Alarmsignaal voor Europa
Wim Verwoerd misbruikt Bijbel en denkt sektarisch
Het boek Weg uit Babylon van Wim Verwoerd wil een alarmsignaal zijn. Ik typeer het in meer dan één opzicht als alarmerend. Wie de auteur kritiekloos volgt, vervreemdt van de christelijke kerk en kan het slachtoffer worden van een sektarische ideologie.
Met het bovenstaande is een scherp oordeel geveld. Daarmee is niet gezegd dat er geen goede dingen in het boek staan. Het ademt een diepe ernst en een oprecht verlangen om de bijbelse boodschap onverkort ter harte te nemen.
Opname
Positief is dat de leer van de opname van de gemeente, die vanuit evangelische kring hier en daar ook in de Protestantse Kerk en in andere kerken van gereformeerde signatuur binnendringt, helder wordt afgewezen.
Van belang en zeker in onze tijd hard nodig is het zicht op de blijvende bijzondere plaats van het volk van de Joden in het raadsplan van God.
Verder is bijvoorbeeld de uitleg dat de ‘duizend jaren’ uit Openbaring 20 een aanduiding kunnen zijn van de jongste dag, het overwegen waard. Alleen is het jammer dat deze uitleg zonder enige terughoudendheid als dé ware uitleg geponeerd wordt. Hier ontbreekt helaas elke bescheidenheid en wijze terughoudendheid, zoals trouwens het hele boek in al te grote stelligheid is geschreven.
Ik geloof de auteur op zijn woord als hij schrijft: ‘Mijn gebed is dat dit boek een einde zal maken aan alle verwarring die er is over de eindtijd met zoveel verschillende visies’ (8). Dit klinkt echter even naïef als pretentieus: een eind maken aan alle verwarring? In werkelijkheid doet de schrijver de verwarring alleen maar toenemen, omdat hij op een aantal kruispunten de verkeerde weg inslaat en op zijn dwaalweg anderen meeneemt.
Rome als antichrist
Een rode draad door het boek is de identificatie van het pausdom te Rome met de antichrist. De lezer proeft een ouderwets antipapistisch sentiment (bijvoorbeeld als bisschoppen als ‘Sinterklazen’ worden aangeduid).
Het is bekend dat in de gereformeerde traditie meer dan eens het verband tussen ‘Rome’ en de antichrist is gelegd. In het licht van de bloedige vervolging die protestanten van roomse zijde in vroeger eeuwen hebben moeten ondergaan is dat ook zeker te begrijpen.
Ik denk dat we er niet omheen kunnen te erkennen dat de kerk van Rome meer dan eens in de historie antichristelijke trekken heeft vertoond. Maar daarmee is een totale en definitieve identificatie van ‘Rome’ met de antichrist nog allerminst gerechtvaardigd.
In werkelijkheid is het beeld veel genuanceerder en zien we dat de Heilige Geest ook de Rooms- Katholieke Kerk niet heeft verlaten en binnen dat kerkgenootschap op verrassende wijze wil werken. Zelfs Johannes Calvijn erkende in zijn dagen dat zich oprechte gelovigen binnen de kerk van Rome bevonden. Dat deed overigens niets af aan zijn fundamentele bezwaren tegen dit kerkgenootschap.
Kerkgeschiedenis
Het is opvallend hoezeer Verwoerd een zwart-witschema op de kerkgeschiedenis toepast. Zo oordeelt hij bijvoorbeeld over keizer Constantijn de Grote uiterst negatief. Voor enige nuance is geen ruimte.
Wanneer de heidense keizers het toneel verlaten hebben, is daarmee volgens Verwoerd de weg vrij voor een onbegrensde groei van het pausdom en wordt de keizerlijke troon tot een heilige stoel. De christenvervolging van de Romeinse keizers zien we bij de Roomse kerkmacht terug in gruwelijke martelingen en rokende brandstapels (57).
Te gemakkelijk wordt alle onrecht en afwijking binnen de kerkgeschiedenis op het bord van ‘Rome’ geschoven. Zo zou ‘de afvallige Roomse kerk met een valse religie’ verantwoordelijk zijn voor het onnoemelijk vele leed dat de Joden is aangedaan.
Het is goed dat de auteur aandacht vraagt voor deze realiteit, maar daarbij zou hij moeten erkennen dat haat en geweld tegen de Joden door de kerkgeschiedenis heen in állerlei kringen en sectoren van de christelijke kerk een maar al te grote plaats hebben gehad. Niemand kan hier de handen in onschuld wassen.
Kerktorens
Verwoerd vereenzelvigt het grootste deel van de kerkgeschiedenis, inclusief de eeuwen van de Vroege Kerk met bepaalde zwarte episoden uit de late Middeleeuwen en de Reformatietijd. Alsof de kerk in 325 al gekwalificeerd zou kunnen worden als ‘antichristelijk pausdom’.
Zijn ideologische bril brengt de auteur ertoe om bijvoorbeeld het symbool van het kruis en zelfs het plaatsen van kerktorens als heidens af te wijzen. Ergens een kruisteken als symbool aanbrengen, zou inhouden dat we een schandpaal en martelwerktuig vereren en het plaatsen van een kerktoren zou alles te maken hebben met de tempels en torens in het Babylonische rijk.
De hele maand december is ‘één grote leugen met onbijbelse gebruiken. Met Sinterklaas wordt de kinderen voorgelogen, met Kerstfeest en met Oud en Nieuw viering bedriegen we onszelf ’ (167).
De praktijk van de kinderdoop zou ook al terug te voeren zijn op heidense praktijken met Babylonische wortels. Wie zulke dingen schrijft, is kennelijk de dialoog voorbij en denkt ronduit sektarisch.
Christelijk geloof wordt hier losgemaakt van elke historische en culturele verworteling. Het werk van de Geest in de cultuur wordt totaal miskend. En al evenzeer dat de Kerk op haar weg door de eeuwen ondanks veel afdwalingen toch door de Geest is geleid.
Zondagsviering
Verwoerds visie op de zondagsviering hangt direct samen met deze eenzijdig negatieve beoordeling van de kerkgeschiedenis. Hij noemt het vervangen van de sabbat door de zondag ‘één van de grootste wandaden in de geschiedenis’.
Dat de christelijke kerk de zondag als rustdag is gaan vieren, beschouwt hij als een bewijs hoezeer de kerk van Rome zichzelf goddelijke eer toekent en zelfs de grondwet van de Tien Geboden durft te veranderen. Dat zich hierin ook leiding van de Heilige Geest (dwars door allerlei menselijke en soms bedenkelijke overwegingen heen) heeft kunnen voltrekken, komt bij hem niet als mogelijkheid op.
Het is zeker waar dat christelijke zondagsviering losgemaakt moet worden van antisemitische en anti- judaïstische sentimenten (die helaas in de geschiedenis een rol hebben gespeeld bij de invoering van de zondag als rustdag, onder andere tijdens het concilie van Nicea in 325).
Toch kan de keus voor de zondag als rustdag gelden als een legitieme invulling van het vierde gebod. Daarbij wordt enerzijds vastgehouden aan het met de schepping gegeven ritme van zes werkdagen en één rustdag, terwijl die keus tegelijkertijd recht doet aan de heilshistorische betekenis van Jezus’ opstanding op de eerste dag van de week.
Je behoeft het niet met deze overweging eens te zijn om toch met elkaar in gesprek te blijven. En je hoeft elkaar zeker niet te beschuldigen van ‘een onbewuste knieval voor het beeld van het beest’ (173).
Catastrofale ramp
Verwoerd lijkt helemaal gebiologeerd te zijn door ‘Rome’. Dat brengt hem tot een strikt letterlijke uitleg van passages uit het bijbelboek Openbaring. Daarin lezen we dat een derde deel van de aarde wordt vernietigd. Hij ziet dat als een geografisch bepaald deel, namelijk Europa als het werelddeel waar de meeste schanddaden van de roomse antichrist hebben plaatsgevonden, terwijl hij er ook Noord- Amerika bij betrekt. Volgens Verwoerd zal de planeet aarde niet in zijn geheel door het vuur van het laatste oordeel heen moeten (dit uiteraard in strijd met 2 Petrus 3:7,10), maar slechts een derde deel daarvan. Dat derde deel is ‘Babylon’. Wij dienen dit deel van de wereld te verlaten om zo aan het goddelijk oordeel te ontkomen.
Verwoerd heeft geen oog heeft voor het literaire genre waarin het boek Openbaring is geschreven.
Het gaat daarin om apocalyptiek, waarin een veelheid van beelden wordt gebruikt die je niet ‘letterlijk’ mag opvatten. Wanneer Openbaring zegt dat ‘een derde deel’ van de aarde wordt verwoest, gaat dat niet over 33,3 procent van de aarde, die dan ook nog eens op de kaart aanwijsbaar zou zijn. Zonder echt bijbelse grond profeteert Verwoerd dat er binnenkort en catastrofale ramp over de aarde zal komen die meer dan twee miljard slachtoffers zal vergen (213).
En dat als oordeel van God over het antichristelijke Rome.
Ik acht dit huiveringwekkend misbruik van de Schrift en een ontoelaatbare schending van het beeld van God zoals dat in Christus aan ons is geopenbaard.
Emigratie
Wat het boek Openbaring werkelijk bedoelt met ‘één derde deel’ van de aarde, is een aanduiding van een ernstig, doch nog niet definitief oordeel. Hier past geen geografische of getalsmatige berekening.
Verwoerd heeft zijn letterlijke uitleg echter nodig om te kunnen oproepen tot emigratie vanuit Europa en Noord-Amerika naar Israël, om daar veilig te zijn voor het binnenkort losbrekend gericht van God.
Het merkwaardige is dat hij deze oproep niet expliciet maakt, maar tussen de regels door insinueert.
Ik heb de indruk dat mensen die eenmaal onder zijn invloed zijn gekomen, vervolgens rijp worden gemaakt voor de beoogde emigratie. Op pagina 204 luidt het: ‘Maak je klaar voor de uittocht! Ga nu eerst geestelijk uit, maak je los van alle wereldse systemen en al het wereldse denken. Breek met elke Rooms-Baylonische invloed, volg alleen Israëls God en Jezus onze Heere.’
Let op dat ‘eerst’. Wat betekent dat anders dan een oproep tot emigratie eer het te laat is? Nu geestelijk breken, straks lijfelijk breken, alle schepen in Nederland achter je verbranden en met de profeet op pad gaan naar veiliger oorden…
Misleidend
De lezer oordele zelf of dit alarmsignaal van Wim Verwoerd uit Nieuw-Lekkerland niet misleidend en daarom inderdaad uiterst alarmerend is.
N.a.v. Wim Verwoerd, ‘Weg uit Babylon. Laat Jeruzalem in uw hart opkomen’, uitgave in eigen beheer, Nieuw-Lekkerland; 287 blz.; € 12,50.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 november 2012
De Waarheidsvriend | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 november 2012
De Waarheidsvriend | 20 Pagina's