Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag van de intrededienst van ds. A. Schultink te Bruinisse

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag van de intrededienst van ds. A. Schultink te Bruinisse

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Woensdagavond 9 april 2003 doet ds. A. Schultink intrede in de gemeente van Bruinisse. Het kerkgebouw van de Nederlands Hervormde Gemeente is tot de laatste plaats bezet.

De dienst wordt aangevangen met het zingen van Psalm 33:11. Vervolgens wordt de geloofsbelijdenis van Nicéa gelezen. De Schriftlezing is uit Johannes 10 van vers 1 t/m 21.

Na het uitspreken van votum en groet gaat ds. Schultink voor in gebed. Hierna wordt Psalm 34 de verzen 6, 7 en 8 gezongen.

De tekstwoorden zijn Johannes 10:16a.

Ds. Schultink zegt als thema voor deze avond gekozen te hebben:

”Het Middelaarswerk in het toebrengen van de uitverkorenen”.

Dit wordt nader uitgewerkt in twee gedachten t.w.:

1. De andere schapen van eeuwigheid gekend.

2. De andere schapen toegebracht in de tijd.

Gemeente van Bruinisse, zo vangt ds. Schultink zijn voorwoord aan, wij zijn deze middag als herder en leraar verbonden aan uw gemeente. En dan is het al opgemerkt door onze bevestiger, als de Heere Zijn knechten komt te zenden dan zal de Heere ook zorgdragen dat er werk voor hen zal zijn. De arbeid die te verrichten is, is een arbeid waar wij niet voor de vrucht behoeven in te staan, want voor de vruchten staat de Heere Zelf alleen in. Maar dit wil niet zeggen dat we onze arbeid niet getrouw hebben te verrichten. Nu leven we in tijdsomstandigheden waarin de komst

(Vervolg op blz. 294)

(Vervolg intrededienst ds. Schultink)

van Christus niet ver weg kan zijn. Wat zou het groot zijn als in het laatste der tijden de nalezing nog eens groter zou mogen zijn dan de oogst.

We waren deze middag bijzonder ontroerd dat we op deze wijze verbonden mochten worden aan deze gemeente. We hebben iets gevoeld van de goedkeuring des Heeren, dat Hij daar Zelf in mee is gekomen. De Heere mocht ons samen meer en meer aan elkaar verbinden. Dat doet Hij door middel van Zijn Woord. Ik heb altijd getracht het Woord zo eenvoudig mogelijk neer te leggen, zodat ook in het bijzonder de jonge mensen het zouden mogen verstaan.

De andere schapen van eeuwigheid gekend

We lezen in dit hoofdstuk, een schoon hoofdstuk op zichzelf genomen, de gelijkenis van de goede Herder. We weten niet of de Heere Jezus deze woorden gesproken heeft naar aanleiding van het vorige hoofdstuk. De farizeeën hebben daar Christus geprobeerd met arglistigheid te vangen. Hij antwoordt hen: Indien gij blind waart, zo zoudt gij geen zonde hebben; maar nu zegt gij: Wij zien; zo blijft dan uw zonde.

Jezus sprak tot de Kananése vrouw: "Ik ben niet gezonden dan tot de verloren schapen van het huis Israels". Nu was deze vrouw wel een verloren schaap, maar niet van het huis Israels. Zij behoorde tot degenen die van het heidendom in het hart gegrepen zijn. Christus gaat in dit hoofdstuk bij gelijkenis het Jodendom aanspreken. Zij lieten zich voorstaan dat zij het ware zaad van Abraham waren. Ze hebben Jezus uitgemaakt voor een vraat en een wijnzuiper, een vriend van hoeren en tollenaren. Jezus zegt: "Die niet ingaat door de deur in de stal der schapen, maar van elders inklimt, die is een dief en moordenaar". Er klinkt een stil verwijt door in Zijn woorden. Christus wijst op de deur der stal, dat is de gerechtigheid, die alleen in Christus te vinden is. Christus is de ware Messias die door het Jodendom verworpen is. David heeft in Psalm 23 gesproken: "De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken". Dat heeft het Jodendom niet begrepen. Jezus zegt nu: "Ik heb nog andere schapen, die van deze stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen." Dat zijn schapen die niet tot dat uitwendige Jodendom behoren. Die andere schapen liggen verklaard in de eeuwigheid, in de stille Raad des Vredes. Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde. Dat is een eenzijdige liefde, die niet van 's mensen kant te vinden is. Die liefde heeft een weg moeten banen, waar geen weg was, want wij hebben de weg toegesloten. Die weg is gebaand is Zijn geliefde Schootzoon. Nu gaat Christus hier het Jodendom aanspreken en zeggen dat er nog andere schapen zijn. "Ik heb nog andere schapen...", hierin is geen onzekerheid. Deze schapen behoren niet tot het verbondsvolk van Israël. En nu zou het zo'n wonder zijn als er in de gemeente niet alleen werk voor me is, maar dat er ook nog zouden liggen onder het zegel der verkiezing. Als we gesteld zouden worden als een heirover. Over de verkie­ zing is heel wat te zeggen geweest, maar hier in onze tekst is dat de grondslag der zaligheid en die grondslag ligt in de eeuwigheid. Christus heeft gezegd: "Ik stel Mijn leven voor de schapen." Dit is Hij overeengekomen in dat eeuwige contract met de Vader. Daarin heeft Hij bewilligd om de deugden Zijns Vaders op het allerluisterrijkst te gaan verheerlijken.

Van nature liggen ze allemaal in een andere stal. Daar hebben ze hun vermakelijkheden, daar worden ze geweid door de vorst der duisternis, die hen zou leiden naar de eeuwige rampzaligheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 2003

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Verslag van de intrededienst van ds. A. Schultink te Bruinisse

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 2003

De Wachter Sions | 8 Pagina's