De meerwaarde van de zending
AAN DE VOORAVOND VAN WERELD-AIDSDAG
Volgende week donderdag is het wereld-aidsdag. Een dagje aandacht voor de slachtoffers, een artikeltje extra in de krant. Net als de dag voor de psychiatrische patiënt of de dag voor de secretaresse - even stilstaan bij de ander. Maar, in de wereld raken elke dag gemiddeld 17.000 mensen besmet, van wie 2000 kinderen. In 2004 stierven in de wereld drie miljoen mensen aan aids - een half miljoen jongeren onder de vijftien jaar. In feite is het dus elke dag wereld-aidsdag. Weten wij wat er elders in de wereld plaatsheeft? Weten wij wat GZB-zendingswerkers namens de gemeenten doen?
Bij christen zijn hoort omzien naar elkaar. Die zorg geldt ook de lijdende mens op afstand, ver van ons huis. Stervende Afrikanen, verborgen in kleine huisjes of schamele hutten, zijn de media-aandacht voorbij - aandacht van de mens die steeds sterkere prikkels nodig lijkt te hebben om zich betrokken te weten. Een zeebeving in Thailand, een aardbeving in Pakistan - er is inspanning voor nodig om de girokaarten ingevuld te krijgen. Meeleven gaat overigens veel verder, veel dieper dan een girokaart. Voor de hiv-/aidspreventie is de christelijke gemeenschap ook verantwoordelijk. Om Nederlandse christenen betrokken te maken, reisden we vorige maand naar Zuid-Afrika, om te zien hoe een mens erbij ligt, als het lichaam door aids gesloopt wordt. Om te kijken in al die gezichtjes van kinderen, van wie de vader én de moeder in het graf ligt. Om te staan op een enorme kinderbegraafplaats, waar baby's liggen die door borstvoeding besmet werden. Om vervolgens in Zimbabwe te horen dat mensen niet sterven door een ziekte, maar door een gebrek aan zorg, aan voeding, aan geld om een buskaartje voor de rit naar het ziekenhuis te kopen.
Reinigen van ongerechtigheid
Klipgat was het eerste hospice in de plaats Soshanguvu, een klein uurtje rijden van Pretoria. Nelly Kleyn, echtgenote van de predikant van de vrije gereformeerde kerk, komt er vaak. Haar gedrevenheid is verklaarbaar, na het jarenlang zien van ontluistering in mensenlevens. Ze kent de Afrikanen, weet dat ze lang ontkennen aan aids te lijden, de ziekte die het afweersysteem van de mens langzaam sloopt. Ze heeft de mannen ontmoet die dachten van de ziekte af te zijn, als ze met een jong meisje naar bed gingen - waardoor dit kind juist besmet werd! 'Diep in hun hart weten ze dat ze meer dan tbc hebben.'
Vrijblijvendheid ontbreekt daarom in de bezoeken van mevr. Kleyn: 'In het eerste gesprek vraag ik altijd of ze de Heere kennen. 'God wil toch niets met mij van doen hebben', zei een meisje onlangs, dat een wild leven achter de rug had. Ik las met haar uit 1 Johannes: 'Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig dat Hij ons de zonden vergeve en ons reinige van alle ongerechtigheid.' Ik heb gezien dat er vrede in haar hart kwam. Wat is machtiger dan het Woord van de Heere?
De opleving in het ziekteproces gebruikt de predikantsvrouw steevast om het evangelie te vertellen. 'In de afgelopen jaren sloten daardoor acht mensen zich bij onze kerk aan, mensen die allen overleden zijn. Hun begrafenis was opnieuw een mogelijkheid het Woord te verkondigen, omdat daarvoor in Afrika altijd honderden mensen op de been zijn.'
Vivian is verpleegkundige in Klipgat, sinds 1999. Ze weet van de tijd dat alle 25 bedden bezet waren door terminale patiënten, toen er nog een arts aan het hospice verbonden was. Wie toen binnenkwam, vertrok uiterst aangedaan door zoveel lijden, compleet van slag. Vivian blijft het sterven van mensen moeilijk vinden: 'Vorig jaar gemiddeld vijf doden per dag. Dat doet wat met je.'
Bidden tot Mozes
Ik vind de ontmoeting met de verwarde Rebecca aangrijpend, 42 jaar, uitgeteerd tussen de lakens. Grote ogen in een vermagerd gezicht. Ze geeft aan te bidden tot Mozes en Jethro. Een hersenliesontsteking maakt haar situatie nog erger. Ze vindt het goed dat wij bidden, niet tot Mozes.
Een enkele zieke geeft aids een gezicht, maar dat doet de grote kinderbegraafplaats van Soshanguvu in sterker mate, waar duizenden kinderen de afgelopen drie jaren hun laatste rustplaats vonden. Al die kindergrafjes, dat oprechte verdriet in steen verwoord of geschilderd op hout. In veel gevallen halfvolle medicijnflesjes op het graf, als zouden de kinderen die onderweg nog nodig hebben. Aids verduistert elk zicht op wat normaal is, blijkt als Nelly Kleyn vertelt dat een met het hiv-virus besmette moeder boos was, toen de arts haar zei dat haar kind geen aids had. 'De overheid geeft namelijk een uitkering voor elk kind dat aids heeft.' Hoeveel blijkt een mensenleven waard, als de begrafenisonderneming overuren maakt?
Opvang van wezen
Thelma Tshishonga hoort tot het leger mensen dat de strijd tegen alles wat aids is, aanbindt. Als werknemer van de Afrikaanse Bank neemt ze op donderdag vrij, om zich tussen 98 weeskinderen te begeven. Het Mukhanyo Community Development Centre (MCDC) is een hulpmaatschappij van de Mukhanyo-bijbelschool, waaraan vier jaar geleden ds. J.A. van den Berg uit Nieuw-Lekkerland verbonden was. MCDC zorgt voor dagopvang van kinderen, die als de duisternis invalt naar hun grootouders gaan.
Met hun vingers brengen de kinderen de maïspap en een stukje kip naar de mond. Weten zij al veel van verdriet dat door deze samenleving gaat? Thelma leert ze een bijbeltekst en doet mee als de kinderen volmondig inzetten: 'Your heart is like a home, a very nice home', naar verluidt een variant op het Nederlandse lied 'Is je deur nog op slot? Doe 'm open voor God, want de Heer wil bij je zijn'.
Inzet van vrouwen
Zingen kunnen ze ook in Zimbabwe, ontdek ik een week later. Maar tegenover mij staan geen tamelijk zorgeloze kinderen, maar door het leven gestempelde vrouwen. Vol overgave roepen ze zingend en klappend Jezus aan, in een gebed om ontferming voor hun door aids bedreigde of al wankelende kinderen. In deze cultuur zijn de vrouwen degenen die werken, degenen die zorgen, die thuis ook letterlijk de klappen moeten opvangen. Het is daarom dat mevr. Teunie de Jonge-Schoonderwoerd, echtgenote van GZB-zendingspredikant ds. R H.M. de Jonge, niet kan stoppen om betrokken en bewogen over de inzet van deze vrouwen te spreken.
Een halfjaar voor hun definitieve terugkeer naar Nederland is ze al bezig met de overdracht van kennis. Zending is jezelf misbaar maken. Onder een boom komen ze samen, de zwarte vrouwen in hun kleurige kleding, elkaar stimulerend. De een breit een trui, de ander leert hoe van de artemisiaplant medicijnen tegen malaria gemaakt kunnen worden, een derde ontfermt zich over Lazarus, het jongetje dat door zijn stiefmoeder weggedrukt wordt. Op het platteland rond de stad Masvingo krijgt diaconaal werk kleur, tegen de zwarte achtergrond van een natie in nood.
De honger in het land dat ooit graanschuur van Afrika was, maakt dat kinderen op school soms flauw vallen. In de cultuur van Zimbabwe komen ouderen en oudere broers eerst, maar Teunie de Jonge draait het om. 'Ik stel de kleintjes vooraan, die hebben goed eten nodig voor hun groei'. De vrouwen rond Teunie zorgen ervoor dat de weeskinderen en de allerarmsten voorlopig drie keer per week een bordje met maïs en bonen, wat groente en rijst krijgen. Op andere dagen zijn het de vruchten aan de bomen die het hongergevoel moeten verdrijven.
Gebrek aan middelen
In deze context doet Herman ten Hove als arts zijn werk in het Morgensterziekenhuis, verbonden aan de zendingspost die er namens de Afrikaanse kerken al sinds 1891 is. Nederlandse theologen en artsen zijn hier al decennia werkzaam, sinds de GZB een overeenkomst met de Reformed Church of Zimbabwe sloot. Moeilijker zijn de omstandigheden zelden geweest. De jonge arts, uitgezonden vanuit de hervormde gemeente van Leiden, beseft slechts een kleine groep te kunnen helpen. 'Omdat medicijnen schrikbarend duur zijn, sterven de mensen door een gebrek aan middelen.'
Zijn rustige en vriendelijke gang langs de bedden verraadt niet dat hij juist zwaar aan dit werk tilt - dat uit hij meer tussen de regels door.
'In dit land hangt een negatieve sfeer, ontbreekt onderling vertrouwen. Ik probeer te doen wat ik kan - en dat is gezien de nood van de mensen altijd te weinig. Dat maakt het zwaar.'
Het geheim voor dit werk lees ik in het vliegtuig, in de laatste rondzendbrief van de fam. Ten Hove: 'Jezus is verdrietig over de dood van Lazarus. We vinden het bemoedigend en een grote troost dat Jezus aan de ene kant met ons mensen meehuilt en meelijdt om al het lijden dat er is. Tegelijk heeft Hij de macht in handen en de dood overwonnen.'
Die beslissende meerwaarde draagt het werk van de zending, op wereld-aidsdag en daarna. En van ons vraagt Jezus dat we meedragen. Is die last te veel
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 november 2005
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 november 2005
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's