HET ELFTAL IS BEGONNEN
Classispredikanten willen gesprek aangaan, luisteren, bemoedigen
De Protestantse Kerk in Nederland heeft het aantal regionale kerkvergaderingen (classes) teruggebracht van 74 naar 11. Elke classis krijgt een eigen gezicht: de classispredikant. Vanaf 1 september is het elftal aan de slag gegaan.
De redactie stelde hen een tweetal vragen, en hoewel verschillenden van de kersverse aangestelde predikanten aangaven dat de eerste vraag wat voorbarig was, hebben ze toch allen een antwoord geformuleerd: Wat hebben de kerkelijke gemeenten in hun classis het hardste nodig, volgens deze classispredikanten? En hoe willen ze de eerste twee maanden gaan invullen?
DS. K. (KLAAS) VAN DER KAMP (59) - CLASSIS OVERRIJSSE-LFLEVOLAND
‘Het is de classis die beslist wat de kerkelijke gemeenten het hardst nodig hebben.
We hebben als net gevormde classis nog maar enkele zaken kunnen doornemen, zoals beleid rond parttime-invulling predikantsschappen, aanstellingen van pastoraal werkers en de vraag in hoeverre het lukt als gemeenten onderling samen te werken.
In de eerste weken zorg ik dat de backoffice op orde is: dat adressenbestanden kloppen, dat basisinformatie beschikbaar is voor de regio, en maak ik kennismakingsbezoeken bij christelijke, maatschappelijke instellingen in de regio. En ik begin met de bezoeken van predikanten en kerkenraden.’
DS. W.B. (WIM) BEEKMAN (62) - CLASSIS FRIESLAND
‘Bemoediging, dat is wat de kerkelijke gemeenten in Friesland het meest nodig hebben.
Kerken lopen niet leeg, kerken krimpen. Wij moeten leren omgaan met de krimp. Niet als laatste straks het licht uitdoen, maar de Godslamp brandende houden. Suggesties van elkaar hoe je kleine gemeente kunt wezen, zijn hard nodig.
Mijn hoofdtaak is alle Friese gemeenten en voorgangers pastoraal te bezoeken. Ik ga daarvoor de eerste afspraken maken.’
DR. J. (JAAP) VAN BEELEN (60) - CLASSIS GELDERLAND-ZUID ENOOST
‘In de eerste plaats wil ik luisteren naar wat er leeft in de gemeenten, met hen meedenken, hen verder helpen en zo nodig een tegenover zijn. Veel gemeenten hebben het hardste nodig dat ze elkaar kunnen helpen en dat er met hen wordt nagedacht over de vraag: waarom zijn we kerk, hoe kunnen we dat blijven in een situatie van krimp? De komende tijd zal mijn tijd gevuld zijn met training, voorbereiding, lopende zaken en in oktober hoop ik te beginnen met reguliere bezoeken.’
DS. J. (JAN) HOMMES (61) - CLASSIS GRONINGEN-DRENTHE
‘In de provincies Groningen en Drenthe hebben we te maken met veel kleine gemeenten.
Samen optrekken en predikanten en gemeenten met elkaar verbinden is nodig om als kerk aanwezig en zichtbaar te blijven en daarvoor zijn volop mogelijkheden. Om jonge mensen te bereiken, kunnen we zoeken naar nieuwe vormen. Dat kost tijd en inzet van mensen en middelen en daar gaan we mee aan de slag. Ik verwacht dat die inzet energie zal geven en vreugde in kerk-zijn.’
DS. M.J. (MARCO) LUIJK (55) - CLASSIS NOORD-BRABANT EN LIMBURG
‘Wat kerkelijke gemeenten nodig hebben, ga ik onderzoeken in een honderd dagen programma waarin ik als classispredikant zal kennismaken en nagaan wat er speelt en wat aandacht nodig heeft. Ik zal mij toeleggen op verbinding, op inspiratie en bemoediging, op de schoonheid en de troost. De rol van classispredikant is als die van de coach van een elftal. Geestelijk leiderschap heeft voor mij als doel gemeenten, lidmaten en predikanten in positie en in hun kracht te zetten. Het gaat erom de relevantie van het Evangelie voor het voetlicht te brengen en het goede van de protestantse traditie te bewaren.’
DS. P. (PETER) VERHOEFF (55) - CLASSIS NOORD-HOLLAND
‘Wat gemeenten in Noord-Holland – naast vertrouwen dat de Heer naar Zijn kerk omziet – het hardste nodig hebben, is het gevoel dat ze er niet alleen voor staan. Ik wil daarom in de eerste tijd veel investeren in contacten leggen met gemeenten en tussen gemeenten. Ik hoop gemeenten zo te helpen te gaan zien wat ze nodig hebben, maar ook wat ze te bieden hebben, en proberen dat bij elkaar te brengen.’
DS. W.T.V. (TRINETTE) VERHOEVEN (56) - CLASSIS UTRECHT
‘In de classis Utrecht zijn er gemeeten die lijden onder krimp, andere bloeien juist. Maar alle gemeenten zijn afhankelijk van Gods Geest om aan haar roeping, gemeente van Christus te zijn, te kunnen voldoen. Van mij mag men verwachten dat ik samen met de gemeenten wil ontdekken welke weg de Geest ons wijst in onze tijd. De eerste twee maanden zijn bestemd voor het inlezen in dossiers, prioriteitenlijsten maken en kennismaken met de leden van de classis, het moderamen en de classicale werkgroepen en vooral veel luisteren.’
DR. W.G. VAN IPEREN (48) - CLASSIS VELUWE
‘Ontmoeten’ is voor mij een speerpunt. Naar de ander luisteren, elkaar ondersteunen, inspireren, prikkelen en waar nodig een helpende hand bieden.
De eerste maanden zullen in het teken staan van kennismaken, mezelf oriënteren via websites en kerkbladen, eerste afspraken maken, vergaderingen bijwonen van (breed)-moderamen en classis. We komen bij elkaar als classispredikanten en zullen ons samen bezinnen op onze opdracht.’
DS. J.S. (JULIA) VAN RIJN (59) - CLASSIS ZUID-HOLLAND-NOORD
‘Mag ik de vragen omdraaien? Omdat ik de classis Zuid-Holland-Noord niet goed ken, zal ik ten minste de eerste twee maanden besteden aan kennismaken met kerkenraden, ringen, collega-predikanten, kerkelijk werkers en pioniers om te horen wat hun vreugden en zorgen zijn. Wat we in elk geval nodig hebben, is dat we in gebed en in gesprek samen ontdekken wat de Geest tot de gemeenten zegt en daarnaar handelen.’
DS. G. (GERRIT) VAN MEIJEREN (53) - CLASSIS ZUID-HOLLANDZUID
‘Graag wil ik de gemeenten leren kennen om samen te ontdekken wat er nodig is. In het Nieuwe Testament zie ik in de brieven aan de gemeenten een tweesporenbeleid van bemoediging en uitdaging. Ik zie ernaar uit om daar dienstbaar aan te zijn. De komende tijd staat in het teken van ingroeien in een nieuw ambt. Dat betekent kennismaking en ontmoeting, met de classicale vergadering, de collega’s en met gemeenten, onder andere in de zondagse eredienst.’
DS. A.P. (ARIE) VAN DER MAAS (52) - ZEELAND EN ZUIDHOLLANDSE EILANDEN
‘Wat de gemeenten het hardste nodig hebben, is iemand die goed luistert en oog heeft voor de eigenheid van de gemeente en van daaruit bemoedigd worden om vanuit het Woord vernieuwde concentratie te vinden op de kern van het kerk zijn: het delen in en delen van de liefde van Christus.
De eerste maanden wil ik een begin maken met een serie orientatiegesprekken met alle predikanten, kerkelijke werkers en (delegaties van) kerkenraden. De sleutel tot het ambt van classispredikant ligt in het opbouwen van vertrouwensrelaties.’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 2018
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 2018
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's