Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Macht in de gemeente

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Macht in de gemeente

DIÓTREFES ZOCHT DE EERSTE TE ZIJN

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan Jezus is alle macht gegeven, zowel in de hemel als op de aarde. Met dat Woord neem de Opgestane na Pasen afscheid van Zijn leerlingen. Dat woord hadden zij nodig, niet alleen vanwege de angst voor de Joden, maar ook omdat sommigen nog altijd twijfelden. Waar de Heere Jezus alle macht heeft, mogen Zijn volgelingen macht slechts in verbondenheid met Hem en Zijn wil hanteren. Het misbruik maken van macht is in de christelijke gemeente een tekort doen aan de eer van de Heiland.

Macht is niet verkeerd, maar wel gevaarlijk. Macht hebben we binnen het geheel van de samenleving nodig, om tot besluitvorming te komen en resultaten te bewerkstelligen. Zonder gezag, macht en leiderschap is goed functioneren niet mogelijk. Dat geldt een gezin, dat geldt een gemeente, dat geldt de kerk, dat geldt de maatschappij. Als christenen mogen we weten dat aan Christus alle macht gegeven is. Jezus maakt dit in Mattheüs 28 aan 'de elven' duidelijk, voordat zij de opdracht krijgen alle volken tot Zijn discipelen te maken. Al lijken veel christenen weerloos in deze wereld, zij mogen vasthouden aan de belofte dat de levende Heere tot aan de voleinding van de wereld elke dag bij hen is. En Hij is bij hen als degene die bekleed is met macht. Calvijn schrijft dat Hij zo de apostelen 'sterkt in hun blijmoedig vertrouwen dat zij voor de volbrenging van hun ambtstaak nodig hebben'. Hij rust Zijn dienstknechten op deze wijze toe tot hun taak.
Al van voor de schepping was Christus met goddelijke macht bekleed, maar na Pasen heeft Hij ook als de Middelaar macht ontvangen, nu Hij gesteld is tot de rechter der wereld (Hand. 17:31). Calvijn linkt Mattheüs 28 met Filippenzen 2, waar Paulus schrijft dat 'God Hem uitermate verhoogd heeft, een Naam gegeven, die boven alle naam is'. En op de Pinksterdag verkondigt Petrus dat Hij aan de rechterhand van God zit.

Macht en lijden
Die werkelijkheid is voor mensen lang niet altijd zichtbaar - om welke reden velen God niet erkennen in Zijn liefde. Schokkend drukte Maarten 't Hart dit ooit uit in zijn roman Een vlucht regenwulpen, toen hij aangaf dat de God van Zondag 10 keelkanker had uitgevonden om zijn moeder aan te laten sterven. Voor de gelovigen ligt hier echter een blijvende troost dat God zo machtig is dat zonder 'de wil van de hemelse Vader geen haar van ons hoofd vallen zal'. Als we bedenken dat Petrus de christenen voorhoudt dat het lijden hoort bij hun verbondenheid aan de Meester - hij spreekt over hen 'die lijden naar de wil van God' - dan betekent de overtuiging dat Christus een machtige Heiland is, veel. We raken hier de belijdenis van de voorzienigheid van God.
In onze wereld draait het om macht. Op het schoolplein geldt tussen kinderen al het recht van de sterkste. In de politiek kan een coalitie de besluiten naar haar hand zetten. In de wereld proberen landen hun invloedsfeer uit te breiden, soms ook hun gebied te vergroten. Het gaat mij er in deze bijdrage om hoe wij binnen de kerk met macht omgaan, in de navolging van Hem aan Wie alle macht gegeven is.

Christelijke machtsvorming?
Dr. A.A. Spijkerboer heeft ooit gezegd dat 'christelijke machtsvorming een contradictio in terminis is', een innerlijke tegenstrijdigheid. Dat is ook zo. Want als er één plaats is waar Christus' heerschappij zichtbaar moet worden, dan is dit in Zijn gemeente. Ook binnen die gemeente is leiding nodig, opdat er orde en stichting mag heersen. Daartoe heeft de verhoogde Christus geen paus nodig, maar wel ambtsdragers aan Zijn gemeente geschonken.
Paulus laat in Romeinen 12 zien dat werelds machtsdenken haaks staat op het functioneren van de gemeente. Nadat hij opgeroepen heeft deze wereld niet gelijkvormig te worden, niet te gaan in het schema van de mensen zonder God, zegt hij dat de Heere aan een ieder 'de mate van het geloof gedeeld heeft'. Waar verscheidenheid van gaven is, behoren allen tot hetzelfde lichaam. De macht van de ambtsdragers is niet anders dan dienstbare macht, vanuit het gezag waarmee God hen bekleed heeft. In die dienst staat het functioneren van alle gemeenteleden centraal.
In de gereformeerde traditie is het gevaar van heerszucht onderkend, zodat in het bevestigingsformulier benoemd wordt dat medebroeders de dienaars van het Woord in de regering ondersteunen. Die heerszucht kan gemakkelijker binnentreden, wanneer de leiding bij enkelen berust.

Diótrefes
De Bijbel laat ons niet onkundig over het feit dat een vooraanstaande positie tegelijk gevaarlijk is. Het meest concreet komen we dit tegen in de derde zendbrief van Johannes, waarin hij schrijft dat Diótrefes, 'die onder hen de eerste zoekt te zijn', het gezag van Johannes niet aanneemt. In de huisgemeente die hij leidt, zet hij mensen tegen Johannes op en weigert hij medebroeders te ontvangen.
Het is niet zo moeilijk deze passage voor ons actueel te maken. Diótrefes wil in de gemeentezang de eerste viool spelen. Hij werpt degenen die een andere visie hebben zelfs de gemeente uit. Diótrefes is iemand die zich in zijn positie afschermt tegen elke kritiek. Nu is de status van hervormde predikanten, algemeen gesproken, de afgelopen decennia zodanig gewijzigd dat eerder de neiging bestaat aandacht te vragen voor respect vanwege hun roeping van Godswege dan dat zij de ruimte hebben om als een hedendaagse Diótrefes te heersen.
Dat zal waar zijn, maar toch: ook een kerkenraad kan zich de jas van Diótrefes aanmeten. Toegegeven, het is voor kerkenraden niet gemakkelijk op een goede wijze met kritiek van gemeenteleden om te gaan. En het lukt niet vanzelf om in onze tijd van mondigheid opbouwend meeleven te onderscheiden van critici die zichzelf zoeken. Dat neemt niet weg dat kerkenraden hun leiding geven moet toetsen aan bijbelse principes.
Is het in dezen niet veelzeggend dat waar na 1 mei 2004 soms hele kerkenraden de band met onze kerk verbroken hebben, er honderden - of afhankelijk van de grootte: vele tientallen - gemeenteleden de hervormde gemeente voortzetten? Ik spreek hier niet over de kerkelijke keuze op zich, maar wel over de manier waarop leiding is gegeven aan het geheel van de gemeenten. In een recent nummer van het blad van het Protestants Dienstencentrum Gelderland verwoordt een scriba uit de Bommelerwaard het zo: 'De gemeente kan en mag weer ontspannen gemeente zijn. Op gemeenteavonden mogen we ervaren dat de gemeente haar verantwoordelijkheid herneemt'. Waar kerkenraden zichzelf aanvullen uit een zeker segment van de gemeente, lopen op den duur de spanningen op en volgt de kudde haar herders niet meer.

Hiërarchie in kerkenraden
Dat de gemeente in dit opzicht tegendraads aan de wereld is, heeft de apostel Johannes zelf ook moeten leren. Het was nota bene zijn eigen moeder die voor Jakobus en hem een bijzondere positie in het Koninkrijk van Christus zag. Maar de stoelen aan Zijn rechter- en linkerhand zijn niet te vergeven. Jezus leert in Mattheüs 20 aan Zijn discipelen dat 'de oversten der volken heerschappij voeren over hen, en de groten gebruiken macht over hen. Doch alzo zal het onder u niet zijn; maar zo wie onder u groot zal willen worden, die zij uw dienaar.'
Hierin heeft de Meester ons Zijn voorbeeld nagelaten.
Laten kerkenraden erop toezien dat alle leden zich in de vergaderingen vrijuit kunnen uitspreken en er geen onderlinge hiërarchie ontstaat.
Laten kerkenraden erop toezien dat de predikant de vrijheid houdt om het Woord te bedienen.
Laten kerkenraden in hun beleid niet speciaal rekenen met kapitaalkrachtige gemeenteleden, die men er zo graag bij houdt.
Laten kerkenraden oog hebben voor het gevaar dat bepaalde groepen gemeenteleden lobbyen om beleid te beïnvloeden, waardoor het woord van Christus niet heerse.
Laten kerkenraden ervoor waken dat niet alleen de welgestelden gekandideerd worden, want rijkdom of uiterlijke voorspoed is geen criterium dat geschikt maakt om in het ambt te dienen.

Beeld van Christus
Macht kan in onderlinge relaties heel subtiel worden uitgeoefend. Wie wat uit de privé-omstandigheden van de ander weet, kan hem of haar monddood maken. Ook in een pastorale relatie kan ongemerkt machtsmisbruik ontstaan, wanneer mensen afhankelijk gemaakt worden. Wat is er voor de gemeente als geheel en voor alle leden nodig dat ook hierin het beeld van Christus meer en meer het onze wordt, die gekomen is om te dienen en Zijn leven te geven als een rantsoen voor velen. Hij ging aan het kruis niet in op schimpscheuten, die opriepen Zichzelf te verlossen en zo Zijn macht te tonen. In die onmacht en dat lijden toonde Hij de macht der liefde, waardoor wij zingen: 'U bid ik aan, o macht der liefde, die zich in Christus openbaart.' Zo staat Zijn macht in dienst van de genade.
In het kader van bovenstaande wijs ik op het voorlaatste nummer van De Civitate, het blad van de studentenvereniging CSFR, waarin dr. C.S.L. Janse en drs. A. de Muynck met elkaar in gesprek zijn over de reformatorische zuil. Zonder uitvoerig op dit boeiende gesprek te kunnen ingaan, onderstreep ik een waardevolle opmerking van De Muynck, als hij stelt dat een bevindelijk-gereformeerde geloofsbeleving zich niet verstaat met uitoefening van macht. 'Zodra je echter gaat spreken over organisatievormen, dan ga je ook spreken over macht en het bewust creëren van machtsfactoren.'
We volstaan op deze plaats met de opmerking dat hier een reëel gevaar ligt voor christelijke of reformatorische organisaties, kranten, instellingen voor geestelijke gezondheid, omroepen enzovoorts.

Profeet en koning
Het Woord roept de heerser altijd weer tot de orde. In het Oude Testament is er de boodschap van de profeet tot de koning, die zijn macht misbruikte. De geschiedenis van Nathan en David leert ons dat ook bij een kind van God macht het slechtste in een mens kan losmaken. David gebruikte zijn macht om de vrouw van een ander te nemen. Paulus onderwijst de ouderlingen in Efeze dat na zijn vertrek zware wolven zullen komen, die de gemeente niet zullen sparen (Hand. 20:28).
De Duitse theoloog Volker Kessler, die zich al vele jaren bezighoudt met de bezinning op het leiden van de gemeente, wijst er bij deze tekst op dat ten onrechte alleen gedacht wordt aan de dwaalleraars. 'Een machtsfiguur kan oppervlakkig gezien de juiste leer vertegenwoordigen en toch de gemeente misbruiken.' Het gaat hier om herders die op zichzelf gericht zijn, die naar een woord uit Ezechiël 34 zichzelf weiden.
Aan Jezus is alle macht gegeven. In Zijn handen moeten we die macht laten, tot onze troost en tot opbouw van Zijn gemeente. Zo gaan waarheid en vrede hand in hand.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 mei 2005

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Macht in de gemeente

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 mei 2005

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's