Uit de ‘Kerkorde van de Nederlandse Hervormde Kerk’
Artikel I: Van de Kerk
I. De Nederlandse Hervormde Kerk, overeenkomstig haar belijdenis openbaring van de ene heilige katholieke of algemene Christelijke Kerk, bestaat uit al de Hervormde gemeenten, waartoe mede worden gerekerid de Waalse, Presbyteriaans-Engelse en Schotse gemeenten in Nederland, alsmede de in haar verband opgenomen Nederlandse Hervormde gemeenten buiten Nederland.
Artikel II: Van de gemeenten
1. Krachtens het genadeverbond behoren tot een Hervormde gemeente, die rondom Woord en sacramenten wordt vergaderd, en mitsdien tot de Nederlandse Hervormde Kerk, gesteld onder haar opzicht en gehouden tot dienstbetoon aan elkander en de Wereld,
zij, die door openbare belijdenis des geloofs belijdende leden (lidmaten) der Kerk zijn geworden;
zij, wier inlijving in de gemeenschap der Kerk is bekrachtigd door de Heilige Doop; en
zij, die uit Hervormde ouders zijn geboren.
2. Tot een Hervormde gemeente behoren ook zij, die krachtens hun belijdenis, doop of geboorte tot een andere Kerk behoorden en naar de Hervormde Kerk zijn overgekomen.
Artikel IV: Van de ambten
1. Om deze orde! der Kerk van Christuswege te onderhouden en in de verscheidenheid der diensten te voorzien, zijn er de volgende drie ambten:
dat der dienaren des Woords, dat der ouderlingen en dat der diakenen.
6. Aan de ouderlingen is toebetrouwd het vergaderen van de gemeente, de zorg, dat alles in de gemeente met orde geschiedt, het dragen van de medeverantwoordelijkheid voor de bediening des Woords en het recht gebruik van de sacramenten, de verzorging van de stoffelijke belangen der gemeente, voorzover niet van diakonale aard, door daartoe in het bijzonder aangewezen ouderlingen, die als zodanig de naam kerkvoogd dragen, en de leiding van de-ambtelijke vergaderingen der kerk, zo zij daartoe geroepen worden, en voorts, met de herders en leraars tezamen, het opzicht over de gemeente, alsook, met de herders en leraars, bezig te zijn in de herderlijke zorg, de catechese, dé arbeid onder hen, die van het Evangelie zijn vervreemd, en de geestelijke vorming van de jeugd.
Artikel XXII: Van de financiën
1. De financiële zaken der gemeente van diakonale aard worden verzorgd door het college van diakenen, haar overige financiële zaken door het college van kerkvoogden.
Ordinantie No. 14: ordinantie voor het presbyteriaat
Artikel 4: Ouderlingen met een bepaalde opdracht of voor bijzondere of buitengewone werkzaamheden
1. In het bijzonder daartoe door de gemeente aangewezen ouderlingen worden, als kerkvoogden, belast met de zorg voor de stoffelijke, niet-diakonale, zaken der gemeente.
2. De werkzaamheden van de kerkvoogden worden nader omschreven in de ordinantie voor de kerkelijke financiën (zie nr. 16).
3. , De kerkvoogd wordt, met het oog op zijn verantwoordelijkheid voor de stoffelijke belangen der gemeente, niet geroepen tot de werkzaamheden omschreven in ordinantie 14-2-1, 2 en 3, tenzij de kerkeraad hem op zijn verzoek met een of meer daarvan belast.
(In ord. 14-2-1, 2 en 3 is o.a. sprake van: huisbezoek, aandeel in de zorg voor de catechese en het jeugdwerk, arbeid onder de van het Evangelie vervreemden)
Ordinantie No. 16: ordinantie voor kerkelijke financiën
Artikel 1: Het college van kerkvoogden
1. De verzorging van de stoffelijke belangen der gemeente, voorzover niet van diakonale aard, is toebetrouwd aan het plaatselijk college van kerkvoogden, dat gevormd wordt door de kerkvoogden der gemeente.
2. Het is daarbij inzonderheid belast met het vaststellen van de stoffelijke behoeften der gemeente en de wijze, waarop daarin zal' worden voorzien; het inzamelen van de gaven der gemeenteleden; het vaststellen van het aandeel der leden in de geldelijke lasten der gemeente; enz.
Artikel 7: De bijdragen der leden
1. De kerkvoogden stellen de leden der gemeente in de gelegenheid hun aandeel te dragen in de geldelijke lasten der gemeente én wel door inzamelingen in de kerkdiensten, door, naar draagkracht te bepalen, vrijwillige of verplichte periodieke bijdragen, door een vergoeding te vragen voor bepaalde diensten, en door op andere wijzen bijstand te vragen.
4. Indien in een gemeente verplichte bijdragen worden gevraagd, behoort dit, met de wijze van berekening, te ..worden vastgelegd in de plaatselijke regeling, bedoeld in ordinantie 16-2-2.
5. Indien een gemeentelid niet bereid is zijn aandeel in de lasten der gemeente te dragen, overleggen kerkvoogden met het consistorie, op welke wijze hij tot een beter inzicht in zijn verantwoordelijkheid als lid der gemeente kan worden gebracht, onverminderd hun bevoegdheid óm verderstrekkende maatregelen te nemen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 september 1980
De Waarheidsvriend | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 september 1980
De Waarheidsvriend | 20 Pagina's