd te mogen worden in de staat en straks intrede te doen in die kudde en die stal waar men eeuwig God de eer zal geven.
Vervolgens spreekt ds. A. van Voorden namens de classis West en de classis Zuid.
Geliefde broeder ds. Schultink, echtgenote, kinderen en kerkenraad. We roepen u vanuit die classes een welkom toe en spreken de wens uit dat de Heere ook uw arbeid in het midden van de gemeenten tot een zegen zou mogen stellen. We kunnen u vele woorden toewensen, maar wat zou het groot zijn als de Heere u een bemoediging of een reispenning op de weg zou willen geven. We lezen in Psalm 20:3:
"Hij zende uw hulp uit het heiligdom en ondersteune u uit Sion." Dat heiligdom wilde Hij stellen in het midden van een hoererend volk. Ik wens u toe dat de Heere getuigenis mag geven in uw hart en in de harten van Gods volk van het woord dat u mag uitdragen. Dat we in liefde en eensgezindheid met elkaar mogen verkeren. Hij stelle u tot rijke zegen. Vervolgens spreekt ds. G. Oberink namens de plaatselijke kerken.
Ds. Schultink en de uwen, kerkenraad van de GGiN, zustergemeente hier in ons dorp. Samen op weg zijn we niet, samen onderweg wel. We zijn samen op weg naar een ontzaglijke eeuwigheid. Ik wil u hier van harte welkom heten namens de Hervormde Gemeente van Bruinisse en ook mede namens de Gereformeerde kerk en u en de uwen, uw gemeente en uw kerkenraad Gods onmisbare zegen in alle dingen toewensen, persoonlijk en ambtelijk. Uw naam rijmt bijna op de mijne. Uw naam is afkomstig van het oude woord scholte. De diepste betekenis van dit woord is "Iemand die anderen op hun schulden aanspreekt". Dit moest hij doen namens de landsheer. Ik hoop dat u ertoe gebruikt mag worden dat u de overste van de hel zijn prooi zult mogen ontrukken. Ik wil u, als vertegenwoordiger van Christuswege, meegeven de woorden uit Filippenzen 2 van vers 5 t/m 11.
Vervolgens spreekt ouderling Jansen namens kerkenraad en gemeente.
Geliefde dominee Schultink. Namens kerkenraad en gemeente mogen wij u hier van deze plaats hartelijk welkom heten in onze gemeente. En dan zijn Gods wegen wonderlijk en onbegrijpelijk. Zijn weg en leiding is soeverein, ook met Zijn knechten, dat hebben we vanmiddag gehoord. Ga en hij gaat, kom en hij komt. Het is voor Filippus ook een onbegrepen weg geweest. Hij moest een bloeiende gemeente verlaten en moest vertrekken naar een weg die woest was. Hij werd gezonden tot één man die geen weg meer wist, die wel het Woord had, maar niet verstond wat hij las. Fillipus gaat hem vanuit de Schrift Jezus verkondigen en het werd hem tot zaligheid. Dat u daarvoor gekomen mocht zijn in onze gemeente. U weet in welke moeilijke omstandigheden we verkeerd hebben als gemeente, maar in korte tijd mochten er 2 ouderlingen hun verkiezing aannemen en hebt u het beroep aan moeten nemen. Het was te groot om te geloven, maar nu is het werkelijkheid geworden. Van een herder en leraar wordt gezegd dat hij melk moet meebrengen voor de lammetjes, vaste spijs voor de gevorderden en een medelijdend hart voor de onbekeerden. We wensen u samen met uw vrouw een goede tijd toe in de gemeente. Ouderling Jansen spreekt ook ds. Mallan aan en bedankt hem voor al het werk dat deze in al die 55 jaar voor de gemeente heeft gedaan en hij betrekt hierin ook de andere predikanten. Ouderling Jansen verzoekt de gemeente de dominee staande toe te zingen uit Psalm 134 de verzen 1 en 3.
Vervolgens gaat ds. Schultink over tot het uitspreken van zijn dankwoord.
In de eerste plaats dankt hij ds. Mallan hartelijk. Ds. Schultink zegt er verblijd mee geweest te zijn dat u ons deze middag, voor de tweede keer, hebt willen bevestigen. We hebben gehoord hoe u uzelf verbonden weet aan deze gemeente. De Heere mocht u verder naar lichaam en ziel gedenken en mocht de band die er Hg^ maar meer en meer bestendigd worden.
Ds. Roos wordt hartelijk dank gezegd voor de gesproken woorden. Velen zijn aan uw zorgen toevertrouwd. We weten wat dat inhoudt. Een ontzaglijke verantwoordelijkheid rust op de schouders van een onderherder. De Heere mocht u de kracht willen geven om uw kudde te leiden en dat er ook uit die kudde nog toegebracht mochten worden.
Ds. van Voorden wordt ook hartelijk dank gezegd voor de gesproken woorden. We hebben elkaar leren kennen in de classis Oost. We doen nu samen de classes West en Zuid en dat mag ook zo blijven. We hopen elkander daarin bij te staan en te helpen. De Heere mocht ook u willen gedenken in uw gemeente.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 2003
De Wachter Sions | 8 Pagina's