De moderne toren van Babel
Er waart op het ogenblik een paniek rond in de westerse wereld. De moderne mens ziet ineens geen toekomst meer. Jarenlang had hij zijn betrouwen gesteld op de zegeningen van wetenschap en techniek. Jarenlang had hij gedacht, dat steeds weer nieuwe uitvindingen op de duur een gelukstaat op aarde brengen zouden, waar niemand meer honger of gebrek lijden zou. Maar die droom is wreed verstoord.
Steeds meer gaat hij in die vooruitgang vaö de techniek een vloek zien.
Steeds bredere wegen voor steeds meer auto's.
Steeds grotere centrales voor steeds meer energiegebruik.
Steeds grotere vliegvelden voor steeds snellere vliegtuigen.
Steeds meer insecticiden voor steeds rijkere oogsten.
Steeds luxere verpakking voor steeds twijfelachtiger goederen.
En het gevolg is: Steeds slechtere lucht. Steeds meer stank. Steeds meer lawaai. Steeds viezer water. Steeds meer gifstoffen in ons lichaam. Steeds meer zenuwzieke mensen. Steeds meer doden op de weg.
En zo zouden we nog een tijd door kunnen gaan.
De groei van economie, wetenschap en techniek, die tot doel had, het leven zoveel aangenamer te maken, is thans hard op weg, het leven ondraaglijk te maken.
En nu hebben onheilsprofeten gezegd, dat de wereld nog maar 30, hooguit 35 jaar bestaan kan. Dan is alles op. De „club van Rome", vooraanstaande geleerden en kopstukken uit het bedrijfsleven uit vele landen, vergaderend in Rome, hebben het uitgerekend met hun computers.
Over het precieze jaartal wordt getwist. Daar gaat het ook niet om. Of het zal zijn in de jaren van onze kinderen, of onze kindskinderen en hun kinderen, doet er in de grond der zaak niet toe. Zeker schijnt te zijn, dat als alles zo doorgaat als nu, de mensheid binnen afzienbare tijd op grenzen stoot, waaraan wij amper durven denken. Een eindige wereld heeft nu eenmaal niet een oneindige voorraad grondstoffen.
Wij leven nu eenmaal niet meer als vroeger. De mens heeft grondstoffen nodig om de bestaande goederenproductie voort te zetten. Die moeten uit de aarde komen. Maar de aarde raakt uitgeput. Als we doorgaan in het tempo van nu, dan is het lood over 15 jaar op, het goud over 17 jaar. De zinkmijnen zullen na 18 jaar uitgeput zijn, de zilvermijnen na 20 jaar. Aardgas is er nog voor 35 jaar, koper voor 40 jaar en aardolie voor 70 jaar.
Tegelijk openbaart de snel voortschrijdende milieuvervuiling, dat het wonderbaarlijke technische en economische groeiproces een huiveringwekkende keerzijde heeft, namelijk een dreigende vernietiging van de atmosfeer, waarin mens en dier moet ademen en leven. Welke hoeveelheden nodig zijn om de mens in zijn eigen vuil onder te laten gaan, heeft men nog niet kunnen berekenen. Maar ieder begrijpt wel, dat ook de vervulling haar grenzen kent. De klachten rondom Rotterdam zijn nu al niet van de lucht. Mensen, die toch al last van hun longen hebben, kunnen daar in bepaalde plaatsen of wijken niet meer wonen. Vissen sterven aan kwik. De bossen zijn niet meer schoon te krijgen.
Zo gaat de wereld in steeds sneller tempo naar een uitputting van de natuurlijke hulpbronnen en naar algehele vervuiling van de natuur. De mens, die hefe geloof in God als de Schepper en Onderhouder van hemel en aarde heeft losgelaten en zo graag zelf het roer in handen wilde nemen, begint goed radeloos te worden.
Wat moeten wij daar nu van denken ? Moeten we denken: och, het is allemaal maar sensatie en bangmakerij, links gedoe van mensen wie het voornamelijk om revolutie en strijd tegen' het kapitalisme, tegen de grote industrieën te doen is ? Daar lijkt het inderdaad veel op, als we kennis nemen van allerlei publikaties. Maar de eigenlijke „club van Rome" bestaat allerminst uit linkse revolutionaire herrieschoppers, maar zover we hebben kunnen nagaan uit serieuze professoren en mensen uit het bedrijfsleven zelf. Helemaal niet uit mensen, wie het om platte sensatie te doen was.
Moeten we zeggen: het kan eenvoudig niet wat deze mensen beweren, want het is in strijd met wat de Heilige Schrift ons leert. Het kan niet zijn, dat de aarde op de duur onleefbaar wordt en haar bewoners niet meer kan voeden. Want dat zou het einde van de menselijke geschiede' nis betekenen en dat zou in strijd zijn met Gods toezegging aan Noach: „Voortaan al de dagen der aarde zuUen zaaiing en oogst, en koude en hitte, en zomer en winter, en dag en nacht, niet ophouden."
Dat is waar. En als dan ook in sensationele verhalen het zo wordt voorgesteld, als zou over dertig jaar de hele mensheid op een rampzalige wijze aan een eind komen, omdat alle voedsel, grondstoffen enz. op zijn, dan is dat een voorstelling, die beslist in strijd is met Gods Woord. Maar aan de andere kant spreekt dat Woord ook over ongekende hongersnoden en pestilentiën in het laatst der dagen.
Neen, het past ons allerminst, om ons schouderophalend van deze voorstellingen af te maken en te zeggen: het zal zo'n vaart wel niet lopen. Dan zij we als Üegenen, die roepen „het kwaad zal tot ons niet genaken" en die de breuk der dochter mijns volks op het lichtst genezen, zeggende: Vrede, vrede ! doch daar is geen vrede. Zoals wij niet mogen zeggen: „nooit meer oorlog", zo kunnen en mogen we ook nimmer zeggen: „nooit meer hongersnood."
Integendeel, wat de „club van Rome" ons thans verkondigt, klinkt ons niet als nieuw in de oren. De cijfers en de harde jaartallen wel Maar in feite vormen ze alleen maar een bevestiging van wat onder ons al veel langer ge zegd is. Namelijk dat, evenals voor de oorlog de volkenbond een toren van Babel was die zeker zou ineenstorten, zo ook de economische en technische groei, wel aangebeden als het gouden kalf, toch eerlang zou blijken, eveneens een torenbouw van Babel te zijn, waarmede het ook evengeHjk zou aflopen.
Laten we overdenken, wat het zeggen wil, dat om onzentwil de vloek over het aardrijk gekomen is. De „club van Rome" stelt voor vragen, die om een oplossing vragen. Zo, als het nu gaat, zal het inderdaad niet door kunnen blijven gaan. Dat voelen we op meerder gebied. Men denke ook aan de steeds sneller voortgaande ontaarding der zeden. Er is een nauw verband tussen geestelijke en stoffelijke vervuiling van het leefklimaat.
We willen in volgende artikelen eerst de verkeerde oplossing bespreken, die thans door velen wordt aangeprezen, en vervolgens de richting aangeven, waar wel een uitweg verwacht mag worden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 1973
De Wachter Sions | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 1973
De Wachter Sions | 8 Pagina's