Meer vreugde dan spanning
' DS. A. J. SONNEVELD HEEFT ALS MOTTO: GEWOON JE WERK DOEN
Bij alle vragen die er in het leven van de predikant zijn, noemt ds. A. J. Sonneveld zijn werk allereerst vreugdevol. Maar zijn tweede trefwoord is 'spannend, want het is niet vanzelfsprekend om de hele breedte van de gemeente pastoraal mee te nemen. In Lopik word ik gelukkig nergens persoonlijk op afgerekend. En na het eerste jaar weet men waar je staat. Dat geeft een stuk rust.'
'Er is iets aan de hand met het predikantsambt. Een onderzoek aan de VU geeft aan dat vele predikanten tegen een burn out aan zitten of ernstige risico's lopen burn out te raken.' Zo begint de voormalige predikant J. Smit zijn artikel 'Predikant voor even of voor het leven?' in de speciale uitgave van het blad Michsjol, dat twee weken geleden stof in domineesland deed opwaaien. Gaan hervormd-gereformeerde predikanten ook gebukt onder de zwaarte van hun taak, afnemende motivatie of financiële zorgen? Gedurende drie weken laat de Waarheidsvriend drie dominees aan het woord die in een verschillende fase van hun ambtelijke dienst verkeren. Vandaag als eerste de 37-jarige ds. A. J. Sonneveld, sinds 1996 predikant in Lopik. Daarvoor stond hij vijfjaar in zijn eerste gemeente, Zijderveld.
* * *
In spannende situaties zegt ds. Sonneveld verzeild te raken als er geen ingang voor het Woord is. 'Met name rond rouwdiensten komt het regelmatig voor dat mensen opmerken dat het niet zwaar mag zijn. Ik antwoord niet anders te kunnen dan het Woord te bedienen, zoals het er staat. Dat accepteert men. Lopik is een brede volkskerkgemeente, nog net iets breder dan Zijderveld. De vreugde gaat echter boven de spanning uit. Ik ga er vanuit dat de kerkenraad de zorg voor de gemeente draagt. Alle verzoeken worden eerst samen besproken. In de gemeente denkt men dat de dominee de baas is, dat hij alles bepaalt. Met name aan de rand van de gemeente leeft dit idee, maar zo functioneert het niet. De kerkenraad is in zijn geheel verantwoordelijk, ook voor de eredienst. Die verantwoordelijkheid kunnen de broeders hier aan. Van de uitvoering van de besluiten komt wel een behoorlijk deel op het bordje van de predikant. Ook in het formuleren van voorstellen en besluiten ben je nogal eens de denktank.'
Uit de enquête van het blad Michsjol blijkt dat een fors percentage van de predikanten het als beklemmend ervaart een baan voor het leven te hebben. Ds. Sonneveld: 'Ik herken dat niet, al zijn er beslist ook momenten waarop ik denk: waar ben ik aan begonnen? Als je als predikant op een gegeven moment een hoge werkdruk hebt en er komen ook nog akkefietjes in de gemeente bij, dan denk ik wel eens: Moet ik niet wat anders gaan doen? Maar hooguit duurt dat een dagdeel. Meen je dat je niet begrepen wordt, het duurt niet langer dan een paar dagen dat je denkt vast te lopen. In Zijderveld heb ik het eerste jaar als heel zwaar ervaren, in Lopik juist het tweede, terwijl ik er in het derde jaar vier, vijf weken tussenuit geweest ben vanwege een soort oververmoeidheid. Ik deed veel te veel, en als er dan dingen bijkomen die beleidsmatig spanning oproepen, is dat de bekende druppel.
Mijn uitlaatklep heb ik vooral in huis. Mijn vrouw is een geweldig aanspreekpunt, ook omdat je beiden gestudeerd hebt en zij vanuit haar professie een eigen inbreng heeft. Dan spreek ik meer over mezelf. Als ik vastloop, komt dat hier naar buiten. Ze geeft op zijn tijd ook op een goede wijze tegengas. Als ik op bepaalde dingen overreageer, wordt me de spiegel voorgehouden. Ook inzake de preek is het niet altijd een aai over de bol.'
Ideaalbeeld
'Schokkend vind ik de resultaten van de Michsjol-enquête niet, wel noem ik het onbegrijpelijk dat het zo ver kan komen dat mensen helemaal vastlopen in hun ambt. Ik herkende uit het onderzoek vooral dat werk en privé door elkaar lopen, dat je opgejaagd wordt door alles wat moet, en dat is tegenwoordig heel veel. De tijd vreet ook aan je. Als je een gemeente dient waar geen jeugd meer is en waar het kerkelijk leven inzakt, dan is het begrijpelijk dat predikanten dreigen af te haken. Voor mij is dat echter niet herkenbaar. Ik heb het voorrecht een bloeiende gemeente te dienen.
Ik denk dat dit onderzoek naar de gemeente duidelijk kan maken dat het in de pastorie niet alles koek en ei is. Er wordt soms vanuit een ideaalbeeld naar de pastorie en het domineesgezin gekeken. Hopelijk werkt het onderzoek niet stigmatiserend.'
Ds. Sonneveld ging er bij zijn bevestiging van uit dat het ambt voor het leven is. 'Dat denk ik nog steeds. Ik zie dat bij de collega's in de ring hetzelfde. Je gaat in de praktijk wel beseffen dat er ook andere mogelijkheden zijn, zoals het pastoraat in het ziekenhuis of het leger. Dat laatste lijkt mij ongelooflijk moeilijk, omdat je in de marge van de kerk werkt.'
Zou u het zwaar vinden nog vijftien jaar in Lopik te mogen of te moeten werken?
'Die hypothese heb ik met mijn vrouw ook wel gedeeld. In Zijderveld zei ik het niet erg te vinden er veertig jaar te moeten blijven. Ik denk dat het voor de gemeente erger is, omdat je als predikant een zekere beperktheid hebt, ook in je zegswijzen. Het is heel wat als je als gemeente dertig of veertig jaar dezelfde predikant hebt, die zowel pastoraal als beleidsmatig ook blinde vlekken kent. Je kunt echter ook met een gemeente meegroeien, wat voordelen heeft. In tien jaar tijd heb ik al zoveel nieuws in de Schrift gevonden, dat ik het geen probleem vind voor de tiende keer een kerstpreek te moeten voorbereiden. Er zijn zoveel Schriftgedeelten, waarover ik graag een serie zou houden. Een beroep kan als een blijk van waardering ervaren worden. Men ziet je staan. Het kan pijnlijk zijn als er na tien jaar geen beroep gekomen is.'
Kandidaatsgemeente
'Het begin in Zijderveld was zwaar. Ik was tijdens mijn studietijd bezoekbroeder in Bilthoven en deed daarna een jaar pastoraal werk in Meerkerk. In de gemeente heb je geen dagelijkse begeleider meer, al is er wel het mentoraat. Het is een ontdekkingstocht. Je studie was wetenschappelijk van aard, zodat je het gevoel hebt vanuit de boeken in een volkskerkgemeente geparachuteerd te worden. Je doet alles voor het eerst zelfstandig.
Ik heb gelukkig ondervonden dat ik op de kerkenraad kon terugvallen. Zijderveld is een echte kandidaatsgemeente. Men heeft sinds de tijd van dr. Woelderink, die er als emeritus bijstand was, bijna nooit anders gehad. Men zei wel eens lachend: "Als ze hebben leren lopen, lopen ze weg." Die steun kreeg ik als er op huisbezoek reacties op de prediking kwamen, die we samen bespraken. Ook op de catechese liepen sommige dingen niet lekker vanwege te moeilijke boekjes. Daarover spraken we samen. Wat het beleidsmatige betreft is het zo dat er in het dorp veel besproken wordt. Er was veel samenhang.'
Vertrouwen
'Ik vind desertie een te groot woord voor iemand die het ambt neerlegt. Je kunt God ook anders dienen. Het hangt er vanaf hoe je je roeping ervaren hebt. Voor mijzelf zou het wel desertie zijn. Dat is de wat mystieke, bevindelijke kant aan mijn persoonlijkheid. Voor in de puberteit heb ik een sterke roeping ondervonden, maar dat is geen oude koek waarop ik blijvend kan teren. Die roeping moet steeds bevestigd worden, onder meer als je een beroep krijgt. Ik heb ervaren dat ik naar Zijderveld en naar Lopik moest. Dat draagt je heel sterk. De tendens in de gemeente is dat jij het ambt moet waarmaken, dat jij het ambt draagt, maar toch voel ik me gedragen. In de kerk werkt de Heere door de middelen. Dat is ook wat de roeping betreft een belangrijke factor, in de studie, in de beroeping. Het zijn allemaal schakels.
Toch is het predikantswerk van tijd tot tijd ook spannend, door het individualisme, doordat ieder zich een gemeente wil kiezen waar hij zich thuis of zelfs lekker voelt. In Lopik word ik gelukkig niet gelijk persoonlijk ergens op afgerekend. Er groeit vertrouwen. Men weet waar je staat, wat na het eerste jaar een stuk rust geeft. Het eerste jaar wordt er van alles op de tafel van de kerkenraad gebracht. De predikant moet echter vooral voortzetten wat er al was.'
Reageert u eens op het woord 'beroepingswerk?
'Een gebied vol voetangels en klemmen. Toen ik twee keer consulent was, heb ik gezien hoe moeilijk het voor een kerkenraad is een predikant te beroepen. Ik spreek dan over de volkskerkgemeente, die iemand zoekt die in een concrete gemeente ook de flanken bij elkaar kan houden. Dan luistert het nauw, hoewel de polarisatie toch doorvreet en het beroepingswerk kwaad doet.'
Het woord 'traktement'?
'Ik maak me zorgen over de fiscale positie van onze beroepsgroep. Hoe lang blijft bijvoorbeeld de ambtswoning te behappen? Recent kregen we een waarschuwing van het LDC, waarin stond dat in het meest extreme geval een bijtelling van 42.000 gulden werd verwacht. Ik weet dat er onder collega's ontzettend veel financiële nood is. Omdat mijn vrouw wekelijks een dag werkt, konden wij de studieschuld vervroegd aflossen. Nu kan ik rondkomen van mijn traktement, maar wat gebeurt er als de kinderen studeren? De eerste jaren in Zijderveld, zonder periodieke verhogingen, zijn loodzware jaren geweest. Je gaat van een kamer van drie bij drie naar een heel huis, dat je moet aankleden. Het inkomen is goed, maar niet royaal. Extreem hoge stookkosten hebben we vanwege dit betrekkelijk nieuwe huis in Lopik niet, waarbij wij wel matig verwarmen.'
Onnutte dienstknecht
'Een tekst die mij altijd heeft aangesproken, is het wóórd van Jezus uit Lucas 17: "Zo zegt: Wij zijn onnutte dienstknechten, want we hebben slechts gedaan wat we schuldig waren te doen." Dat heeft te maken met het motto waarmee ik mijn werk doe: doe maar gewoon je werk, de gemeente ziet dat en geeft soms een blijk van waardering. Van spontane reacties in het pastoraat leer ik veel.'
Volgende week een gesprek met ds. W. Meijer uit Kootwijkerbroek.
P. J. VERGUNST, APELDOORN
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 2001
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 2001
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's