Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In memoriam ds. Harkai Ferenc [1950-2005]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In memoriam ds. Harkai Ferenc [1950-2005]

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de heuvels buiten Boedapest is een openluchtmuseum gevestigd, waar na de val van het communisme alle standbeelden van communistische leiders uit de stad zijn ondergebracht. Toen deze gedenkplaats werd ingericht, liet ds. Harkai Ferenc, predikant van Hongaarse Hervormde Kerk in het nabijgelegen Érd, ons de plek zien. Nog zie ik hem staan bij een beeld van Lenin, die voorover op de grond lag, als een Dagon ter aarde gevallen. Met een mengeling van verontwaardiging en vergenoeging op zijn gezicht stond hij erbij. Hij had ervaren wat communisme was.

Ferenc werd 16 juli 1950 geboren en had derhalve de hele communistische periode meegemaakt. Toen hij zijn studie theologie aan de Radai Faculteit in Boedapest had afgerond, was hij, omdat hij aangaf 'geen communistisch mens' te zijn, door de kerkleiding als predikant naar Tazlar 'gestuurd'; een dorp op de Poesta in Zuid Hongarije, twee honderd kilometer van Boedapest, met een gemeente van honderd leden. Als hij had willen 'meewerken', had hij voor verdere studie naar Bazel gemogen. 'Ik werk niet mee', had hij gezegd. De grond in Tazlar was zo onvruchtbaar dat de staat er niet eens een kolchoze, een staatsboerderij wilde stichten. De eerste tijd had hij er nauwelijks te eten.
Nog slechts enkele jaren geleden mocht hij zijn studie definitief afronden toen hij de doctorsgraad in het kerkrecht behaalde. Op dat terrein mocht hij ook nog enkele jaren doceren aan de Theologische Radai Faculteit in Boedapest.

Stichting Hulp Oost Europa
In 1974 kreeg hij bezoek van een delegatie van de Stichting Hulp Oost Europa (toen nog een comité), met onder andere ds. J. van Rootselaar. Toen deze later met een hartinfarct in het ziekenhuis van Baja lag, zocht ds. Harkai hem op. Daarmee waren de contacten met Nederland gelegd, die zich in de loop van de jaren verder hebben uitgebreid en verdiept. In 1978 kwam hij voor het eerst naar Nederland, op uitnodiging van een jeugdgroep uit Delft, waar de Stichting Hulp Oost Europa verschillende contactpersonen had. Langzaam maar zeker werd ds. Harkai een centrale persoon in de dienstverlening vanuit Nederland aan de kerk in Hongarije en Roemenië. Bijbels, lectuur en goederen (kleding) bracht hij ook door naar Roemenië. Daarvoor richtte hij de Admiraal de Ruyterstichting op. Hij werd ook een vraagbaak voor bezoekers, c.q. hulpverleners, omdat hij als geen ander geïnformeerd was over de kerk en de samenleving aldaar.
In Nederland kreeg hij een vriendenkring, aanvankelijk vanuit de hulpverlening, daarna ook vanwege de vele bezoeken van hem met zijn gezin aan Nederland. Vaak kwam hij in Delft. Daar verkeerde hij regelmatig onder de prediking van hervormd gereformeerde predikanten, met wie hij ook verknocht raakte. Ds. Harkai herkende zijn eigen geestelijk leven in de prediking van zonde en genade en de doorleving daarvan door het werk van de Heilige Geest. In Delft kreeg hij ook verder een brede vriendenkring.
Zelf heb ik hem ook vanaf de eerste contacten met de Stichting Hulp Oost Europa gekend, in mijn functie als voorzitter. We waren meer dan vijf en twintig jaar nauw bevriend. Bij het jaarlijkse bezoek aan de kerk en theologische faculteiten in Hongarije was hij de gewaardeerde, kundige tolk voor het vertalen van de lezingen. Hij had zich de Nederlandse taal in korte tijd eigen gemaakt tijdens zijn bezoeken aan Nederland. Met elkaar konden we ons overigens soms ook amuseren over bepaalde spreekwijzen (bv.: sjieterend in plaats van schitterend; of, daar plukken we nog 'de groenten' van). Maar juist vanwege zijn kennis van het Nederlands was hij van onschatbare betekenis in de contacten van velen met Hongarije.

Ziekte
Ongeveer een jaar geleden openbaarde zich een kwaadaardige aandoening. Langzaam maar zeker werd zijn lichaam afgebroken. Lange tijd leefde hij met de zijnen tussen hoop en vrees. Hij geloofde in een God van wonderen. Maar de uitslagen na behandelingen en onderzoeken maakten de ernst van de situatie meer en meer duidelijk. Een sterke man ~ want dat was hij — werd zienderogen geveld. Met alle kracht die (nog) in hem was, probeerde hij zo lang mogelijk nog te preken. Hij mocht recent nog één van zijn kleinkinderen dopen, wat hem grote vreugde bezorgde. Totdat het moment kwam dat hij zeggen moest er niet meer tegenop te kunnen en hij verlangde naar de hemel. Zo kwam op dinsdagmiddag 31 mei het levenseinde van onze onvergetelijke vriend en broeder. Vlak voor zijn heengaan werd met hem nog uit de Schriften gelezen, het Apostolicum beleden en het Onze Vader gebeden. Zo ging hij heen in de Vrede van Christus.
Zijn vrienden denken in dankbaarheid terug aan deze mens: Harkai Ferenc, een mens die geweten heeft wat 'verdrukking' was, ook in het laatst van zijn leven; een vurig prediker; uiteindelijk een zondaar die van genade leven moest en mocht. Verschillende vrienden uit Nederland maakten afgelopen vrijdag de begrafenis in Érd mee. In het kerkgebouw, waar we zo vaak onder zijn prediking vertoefden en met de gemeente aldaar van tijd tot tijd het Avondmaal vierden, bediende bisschop Szabó Istvan van Boedapest het Woord uit Filippenzen 1:21: 'Want het leven is mij Christus, en het sterven is mij gewin'. Terwijl honderden om de groeve stonden, werd de grafkuil onder voortdurend zingen van psalmen en geestelijke liederen geheel gedicht.
We bidden zijn vrouw Zsuzsa en de kinderen de kracht toe om dit grote verlies te dragen. Ze mogen zich getroost weten in de wetenschap, dat God niet onrechtvaardig is en Hij zou vergeten 'de arbeid der liefde aan Zijn Naam bewezen, als die de heiligen gediend hebt en nog dient'. (Hebr. 6:10).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

In memoriam ds. Harkai Ferenc [1950-2005]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's