Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET VOLTOOIDE LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET VOLTOOIDE LEVEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het kabinetsstandpunt over de mogelijkheid een ‘voltooid leven’ te beëindigen heeft enorme aandacht getrokken.
In zijn dagelijkse column in de Volkskrant heeft Arnon Grunberg het over de ‘maakbare dood’ naast het ‘maakbare leven’. Daarmee citeert hij uit een vraaggesprek in dezelfde krant (22-10) met Anne-Mei The, hoogleraar langdurige zorg en dementie. Zij is niet gelovig en – zoals ze zegt – niet tegen een geplande dood. Laura de Jong sprak met haar en het gesprek blijkt vooral over de zorg voor ouderen te gaan. Enkele fragmenten.

VOLKSKRANT

De regering zegt hiermee tegemoet te komen aan een behoefte. Leeft dit onder ouderen?

Ik zie oude mensen die het niet erg vinden om niet meer wakker te worden en daar soms op hopen. Maar dat is iets anders dan doodgemaakt willen worden. Op mij komt zo’n voltooid-levenwetsvoorstel erg makkelijk over, je maakt een wet en ziezo, het is geregeld. Partijen kunnen er misschien mee scoren, maar het lost het echte vraagstuk natuurlijk niet op.

En dat is?

Het gaat in wezen om de vraag: hoe behandelen wij onze ouderen? Hoe we omgaan met ouderdom, lijden, kwetsbaarheid, eenzaamheid, sociaal isolement is een onderschat probleem. We weigeren ons erin te verdiepen. Mensen hebben het gevoel dat ze er niet meer bij horen, niet voor vol worden aangezien en geen bijdrage aan de samenleving meer kunnen leveren. Daardoor voelen ze zich wanhopig en overbodig. Maar ik geloof niet dat de maakbare dood op het einde de oplossing is. Ik ben er niet helemaal tegen, maar ik krijg er wel een akelig gevoel bij dat het vastleggen bij wet als enige antwoord op die veel complexere problematiek wordt geboden. Dat het geregeld moet worden, heeft iets krampachtigs. Net als die sfeer van onvermijdelijkheid. Dat speelt vaker bij euthanasie. Er hangt iets in de lucht dat je niet tegen mag zijn. Dat het toch vooral ‘moet kunnen’. Typisch Nederlands. (...)

In het interview pleit prof. Anne-Mei The sterk voor een bredere blik op ouderen en hun sociale context.

Belangrijker vind ik dat wij als samenleving een bredere verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van een hele groep mensen met het gevoel dat ze buiten de boot vallen. Afhankelijkheid komt, ouderdom komt, kwetsbaarheid komt - daar kunnen we niet zoveel tegen doen. Maar we hebben wel een keuze hoe daarmee om te gaan.

Zoals?

De sociale context is belangrijk. Hoe mensen zich voelen, wordt sterk bepaald door hoe de omgeving zich opstelt. Ik doe al jaren onderzoek naar dementie. Op de vraag wat mensen met dementie het allerergste vinden, wordt niet het verval van het brein genoemd, maar: mijn omgeving. Dat mensen ze niet meer voor vol aanzien, dat over hen wordt gepraat in plaats van met hen.
Ik vond dat schokkend, want wij doen dat. Tegelijkertijd is het hoopvol, want we kunnen er ook wat aan doen. Het leven van kwetsbare mensen kan aangenamer worden door aan hun eigen veerkracht te werken en door hun sociale omgeving te ondersteunen.

Met betere zorg kunnen we voltooid-leven-aanvragen terugbrengen?

Ja, als we vanuit die sociale benadering wezenlijk ander beleid maken, zal een deel van die aanvragen verdampen. Maar het moet breder aangepakt. Net als er rond zwangerschappen een netwerk is - van pufclub, consultatiebureau tot huisarts -, moet dat ook rond ouderdom worden georganiseerd. Mensen moeten in staat worden gesteld zich voor te bereiden, voor een ander te zorgen, denk aan mantelzorgverlof. De jeugd moet eerder in contact worden gebracht met de ouderdom, zodat we de beeldvorming veranderen. Het vergt goed kijken naar wat nodig is in de praktijk maar ook een cultuurverandering, waarbij we aandacht geven en er voor een ander zijn.

Het contrast tussen artsen en verpleegkundigen illustreert het mooi. Artsen nemen de moeilijke beslissingen, daar gaat het grote geld in om. De verpleegkundigen die naast je bed zitten, je door de nacht heen praten en je hand vasthouden, hebben in onze maatschappij minder aanzien. Maar wat zij doen, daar gaat het nou net wel om.

En kunnen ouderen zelf ook nog wat doen?

Zeker, iedereen maakt akelige dingen mee maar je staat wel altijd voor de keuze hoe je daarmee omgaat. Mensen kunnen zich richten op wat nog wel mogelijk is in plaats van te blijven focussen op vroeger. Maar als samenleving zijn we iets kwijtgeraakt in verhouding tot kwetsbaarheid. Dat stoort mij ook zo aan de hedendaagse cultuur van healthy aging. Alles moet leuk en mooi zijn maar zo is het leven niet. We worden bang gemaakt voor de aftakeling.(...)

NEDERLANDS DAGBLAD

Op 13 oktober verscheen in het Nederlands Dagblad een reactie van prof.dr. Maarten Verkerk, lid van de commissie-Schnabel, die het kabinet juist had geadviseerd niet te komen met een nieuwe wet hulp bij zelfdoding maar de bestaande euthanasiewetgeving te handhaven. Verkerk analyseert de kabinetsbrief:

Het uitgangspunt van het kabinet is ‘autonomie’. De ministers schrijven: ‘Leidende gedachte voor de oplossing die het kabinet zoekt is in hoeverre aan de autonomie van degene die een stervenswens heeft tegemoet te komen.’
Deze leidende gedachte is zo prominent aanwezig dat het een ‘verleider’ is geworden, die kritische vragen overbodig maakt. Hoe autonoom ben je als je oud en kwetsbaar bent? Hoe autonoom ben je als je eenzaam bent en geen zin meer in je leven ervaart? Is de dood dan een oplossing? Of is de dood een verleider, die ons brengt waar we eigenlijk niet naartoe willen?
Die vragen komen niet op een indringende manier aan de orde. Over de noodzaak van bescherming van zeer kwetsbare groepen spreekt de brief alleen in globale termen.

De thematiek van het voltooide leven roept emoties op en scherpe meningen. Maar waar de een meent dat met deze voorgenomen wetgeving de samenleving op een ramp afkoerst, spreken anderen van een recht en van waardigheid en barmhartigheid. In zijn bespreking in het blad Soteria van het boek Het seculiere experiment van Hans Boutellier betoogt prof.dr. Stefan Paas dat er in onze samenleving sprake lijkt van morele machteloosheid. Boutellier schetst in zijn boek de ontwikkelingen in onze samenleving waarin ‘het Hogere’ is afgezworen. Ik neem twee fragmenten van Paas over uit de omvangrijke recensie.

SOTERIA

Morele evaluaties zijn (...) afhankelijk van de moraal die je hanteert. Neem de huidige euthanasiepraktijk. Zelfs traditioneel vrijzinnige bladen als de ‘NRC’ en ‘De Groene’ vinden dat het te gek dreigt te worden met de huidige ruimte om mensen aan hun eind te helpen. Maar voor anderen is het allemaal nog lang niet ruim genoeg: pas als euthanasie net zo gewoon is als naar de tandarts gaan, zijn we waar we wezen moeten. Of neem de bankencrisis, waarover onze hoogsteigen Joris Luijendijk zegt dat het hier gaat om diepgaand moreel bederf. En wat te denken van autonome technische groei, waardoor we inmiddels openlijk kunnen speculeren over het maken van mensen naar ons beeld en gelijkenis? In moreel opzicht lijken we tamelijk machteloos om hier enige sturing aan te geven.

(...) Boutellier legt zelf zorgvuldig en indringend bloot hoe moeilijk het tegenwoordig nog is om samen ergens iets van te vinden en dienovereenkomstig te handelen. (...) We zijn een ‘pragma-cratie’ geworden, zegt Boutellier: een samenleving die min of meer autonoom wordt voortgedreven door het gewicht van zijn eigen instituties en debatten. Vanzelfsprekende autoriteit en ideologie spelen daarin nauwelijks nog een rol. Wat dan wel? Wat houdt de boel nog bij elkaar en wat geeft richting aan ons gezamenlijke streven?

Het debat over het voltooide leven is een voorbeeld van het ontbreken van een gezamenlijk en samenhangend ‘verhaal’. Wanneer het nagenoeg onmogelijk is om samen nog ergens iets van te vinden, versta je elkaar niet meer en komt een fundamenteel debat niet meer van de grond. Dat zie je in de media en in de Tweede Kamer. Dan dreigt het risico van de meerderheid die (altijd) gelijk heeft.

Ds. G. van Meijeren is hoofd mobiliteitsbureau Predikanten & Kerkelijk Werkers van de Protestantse Kerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

HET VOLTOOIDE LEVEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's