Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toeschouwers en reizigers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toeschouwers en reizigers

Ambtsdragersvergadering Overleg Grote Steden

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op zaterdag 27 september jl. werd in de Jeruzalemkerk te Amsterdam de ambtsdragersvergadering gehouden voor ambtsdragers werkzaam in de grote steden. Ondergetekende hield daar een 'ambtsdragerspreek' n.a.v. Kolossensen 1 : 9-11. Thema van de preek: Paulus bidt voor de gemeente

1) om vervuld te worden met de kennis van Gods wil:9, 10

2) om bekrachtigd te worden met Gods kracht:11.

Ik begin deze ambtsdragerspreek met een klein onderzoekje, een mini-enquête. Ik stel u in gedachte de volgende vraag. Wat vindt u van uw gemeente? Voelt u zich er thuis? Bent u tevreden over haar functioneren? Zijn er dingen die volgens u veranderd moeten worden? Verbeterd wellicht? Zijn er punten waar u zich zorgen over maakt? Waar u uw vragen bij stelt? Ongetwijfeld zullen er heel wat verschillende antwoorden binnenkomen. Er zullen er zijn die zeggen: ach, volmaakt is het nergens. Ik vind het eigenlijk best zo. Natuurlijk... het kan altijd beter. Maar: niks te klagen hoor. Wij vangen elkaar aardig op... wat wil je nog meer. Een ander snapt niks van zo'n reactie. Hoe kan je dat nu zeggen? Niet zo snel tevreden. Niet zo voldaan: kijk toch eens om je heen. Onze kerk bijv. staat in een gebied, in een wijk, waar bijna niemand van in de kerk komt. Duizenden en nog eens duizenden mensen wonen binnen de grenzen van onze geografische wijkgemeente... maar hoe kunnen wij hen bereiken? Hoe is het mogelijk dat je zondags in de kerk zit maar doordeweeks eigenlijk bij geen enkele activiteit betrokken bent? Hoe belangrijk is het om na te denken, aldus deze persoon, om missionaire gemeente te zijn; om te werken aan onze uitstraling als gemeente. Dat geldt voor buiten ons kerkgebouw maar ook voor binnen ons kerkgebouw: in welke verpakking bieden wij de inhoud van het Evangelie aan aan de moderne mens vandaag de dag die heel veel als vreemd ervaart? Hebben wij oog voor mensen die zich bij de gemeente voegen? Vangen wij hen werkelijk op? Zondags maar ook doordeweeks. Een kwetsbaar punt van onze gemeente. Daar moet aan gewerkt worden, aldus deze persoon. Een ander maakt zich ook zorgen over de gemeente: gaat het wel goed? Worden wij niet steeds moderner? Passen wij ons niet steeds meer aan aan het moderne levensgevoel? Wat is nu nog het eigene van onze wijkgemeente? Komen we nog toe aan een 'onderwerpelijke' prediking of blijft het in het objectieve, het algemene steken? Wat onderscheidt ons nog van anderen? Hier stop ik even. Zo maar even een greep. Niet om aan stemmingmakerij te doen maar wel om de diversiteit van reacties even neer te zetten. Hier in vers 9 is Paulus in gebed voor de gemeente. Hij heeft gehoord hoe het er in de gemeente van Kolosse aan toe gaat. Hij heeft de berichten van Epafras nauwkeurig geanalyseerd en stelt vervolgens niet enkele knelpunten vast. Nee, geen knelpunten maar gebedspunten. Geen opgeheven vinger maar twee gevouwen handen. Paulus bidt. En niet om u monddood te maken; dat je alles maar kritiekloos moet accepteren. Maar deze inzet is natuurlijk wel ontzettend belangrijk. Paulus bidt. Zijn kritiek (wat hij mist) bespreekt hij in eerste instantie met God. Nou, die zit... Ik weet niet hoe het u vergaat maar ik heb altijd de neiging om het eerst met een ander te bespreken en eigenlijk nooit met God. Zo van: 'Vind je ook niet... heb jij er ook geen moeite mee'. Op een zekere dag hebben mensen in Kolosse het Evangelie gehoord (vs. 6). En ze hebben het geloofd. En op een zekere dag heeft Paulus dit gehoord (dat ze tot geloof gekomen zijn) en vanaf die dag is hij voortdurend voor hen in gebed (vs. 9; onze tekst). Gezien heeft hij deze gemeente nog niet. Hij kent niemand van die gemeente persoonlijk; hij kan er zich geen gezicht bij voorstellen. Maar Paulus kent zijn gebedsverantwoordelijkheid.

Het gebed

Voortdurend vraagt Paulus in zijn brieven om voorbede: broeders bidt voor ons 'dat God ons de deur des Woords opene' (4 : 2). Maar hij geeft zelf ook het voorbeeld: ijn eigen voorbede. Om de preek direct maar 'onderwerpelijk' te maken. Dat wil zeggen dat ik word aangesproken zoals ik hier zit/sta, ik geloof dat ik vaak meer spreek over God dan met God. Hoe vaak schiet het gebed er niet bij in? Wat leggen wij vaak de accenten verkeerd. Paulus in gebed. En in dat gebed wordt duidelijk wat er in Kolosse nog aan schort. En deze (gebeds)toon maakt de muziek. Dit komt over. Deze kritiek komt niet uit de hoogte; van iemand die het allemaal even beter weet maar uit de diepte. Van iemand die op zijn knieën ligt, die bidt. Ik bid voor u dat gij moogt vervuld worden met de kennis van Zijn wil in alle wijsheid en geestelijk verstand. Vervuld worden. Helemaal vol worden. We komen dat in deze brief nog wel een paar keer tegen. Het grote gevaar voor de christenen in Kolosse is de vermenging van bijbelse waarheden met waarheden uit andere hoeken afkomstig. Een soort synthese van verschillende religieuze gegevens. Nee, zegt Paulus. In Christus woont al de volheid van God lichamelijk. En daarom moeten wij ook vol zijn van Christus. Niet half-vol of bijna vol. Nee, helemaal vol. En hier bedoelt hij dus: helemaal vol van de kennis van Zijn wil. Dat je weet wat Gods wil is in je leven. Hier start de voorbede van Paulus: en beslissende start. Hij begint intern. Wij zijn vaak bezig met God te dienen zonder dat wij onszelf eerst goed hebben afgevraagd. Of beter gezegd: onder dat wij aan God hebben gevraagd wat Zijn wil nu eigenlijk is. We dienen maar wat. Maar vaak zonder kop en zonder staart. Wacht, een leerpunt in deze preek: je kan niet God dienen zonder dat je weet wat Hij wil. In vers 10 krijgt het zelfs aan het slot de toespitsing 'dat wij moeten opwassen i in de kennis van God Zelf'. Dus niet alleen de kennis van Zijn wil maar de kennis van God. Verbindt dat maar met elkaar. God leren kennen. Het is de titel van een heel bekend boek van de theoloog Packer. De kerk staat of valt met de kennis van God. Wij moeten als kerk de juiste kennis van God hebben want, zo schrijft hij: ls de kerk God bekijkt door het verkeerde einde van een telescoop en Hem zo reduceert tot een soort dwerg, kan zij niets anders voortbrengen dan dwerg-gelovigen. God leren kennen. In het boek Daniël staat ergens een tekst: het volk dat Zijn God kent, zal sterk zijn en daden doen (11 : 32). Het volk dat Zijn God kent. Persoonlijk. Niet theoretisch. Niet alleen maar met je verstand, je ratio. Nee, betrokken. Niet onpersoonlijk en zakelijk.

Balkon

In het boek van Packer wordt die zakelijke benadering getypeerd als mensen die vanaf een balkon de voorbijgangers beneden op staat gadeslaan. Deze mensen (op het balkon) hebben zo hun ideeën over die reizigers. Ze vinden dat sommigen de verkeerde weg inslaan, dat anderen zich onderweg vreemd gedragen. Maar ondertussen blijven ze op hun balkon als toeschouwers. Hun vragen en opmerkingen zijn theoretisch. Ze hebben geen deel aan wat daar beneden gebeurt. De voorbijgangers zelf hebben andere vragen. Waar moeten wij heen... Hoe moeten wij dit of dat doen? Voor hen is het geen dorre theorie maar het is praktijk, die vraagt om beslissingen en daden. Zo kunnen de toeschouwers op het balkon en de reizigers onderweg op heel verschillende manieren bezig zijn met hetzelfde onderwerp. Tot zover dat voorbeeld. Mag ik u eens vragen: bent u een toeschouwer of een reiziger. Kent u de wil van God? Als theorie? Een lesje wat u zo kunt opdreunen? Of hoort u bij het volk dat Zijn God kent? In Hosea staat die bekende tekst: Mijn volk gaat verloren omdat het geen kennis heeft. Daar wordt deze kennis mee bedoeld. De persoonlijke kennis van God. De omgang met Hem. En het gebed moet en mag zijn: Heere, geef dat wij u recht kennen. Zoals U werkelijk bent. Geef dat wij U dieper mogen leren kennen. Dieper. En zo ook Uw wil steeds beter leren verstaan. Op zondagmorgen horen wij de tien geboden. De wil van God. Wat is daarvan de bedoeling: zo van: ...als je die tien geboden nou maar niet vergeet dan komt het wel goed? Nee, het gebed om vervuld te worden met de kennis van Zijn wil, is het gebed om de Heilige Geest die de wet actualiseert, toepast in mijn leven. Je eigen maakt zodat je een vermaak krijgt in de wet van God. Een vermaak. Dat die wil van God geen noodlot voor je is maar heilswil. Kijk, hier komt het onderscheid openbaar tussen een gelovige kerkganger en een ongelovige kerkganger. Een ongelovige kerkganger vraagt: nou, wat wordt er van mij gevraagd. Wat zijn de regels. Dan weet ik waar ik aan toe ben. Wat er van mij verwacht wordt. Komen wij deze benadering niet steeds meer tegen in de gereformeerde gezindte? We hebben een soort verklaring opgesteld: zo zijn onze manieren. Pas op, voordat we het weten wordt een soort blinde gehoorzaamheid geëist. Paulus noemt dat ergens een ijver zonder verstand. Je kweekt een soort kadaver-gehoorzaamheid. Maar Paulus bedoelt iets anders. Hij geeft het weer in Rom. 12 : 2: en wordt deze wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van God zij. Bidden om de vervulling met de kennis van Zijn wil. Dat is de verandering van je hart. Je innerlijk. Je ziel. Je wordt een ander mens. Dan wordt je hart vernieuwd en daardoor je leven. Daar legt Paulus de vinger bij. Hij begint niet met uiterlijkheden of uiterlijke effecten. Nee, bij de kern. De vervulling met de kennis van Gods wil. En als dit gebed ook in ons gemeenteleven centraal staat ontstaat er een diepe, diepe geestelijke eenheid en verbondenheid. Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal. Wat wilt U dat wij zullen doen. Uw gemeente in de stad. In deze tijd.

Geestelijk verstand

In onze tekst staat achter die kennis nog een toevoeging: in alle wijsheid en geestelijk verstand. God is wijs.

Volkomen wijs. In Zijn wijsheid doorgrondt Hij de totale werkelijkheid in al haar verscheidenheid. Iets van Zijn wijsheid schenkt Hij ons zodat wij weten kunnen hoe wij moeten leven. Dit is inderdaad de basis van het christenleven. God kennen. Dit geeft tegelijkertijd de ontsporing van onze maatschappij aan; de ontwrichting van ons land. De kennis van God verdwijnt. In Rom. 1 : 8 tekent Paulus zo de situatie van het heidendom: hij kijkt om zich heen en ziet wat een heidense bende het in de Romeinse cultuur is en schrijft dan: en gelijk het hun niet goed gedacht heeft God in erkentenis te houden, zo heeft God hen overgegeven in een verkeerde zin, om te doen dingen, die niet betamen. Ze hebben God niet in erkentenis gehouden. En dat blijkt niet alleen op zondag maar dat blijkt zeven dagen per week: ze zijn vol met ongerechtigheid, hoererij, boosheid, gierigheid, kwaadheid, vol van nijdigheid, moord, twist, bedrog, kwaadaardigheid etc. (Rom. 1 : 29). Wie niet vol is van de kennis van God is vol met ongerechtigheid. Kent u God? Hoe kan dat? Hij heeft Zich gepresenteerd. Laten zien. In Zijn Woord. De Bijbel. Daar onmoet ik Hem. Daar leer ik Hem kennen. En als ik Hem leer kennen leer ik ook mijzelf kennen. Dat gaat samen. En dan komt Hij in je leven. Heel nadrukkelijk maar dat is niet storend. Dat is niet irritant. En ik ga God leren kennen en leer door Zijn ogen de dingen zien. Ik ontvang geestelijke wijsheid. Geestelijk inzicht. En ik ga wandelen waardiglijk de Heere... tot in alle behagelijkheid... In alle goede werken vrucht dragende en wassende in de kennis van God. We lezen het in vers 10. Het staat er wat plechtig en statig. Maar Paulus vraagt eigenlijk aan God: Heere God, geef dat ze doen wat ze weten. Wat zo mooi in Ps. 86 staat: eer mij Heere Uw weg... ik zal in Uw waarheid wandelen. De rabbijnse interpretatie van de geboden Gods voor het dagelijks leven wordt de Halacha genoemd; de wandeling. Dat is geloven. Aan de wandel met God. Net als Henoch. In alle behaaglijkheid. Niet mensen behagen. Bij mensen indruk maken. De Heere een plezier doen. God blij maken. In alle goede werken vrucht dragende en zo wassen. Toenemen in de kennis van God. Heere, geef dat in de gemeente van Kolosse. Heere, geef dat in onze gemeente. Kennis van Uw karakter. Uw gerechtigheid. Uw heiligheid maar ook Uw barmhartigheid en Uw genade. Zodat er een heilige huiver door de stad gaat. Door onkerkelijken en door kerkdijken heen. Door orthodoxe, midden-orthodoxe en niet-orthodoxe gemeenten heen. Kennis van God. Kennis van Zijn wil. Niet van horen zeggen maar het horen uit Zijn eigen mond. Spreek Heere, Uw knecht hoort. Dit moet het geheim zijn van ons zijn hier. Het eigene van ons. Wat wij niet voor onszelf willen en kunnen houden. Wat naar buiten treedt: God. Wat een taak, zegt u, wat een roeping. Daar schrik je toch voor terug. Zondags naar de kerk gaan. Ach, dat roept toch nog niet zo heel veel weerstanden op. Dat is nog wel op te brengen. Maar leven om God te behagen. Hoe kan je dat doen?

Kracht

Wacht, Paulus bidt om nog iets: met alle kracht bekrachtigd zijnde naar de sterkte Zijner heerlijkheid tot alle lijdzaamheid en lankmoedigheid, met blijdschap. Paulus weet uit eigen ondervinding dat het weten van de wil van God en het in praktijk brengen van deze kennis je niet altijd in dank wordt afgenomen. Zelf zit hij op dit moment terwille van het geloof gevangen. Stoppen maar? ! Voorzichtig aan? Een lagere versnelling? Je langzaamaan terugtrekken? Nee, Paulus bidt om kracht. Kracht van God. Heere God geef hen de kracht om staande te blijven. Tijdens vervolgingen, verhoren, martelingen. Dat ze uw naam niet verloochenen. Wij worden hier niet gemarteld en wij worden niet vervolgd. Hoewel, op dit moment, gebeurt het wel elders op deze aarde. Maar voel jij je als student in je studie niet vaak ontzettend eenzaam? Zo machteloos. Als je niet begrepen wordt. Soms moedwillig. Soms onbewust. Als er een karikatuur van je geloof wordt gemaakt. We komen als christenen in Nederland in een crisis terecht. Of beter gezegd: we zitten er al midden in. Komt het er nu voor ons op aan om te laten zien wat wij in onze mars hebben? Nee, gemeente: met alle kracht bekrachtigd zijnde naar de sterkte Zijner heerlijkheid. Wij hebben een sterke God. Letterlijk: met schitterende macht! Heerlijke kracht. Zijn heerlijkheid. Zijn doksa heeft God in het Oude Testament verschillende malen laten zien. In het Nieuwe Testament komt die heerlijkheid in Christus openbaar. Hij heeft Hem opgewekt uit de doden. Wij hebben geen slappe God maar een God vol kracht. Heere, versterk ons! Geef allen die op kwetsbare posten staan dubbele kracht. Een leraar op een school die niet echt christelijk meer is maar toch. Een verpleegster op een hele lastige afdeling. Een moeder die er in het gezin t.a.v. de godsdienstige opvoeding alleen voor staat. Met alle kracht bekrachtigd zijnde. Dat gebeurt ook nu. Heb je het weleens ervaren: je ging met knikkende knieën ergens op af... en je werd geholpen. God gaf een opening. Oh, wacht even, voor alle eerlijkheid en duidelijkheid: zo gaat het niet altijd. Er staat in dit vers aan het slot: Tot alle lijdzaamheid en lankmoedigheid. Lijdzaamheid. Dat je de moed niet opgeeft als het niet gaat zoals je zou hopen. Dat je je schouders niet laat zakken. Calvijn zegt dat de gelovigen gedurig in deze wereld onder het kruis geoefend worden, omdat dagelijks tal van verzoekingen zich opdoen om hen neer te drukken, en zij niets aanschouwen van die dingen, welke God beloofd heeft. U hoort een ander het ene succesverhaal vertellen na het andere. Maar zelf maakt u nooit zoiets mee. U probeert voorzichtig weleens een gesprek over het geloof enzo... maar het slaat gelijk dood. Er gebeurt niets. Wat kan je je mislukt voelen. Als je kinderen niet meer naar de kerk gaan. Je hebt geprobeerd ze kerkelijk op te voeden, maar... en vult u uw teleurstellingen maar in, juist in de dienst van het koninkrijk Gods. Heere God, geef ze in Kolosse, en waar uw gelovigen ook wonen Uw kracht.

Lijdzaamheid

Tot alle lijdzaamheid. Dat ze niet afhaken. .. niet hun opdracht teruggeven. Maar buigen voor God. Belijd het Hem dat je het zo moeilijk vindt. Zo zwaar. Zo eenzaam vaak. Als anderen afhaken om dan toch die ene taak te blijven vervullen. Om dingen in het koninkrijk Gods te doen die niet gezien worden, die niet worden afgekondigd, die niet in de kerkbode vermeld staan, die je ontzettend veel moeite kosten. Lijdzaamheid en lankmoedigheid. Dat is de lange adem die de christen nodig heeft en niet van zichzelf heeft. Maar die lange adem schenkt God. Als er één geduld heeft met de mensheid, met ons dan is Hij het wel. En Hij leert ons iets van Zijn lankmoedigheid te verstaan. En dan staat er nog één woord in onze tekst: met blijdschap. .. je zou dat woord bij het volgende vers kunnen betrekken. Je mag het ook op dit vers laten slaan en dat vind ik eigenlijk wel zo mooi. Want je leeft dit taaie, zware christenleven met blijdschap. Ik moet denken aan een tekst in Nehemia: De blijdschap des Heeren die is Uw sterkte! Of: De apostelen die nadat zij gegeseld zijn de raad verlaten... verblijd zijnde dat zij waren waardig geacht geweest, om Zijns Naams wil smaadheid te lijden. Het is een vreugde in God. In Christus. God kan ons heel wat afnemen. God kan ons heel wat onthouden. Maar de genade neemt Hij ons niet af. De genade onthoudt Hij ons nooit! Beslissend is niet: Houdt u het vol. Denkt u dat u het redt, in deze tijd en zal het ons als gemeente lukken? Hij laat niet varen het werk wat Zijn hand begon. Wij begonnen met de enquête. Nu de uitslag! Wat moet er veranderen. God weet het. Exact. Hij weet precies wat nodig is. Hij weet het niet alleen maar door Zijn Heilige Geest en Zijn Heilig Evangelie doet Hij er ook iets aan. Een vernieuwde gemeente is een optelsom van vernieuwde gemeenteleden. En hoe meer er vernieuwd worden hoe meer stootkracht de gemeente heeft. Gaan wij het organiseren? Nee, wij gaan er om bidden. AMEN.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 oktober 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Toeschouwers en reizigers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 oktober 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's