De intrededienst van ds. A. Schultink op woensdagavond 7 oktober 1998 te Barneveld

In de avonddienst van 7 oktober jl. verbond ds. A. Schultink zich aan de Barneveldse gemeente met de woorden uit Jesaja 62:6: "O Jeruzalem! Ik heb wachters op uw muren besteld, die geduriglijk al de dag en al de nacht niet zullen zwijgen. O gij, die des Heeren doet gedenken, laat geen stilzwijgen bij u wezen”.

In zijn voorafspraak zei de dominee hoe hij te elfder ure geroepen is om het werk in Gods wijngaard te mogen doen overeenkomstig het Woord des Heeren: "Gaat ook gij henen in de wijngaard, en zo wat recht is, zult gij ontvangen". (Matth. 20:7). De dominee merkte op dat die woorden "te elfder ure" slaan op hemzelf: hij is niet zo jong meer, maar ook op de tijd waarin hij het Woord des Heeren moet uitdragen. De tijd is voorts kort en de toekomst des Heeren genaakt.

Veel bestrijdingen waren er aan verbonden geweest en toen hij het beroep naar Barneveld moest aannemen, dacht hij dat er alles tegenop zou komen. Maar die dag mocht hij aangenaam gesteld zijn, zijn nood aan de Heere kwijtraken en in het wonder eindigen: "Heere, waarom ik? " Spreker hoopte zijn krachten te mogen verteren in de dienst des Heeren.

Naar aanleiding van de tekstwoorden bepaalde de dominee zijn gehoor bij een drietal gedachten: 1. de aanstelling tot wachter; 2. de drang van die wachter en 3. de wachter aangespoord.

Met Jeruzalem wordt de Kerk des Heeren bedoeld. De Heere heeft in Zijn Kerk wachters gesteld. Dat zijn gewone, zwakke mensen die bidders als Aaron en Hur nodig hebben. Vroeger werd wel eens gezegd: "Bid ons vol en dan zullen wij u vol preken". Mochten er nog bidders onder ons gevonden worden die Gods knechten dragen op de vleugelen des gebeds. Hoe zwaar kan die last drukken op de schouders van Gods knechten en toch is het hun begeerte dat Woord uit te mogen dragen.

Een wachter moet waakzaam voor de stad zijn. Zo behoort een herder en leraar te waken voor de zielen, hem toebetrouwd. Een dergelijke wachter behoort zelf genade te bezitten, anders wordt een blinde door een blinde geleid. Ook dient een wachter door de Heere geroepen en aangesteld te zijn om waakzaam te zijn. Arme wachters die noch genade noch de roeping tot het ambt kennen.

Niemand immers neemt zelf die eer aan, maar de wachters worden door de Heere geroepen.

Een wachter heeft vast te houden aan het zuivere Woord des Heeren. Die Waarheid wordt vaak geweld aangedaan, maar Gods knechten worden geroepen dat Woord te verdedigen. Daarom is biddend onderzoek voortdurend nodig. Een biddend en aanklevend leven is nodig om ook toe te nemen in de prakticale kennis van dat Woord. De hoorders dienen er van overtuigd te zijn dat hun wachter de zuivere leer uitdraagt en dat zijn woord het Woord der Waarheid mag zijn. De bazuin moet een zuiver geluid doen horen! Een trouwe wachter moet de bazuin blazen bij dreigend gevaar. Hij moet Jakob zijn zonden en Israël zijn overtredingen verkondigen. Ook moet hij wijzen op de naderende oordelen die zeker op de zonden volgen. Hij mag zijn post niet verlaten, ook al is het nacht en al nadert de vijand. Juist dan moet hij de bazuin laten horen. Alleen de Heere kan hem op wettige wijze van zijn post aflossen. De Heere gaat met de ware wachters vaak door diepe en onbegrijpelijke wegen!

Verder dient een wachter te waarschuwen tegen een valse en verkeerde leer. Vooral "de armen" moet het Evangelie verkondigd worden en de ontdekten de weg naar Christus gewezen worden. Daartoe gebruikt de Heere de bediening van Zijn heilige Wet als een tuchtmeester tot Christus. Alles buiten die Persoon moet wegvallen. Een waarlijk bekommerde ziel wil eerlijk behandeld worden. Hoewel een mens geneigd is een grond buiten Christus te leggen, zo moet toch alles buiten Hem ontvallen. Hij alleen moet de grond en het fundament zijn!

Hoe kan er een uitkijken van de wachters zijn of het uitdragen van dat Woord ook vrucht mag dragen. Hoeveel volk des Heeren heeft Barneveld mogen bezitten en "wat is Jakob nu dun geworden". De schuld daarvan ligt niet bij de Heere!

Johannes op Patmos weende zeer omdat er niemand gevonden werd het boek te openen. Niemand: de mens moet in de onmogelijkheid gebracht worden, er moet geen weg buiten de enige Weg meer overschieten. Wat leven we toch gemakkelijk door, terwijl we allen verdoemelijk voor God liggen. Mochten we als verlorenen de Heere aan deze zijde van het graf nog in handen vallen!

Laat er geen stilzwijgen bij ons zijn, maar laten we onze nood aan de Heere bekend maken. Laat er geen stilzwijgen bij Gods knechten zijn, door de mensen dood en oordeel voortdurend aan te zeggen. We moeten als een brandhout uit de hel gerukt worden. Mochten we leren roepen uit de nood van ons hart: "Heere, bekeer ons tot U".

Geen stilzwijgen mag er zijn wat betreft onze doodstaat. Maar ook geen stilzwijgen betreffende het werk van de Middelaar. Zijn banier hopen we te ontrollen, ook al hebben we maar één talent van de Heere ontvangen. Van mij en van ons behoeft er niets bij. Mochten we elkaar maar verdragen en mocht onze bekwaamheid met een Paulus maar van de Heere zijn.

Na het zingen van Psalm 122:1: "Ik ben verblijd, wanneer men mij...", kreeg wet­ houder Verhoeks het woord. Hij bedankte voor de uitnodiging voor deze avond en riep de dominee een hartelijk welkom toe.

"U bent veel van huis geweest en u zult om de veertien dagen op zondag weg zijn, maar ik hoop dat Barneveld echt een thuis voor u mag worden. Mijn gedachten gaan terug naar augustus 1983 toen ds. Van Straalen en mijn oudste broer hier stonden, maar die nu beiden, naar we geloven mogen, de strijd te boven zijn", aldus de wethouder.

De volgende spreker was ds. Monster, de plaatselijke predikant van de Oud Ger. Gemeente. Hij sprak namens de Ger. Gemeente, de Ned. Herv. Kerk en de Oud Ger. Gemeente van Barneveld. Hij hoopte dat bij elkaar mocht worden gebracht wat bij elkaar hoort en haalde in dat verband Psalm 106 vers 25 aan: "Wil ons, nog overal verspreid, genadig weer bijeen vergaad'ren; zo word' Uw naam en roem verbreid".

Ds. Roos sprak namens de classis Oost. Hij wees op de grote gemeente van Barneveld en de vele zielen die toebetrouwd zijn aan ds. Schultink. Een leraar heeft de volle raad Gods te verkondigen: de dood in Adam en het leven in Christus. Het werk der bediening is een onmogelijk werk voor een wachter. Maar daarom heeft hij de zalvende bediening zo nodig. Van nature is een wachter onbekwaam, opstandig en hij wil niet wat God wil. Maar als de Heere overkomt, kan de preekstoel een medicijn zijn. Weliswaar wordt het werk van de Heere beproefd, maar de Heere blijft getrouw.

"U bent bevestigd als herder en leraar, maar we moeten vanwege de weinige predikanten meer het werk van leraar dan van herder doen. Het werk is veel, maar hulp van God gekregen hebbende, staan we tot op deze dag. Ook mevrouw Schultink het beste toegewenst”, sprak ds. Roos.

Tenslotte sprak de voorzitter van de kerkenraad, ouderling J. v.d. Brink, hartelijke woorden tot de pas bevestigde dominee. Laatstgenoemde mocht maar veel bediend worden van de Leraar der Gerechtigheid. Het werk is niet moeilijk, maar onmogelijk. De mirten groeien in de diepte en dat plaatsje is een gezegende plaats, want vanuit de diepte moet het licht komen.

De dichter van Psalm 25 getuigt: "Mijn ogen zijn op U". Strijd staat de ware knechten te wachten, maar de Heere mocht daarin worden aangelopen: "Twist met mijn twisters, Hemelheer', ga mijn bestrijders toch te keer”.

De Heere mocht Zijn Woord willen zegenen. Dat Woord kan ons wijs maken tot zaligheid. Het bloed van de Heere Jezus zal aan de zijposten van ons hart moeten worden toegepast. Een overtuiging is te kort, er zal een overbuiging moeten plaatsvinden.

Ook mevrouw Schultink werd opgeroepen haar man bij te staan in zijn zware taak. Ook werd een beroep gedaan op de gemeente om de dominee zoveel mogelijk met rust te laten. Het werk is veel en er is veel jeugd. Meer dan 500 kinderen bezoeken de eigen school.

Mocht de dominee maar gedragen worden op de vleugelen des gebeds. Ook de predikanten Roos en Mallan werden bedankt voor het werk dat zij voor Barneveld hebben gedaan. Inzonderheid ds. Roos, die zoveel voor de gemeente van Barneveld betekend heeft!

Op verzoek van ouderling Van den Brink werd ds. Schultink toegezongen Psalm 147 vers 6: "De HEER' betoont Zijn welbehagen”.

Hierna bedankte ds. Schultink al de sprekers. Vooral werden ds. Mallan en dhr. L.M.P. Scholten bedankt voor hun gegeven lessen. Ds. Mallan is als een vader voor hem geweest. Ds. Schultink was blij door hem bevestigd te zijn en hoopte dat de broederlijke liefde, ook met ds. Roos, mocht blijven.

Verder werden bestuur, directie en personeel van de school, koster H.L. van Welie, de organisten en al degenen die geholpen hebben aan de pastorie, hartelijk dank gezegd.

Tenslotte werd ds. Schultink door de gemeente staande toegezongen Psalm 122 vers 3:

Dat vreed', en aangename rust,
En milde zegen u verblij;
Dat welvaart in uw vesting zij,
In uw paleizen vreugd en lust.
Om vriend en broed'ren spreek ik nu:
De vrede zij en blijv' in u;
Nooit moet haar nijd of twist verkloeken.
Om 's HEEREN huis, in u gebouwd.
Waar onze God Zijn woning houdt.
Zal ik het goede voor u zoeken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen