De betekenis van dominee J. J. Knap Czn.
Een Zwitsers jongetje
Een klein jongetje uit het Zwitserland van de vorige eeuw ging eens aan het touw hangen waarmee de kerkklok geluid werd. En weldra galmden de zware slagen over het vredige dorpje. Tot grote schrik van het jochie. Toen dat jongetje – eenmaal dominee geworden in een evenzo rustiek Zwitsers plaatsje – een boek publiceerde dat nogal wat op reacties opriep, herinnerde hij zich dit voorval uit zijn verleden weer heel scherp1). En hij stond wellicht even verbaasd te kijken. Dat zoiets kleins zo' n reactie veroorzaakte!
Een zelfde ervaring overkwam de spreker toen hij hoorde dat de heer Molenaar van Antiquariaat-Uitgeverij Blassekijn van plan was een presentatie te houden. Dat zijn kerkelijke scriptie, wat bijgewerkt en aangevuld zou verschijnen, was tot daaraan toe (hoewel hij het niet zocht). Dat de heer uitgever er een groot festijn van zou maken, was echter niet zijn bedoeling. Toen hij hoorde wie allemaal uitgenodigd waren, schrok hij: een aantal welbekende personen in kerkelijk Nederland en vervolgens enkele doctoren in de theologie... Alsook de kerkelijke pers… Toen vroeg hij zich af: is het boekje dat wel waard? Bent u allemaal niet voor niets naar Moordrecht gekomen om een bagatel en rijdt u straks niet teleurgesteld naar huis, uw vermorste tijd betreurend?
De spreker kwam dat voorvalletje van die Zwitserse dominee in gedachten. Hij had het ook niet zo kwaad bedoeld. En hij voelde zich getroost. En u troost zich met hem. Althans… als u maar niet de naam van die Zwitserse dominee weet, want dan zou u spreker wel eens anders kunnen gaan bezien… Het dorpsdomineetje was namelijk niet minder dan Karl Barth die zijn Römerbrief publiceerde.
De vergelijking is dus heel gevaarlijk.
Ten eerste is het heel hoogmoedig om jezelf te vergelijken met 'een theoloog van het forinaat Barth'. En een boekje over Knap met de 'Römerbrief'! Als het niet belachelijk zou zijn, zou het getuigen van grenzeloze overschatting.
Ten tweede is het uiterst gevaarlijk om je als dominee van een bondsdeelgemeente te identificeren met Karl Barth! Dit maakt je imago er niet beter op! Het kan je bondscarrière fnuiken.
Maar 'alla', spreker voelde zich toch getroost… en 't gevoel wil ook wat.
De vraag is nu echter: heeft het boekje ook werkelijk iets te zeggen? Was het werkelijk de moeite waard dat u naar Moordrecht kwam…?
Theologische biografie
Ik wil daarover iets zeggen. Maar eerst even ingaan op de ontstaansgeschiedenis van het geschrevene.
Als afronding van de kerkelijke studie moet je een scriptie schrijven. Aanvankelijk was de bedoeling een dogmatisch onderwerp te nemen. Iets over de achtergronden van Berkhofs theologie. Tot een goede vriend – hier aanwezig – mij aanspoorde om de kerkgeschiedenis in te duiken en een historisch persoon te beschrijven. Naast twee andere redenen, was zijn motivering: dan kom je dichter bij de gemeente. Theologie blijft anders zo ijl. Ik ben mijn broeder dankbaar. Knap heeft mijzelf dichter bij het predikambt gebracht. Theologisch grootgeld moet gewisseld worden in gepaste munt voor de gemeente.
Dat is een persoonlijke herinnering. Daar heeft u als buitenstaander natuurlijk niets aan.
Of toch wel? Is het niet een beetje waar dat de theologische biografie wel eens meer beoefend mag worden dan het gebeurt? De opmerking is van prof. dr. H. W. de Knijff. Een theologische biografie, dat wil zeggen: een kerkelijke en theologische plaatsbepaling dus van de beschrevene. Niet enkel een levensbeschrijving dus.
Welnu, gesteund door die opmerking, durf ik het aan dit boek het licht te geven. Het interessante van Knap is namelijk, dat in zijn werken en denken een prachtig uitgangspunt ligt om zijn tijd wat beter te leren kennen.
Ik noem vier dingen waarover een studie over Knap ons wat kan zeggen.
1. Toch gereformeerd
Knap was dominee.van 1883 tot en met zijn overlijden in 1945. De tijd na de grote uitstroom door de Doleantie (1886). De tijd van het wonder. Kuyper had gedacht dat alleen Jan Rap en z'n maat – 't ongelovige volk – zou overblijven in de Hervormde Kerk, dat alle gereformeerd leven uit de kerk verdwenen zou zijn en dat ze als een stuurloos schip op de rotsen van het modemisme zou te pletter slaan. In die tijd vinden we een réveil van gereformeerd denken! De oude gereformeerde wortels bleken niet dood. Integendeel. Noch Doleantie noch Afscheiding hebben dat kunnen bewerken. Gelukkig! Hierin heeft de eerste helft van onze eeuw iets troostrijks.
Dat is punt 1.
2. De richtingenstrijd
Nauw daarmee samenhangend is het tweede:
Tijdens dominee Knaps loopbaan kreeg de richtingenstrijd zijn beslag. Als richtingen zijn – grofweg – te noemen: de modernen, de ethischen, de confessionelen en de opkomende Gereformeerde Bond (1906). Knap was confessioneel (hij liet immers gezangen zingen!). Maar hij was niet alleen confessioneel.
Vroeger was hij ethisch-geïnteresseerd.
En later voelde hij zich kerkelijk goed thuis bij de bonders (Van Grieken, Jongebreur waren vrienden, en Knap was medewerker van de Vaandrager, het blad van de Hervormd Gereformeerde Jongelingsverenigingen).
In dit boekje probeer ik Knaps houding in de richtingenstrijd te bepalen. Zijn levensgeschiedenis heeft zelfs iets van een brandpunt. Verschillende lijnen komen bij elkaar en vallen uiteen.
Waar stond hij nu?
Met de modernen had Knap niets van doen. Aan hen kan ik dus voorbijgaan.
Ik spits mijn verhaal toe op de verhouding tot de ethischen.
Er zijn daarin breukpunten en raakvlakken te constateren.
Dogmatisch kwam er afstand. Vooral rond het objectieve, formele gezag van Schrift en belijdenis. Toch bleef er een zekere geestelijke herkenning. Ik toon dat aan in hoofdstuk 5.
Gereformeerden en ethischen (vooral de oudere ethischen: Gunning bijv.) hebben overeenkomsten. Er was soms een zelfde achtergrond. De richtingenstrijd kan ons dat wel eens doen vergeten. De posities zijn ook uit elkaar gegroeid. Maar er was soms over en weer herkenning. Ethischen waren niet altijd 'de halven' waarvoor Kuyper – in tegenstelling tot Bavinck – hen uitschold!
Dat vind ik fascinerend. Blijkbaar zijn kloven niet altijd even diep (hoewel ik daarmee de dogmatische verschillen niet verdoezel).
Ik herinner aan een preek van wijlen dominee G. Boer. Daarin komt ook zo'n perspectief voor. Hij zegt:
'Toen dr. Abraham Kuyper voor het eerst op de studeerkamer van prof. Gunning sr. (hij bedoelt J. H. Gunning jr., gestorven 1905; hij noemt junior "senior" om hem te onderscheiden van een andere prof. Gunning), en hij deze indrukwekkende, geheiligde persoon ontmoette, schreef hij later op: ik had de neiging om mijn meest geheime boezemzonden op te biechten. 2)
Een gereformeerde biechtend tegenover de vader van de ethische theologie… En dat in een preek van de voorzitter van de GB! Dat vind ik fascinerend en ook wel een beetje hoopgevend.
3. Kuyper in de Hervormde Kerk
Er is nog een derde punt.
Knap is interessant omdat hij ons laat zien hoe je gereformeerd en tegelijkertijd hervormd kon zijn. Ik heb dat al uitgewerkt in de zin van: het reformatorisch gedachtegoed blijft vruchtbaar. Nu wil ik 'gereformeerd' opvatten als 'synodaal-gereformeerd'. Knap was op sommige punten kuyperiaan. Niet zozeer in de leet van de veronderstelde wedergeboorte, maar veel meer in de zin van: de visie op de kerk als organisme, met daaraan gekoppeld: oog voor het differentiatieprincipe. Tevens was Knap een echte AR-man (er zouden nog meer gereformeerde lijnen te noemen zijn; vooral in het kerkhoofdstuk – hoofdstuk 4 – komt dat naar voren).
En ook daarin liggen interessante punten. Knaps sympathie voor de Bond had ook te maken met hun gemeenschappelijke sympathie voor kuyperiaanse ideeën. Ik denk dat de invloed van Kuyper op de gereformeerde richting in de Hervormde Kerk groter is dan menigeen denkt of waar wil hebben. Dat is geen nieuwe conclusie, maar ik onderstreep haar graag.
De figuur van Knap is een goed voorbeeld hoe kuyperiaans en hervormd soms goed samen konden gaan. Hoewel de lijnen kerkelijk anders getrokken werden. Want ondanks zijn gereformeerde sympathieën bleef Knap hervormd; en dat was wel heel on-kuyperiaans.
4. Theologie en praktijk
Ik noem nog een vierde punt.
Knap kan ons nog iets leren. En dat heeft hij mij gedaan. Hij was een man van de praktijk. Het wisselde het grote theologische geld om in passende munt voor de gemeenteleden. Hij was in de goede zin van het woord 'populair'.
Knap heeft ontzettend veel geschreven en kon heel mooi preken. Een prachtige vorm en een mooie, rijke inhoud.
De werken van Knap zijn het waard gelezen te worden. Dominees doen dat veelvuldig. Er worden heel wat preken 'opgeknapt' – en 't zijn de slechtste niet.
Bij de voorbereiding op de paaspreek over Maria Magdalena las ik dominee Knap nog eens. En toen bleek mij, dat wijlen dominee H. G. Abma ook Knap gebruikt had, in een preek die verschenen is in de serie Recht en Genade. Hij had hem niet overgeschreven – hoe zou deze grootmeester dat hebben gekund – maar hij had wel een gedachte opgenomen en verder uitgewerkt…
Knap kan ons op homiletisch terrein veel bijbrengen. Welsprekendheid en inhoud vormen bij hem één geheel. Uiteraard mogen we Knap niet nadoen. ledere predikant moet iets individueels hebben. Voor ons late twintigste-eeuwers is deze man soms te wollig van taal. Toch is een 'op-knapbeurt' ook na het jaar 2000 niet helemaal outdated! Waren de slechtste dominees niet, die jaren lang de schare konden boeien en stichten…
Hierbij wil ik het laten.
Heeft Knap ons nog wat te zeggen? Wat mij betreft: behoorlijk veel! Ik hoop dat dit duidelijk is. En ik hoop dat 't voor u ook zo is.
Dan hebt u – ondanks meneer Molenaar – de reis toch niet vergeefs gemaakt.
Ik heb gezegd.
A. J. van den Herik, Moordrecht
1) Eberhard Busch, Karl Barth aan de hand van zijn brieven en autobiografische teksten, uitg. C. F. Callenbach, Nijkerk, 1978, p. 113.
2) G. Boer, Door het geloof. Preken over Hebreeën 11, uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam, 1974, p. 99.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1999
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1999
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's