Morgen kan te laat zijn
Prediking de eeuwen door: [9] bij Billy Graham
Mensen worden door de prediking zalig. Hoe is de eeuwen door gepreekt? Al sinds de jaren 1950 is Billy Graham in en buiten Amerika een prediker van gezag. Wie is hij achter kansel en katheder en wat kunnen we anno 2009 van hem leren?
‘De bekende Amerikaanse evangelist is een bewogen, gedreven en enthousiast prediker’, zegt ds. G.S.A. de Knegt, emeritus predikant te Barneveld. ‘Billy Graham straalt iets uit. In zijn actieve jaren is hij een charismatische prediker, een man met een missie.’
In hoeverre doet zijn persoonlijkheid ertoe als hij preekt?
‘Hij staat achter wat hij zegt. Hij komt authentiek over. Ik denk daarbij aan Filippenzen 4:5: ‘Uw bescheidenheid (vriendelijkheid) zij alle mensen bekend.’ Hij is een autoriteit zonder autoritair te zijn. Wat hij anderen voorhoudt, past hij ook toe op zichzelf.’
Hoe komt zijn tekstkeus in de regel tot stand?
‘De tekstkeuze staat altijd in verband met waar en voor wie hij preekt. Voor mensen buiten de kerk is de tekstkeuze anders dan voor kerkmensen – het verschil tussen melk en vaste spijs. De tekst hangt om zo te zeggen van de doelgroep af.’
Uit welke bestanddelen bestaat een preekt meestal?
‘Grahams prediking en evangelisatietoespraken bestaan uit zonde en genade, dood en leven, rechtvaardiging en heiliging. Ook legt hij sterke nadruk op wat onder ons genoemd wordt het welmenend aanbod van genade. Iedereen kan zalig worden: Wie zijn zonde belijdt en laat, die zal barmhartigheid ontvangen.’
Wat is de kern van zijn boodschap?
‘Hij roept op tot bekering. Dat moet onmiddellijk gebeuren. Ze mag geen uitstel lijden. Samengevat is de kern van zijn boodschap: een rijke Christus voor een arm zondaar.
Niet overal wordt dit in dank afgenomen. Zo wordt na de massabijeenkomsten die hij in 1954 en 1955 in ons land leidt geschreven over ‘tentzending-fraseologie’, ‘blasfemistisch gedoe’ en ‘old time-religion’ (vrij vertaald: godsdienst uit grootmoeders tijd). Vrij Nederland schrijft: ‘Achterlijker prediking is zelden onder ons gehoord.’ En: ‘Amerika is het land van de onbegrensde mogelijkheden. Nederland echter niet, en wij hopen dat de kruisvaarders uit de USA dit spoedig beseffen.’
Hoog wordt er van de toren geblazen. Toch moeten we voorzichtig zijn. We kunnen niet zeggen dat Billy Graham voor de volle honderd procent reformatorisch spreekt en preekt. Niettemin brengt hij de drie sola’s van de Reformatie steeds ter sprake. Sterke nadruk legt hij op het gebed en de heiliging van het leven.
Zijn wijze van benadering is anders dan de onze. Dat zal te maken hebben met zijn methodistische inslag en zijn steeds wisselende publiek. Terecht merkt dr. H. Jonker in En toch preken op dat ‘de Heilige Geest ook ander wegen kan bewandelen, waarlangs mensen worden getrokken vanuit de duisternis tot Gods wonderbaar licht. In Johannes 3:8 staat geschreven: ‘De wind blaast waarheen hij wil en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet van waar hij komt en waar hij heengaat; alzo is een iegelijk die uit de Geest geboren is.'
Evenzo merkt ds. L. Vroegindeweij in 1954 in het Gereformeerd Weekblad naast een enkele kritische aantekening op dat de Heere ook door middel van de boodschap van Graham de zijnen kan toebrengen.’
Is er door de tijd heen ontwikkeling in zijn boodschap te zien?
‘Jazeker. In zijn latere preken legt hij meer nadruk op de heiliging van het leven. De tweede tafel van Gods wet, die gericht is op de mens, krijgt dan meer accent. In zijn oproep tot bekering raakt hij steeds meer gedreven, overigens zonder een drijver te zijn.
De eschatologie, de leer van de laatste dingen, speelt daarin een rol. Bekering duldt geen uitstel; morgen kan het te laat zijn.’
In hoeverre maakt hij gebruik van retorische elementen?
‘Hij maakt onder meer gebruik van nu eens luid en dan weer zacht te spreken. Ook gesticuleert hij veelvuldig. Op die manier zet hij zijn woorden kracht bij.’
Leest Graham zijn preken voor of improviseert hij ter plekke?
‘Zoals vaak bij charismatische predikers improviseert hij meer dan dat hij voorleest. Voor zover hij zijn preken uitschrijft, leest hij ze in geen geval voor. Taal en stijl verraden dat. Hij gebruikt korte zinnen. Soms breekt hij ze abrupt af.’
Heeft hij een bepaalde ‘methode’?
‘Kenmerkend voor zijn prediking en evangelisatietoespraken is dat hij uit het dagelijks leven veel voorbeelden geeft. Deze illustraties dienen om het Woord zo dicht mogelijk bij het hart van mensen te brengen. Het woord móet landen.’
In hoeverre richt hij zich op de gelovigen, in hoeverre op de buitenstaanders?
‘Hij maakt voor buitenstaanders gebruik van film, koren, een vocaliste enzovoort. Dit gebeurt minder in een gevestigde kerk. Let wel, hij spreekt altijd allen aan. Christus moet gekend en beleden worden. De middelen kunnen verschillend zijn.’
Richt hij zich op een bepaalde doelgroep?
‘Graham richt zich inderdaad tot bepaalde doelgroepen. Dat is te merken aan de taal, stijl en attributen die hij gebruikt. Waar dat past maakt hij bijvoorbeeld gebruik van film, dagelijkse gebeurtenissen, enzovoort. Hij is – om zo te zeggen – de Joden een Jood en de Grieken een Griek. Hij doet wat dat betreft denken aan Paulus op de Areopagus (Hand. 18). De Areopagus heeft een andere context dan de synagoge. Graham preekt contextueel.’
Hoe lang duurt een preek?
‘Om de aandacht van zijn hoorders vast te houden preekt hij niet langer dan ongeveer veertig minuten. In onze tijd zou dit wellicht korter zijn, zeker als het gaat om een evangelisatietoespraak.’
Hoe gaat hij om met exegese en toepassing?
‘Veel exegese, uitleg van de tekst en context, is in zijn preken en toespraken niet te vinden. Alle nadruk wordt gelegd op ‘hoe men zonder verschrikken voor God zal verschijnen’. In zijn preken en toespraken tref je dus meer toepassing dan uitleg aan. Gebrek aan tijd is daar misschien een oorzaak van. Het kan ook zijn bewogenheid en gedrevenheid zijn om maar snel heen te wijzen naar het Lam, om Wie het in het leven gaat.’
Hoe gaat hij om met allegorische uitleg van de Schrift?
‘Veel allegorie is in zijn preken niet aanwezig. Doorgaans is dat bij baptisten en methodisten niet het geval. Bij een voortdurend appèl op bekering kan dit ook niet.’
Hoe gaat hij om met Oude en Nieuwe Testament?
‘Hij preekt zowel uit het Oude als het Nieuwe Testament. Echter, meer uit het Nieuwe dan uit het Oude.’
Hoe gaat hij om met bijbeluitleg en dogmatiek?
‘Grahams preken zijn zeker niet dogmatisch te noemen. Dogmatiek is niet de sterkste kant van baptisten en methodisten. Het gaat hen niet om de leer, maar om de Heer.’
Wat kunnen wij vandaag van Graham als prediker leren?
‘Veel. Zijn missionaire gedrevenheid en bewogenheid. Zijn pastorale habitus: de grote liefde en ernst om zielen te winnen voor Jezus. Zijn altijd bezig zijn in de dienst des Heeren; hij is geen dominee van negen tot vijf uur. Zijn omgang met hoog en laag; hij gaat het contact met de outcasts niet uit de weg, maar ook niet met presidenten. Zo heeft hij contact met de voormalig Amerikaanse president Nixon. Graham leert ons ook dat eenzijdig beter is dan onzijdig. En tot slot dat de kerk groter is dan de Protestantse Kerk in Nederland.’
Zie bladzijde 16 en 17 voor het slot van deze serie.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 2009
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 2009
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's