Macarius en zijn invloeden in de Nederlanden
Met dit proefschrift is drs. J. H. van de Bank onlangs gepromoveerd tot doctor in de godgeleerdiieid.
Een proefschrift, waarin ons bijzonder interessant materiaal wordt geboden over een Egyptische woestijn-heilige, Macarius en diens invloed in de Oosterse kerk en eveneens in het Westen. Bij dit laatste gaat het dan vooral om de Nederlanden.
Macarius
Hij wordt nader aangeduid als Macarius de Oudere of de Grote en als Macarius de Egyptenaar. Deze nadere aanduidingen ter onderscheiding van anderen, die dezelfde naam dragen.
De man leefde van ongeveer 300-390 in Egypte.
Hij is op aparte wijze geboren, namelijk mede door toedoen van twee openbaringen, één van Abraham in een droom en één van een engel. Ook zijn levensloop is wonderlijk, vol van hemelse stemmen.
Na een kort huwelijk tegen zijn zin, gaat hij zijn leven wijden aan God.
Hij trekt zich als monnik terug in de woestijn, nadat hij al zijn bezittingen heeft weggegeven onder de behoeftigen en de zieken.
Na allerlei wederwaardigheden ontvangt hij een hemelse stem, die hem waarschuwt de contacten met anderen in de woestijn niet te mijden. God heeft daar een bijzondere bedoeling mee.
In die tijd heeft de woestijn, ook die van Sketis, een grote aantrekkingskracht op veel mensen, die op zoek zijn naar God en naar waarheid.
Macarius heeft velen onderwezen in preken en leerredenen. Bovendien heeft hij vele zieken genezen, waarbij hij korte toespraken hield. Na op hoge leeftijd nog in ballingschap te hebben vertoefd, is Macarius op 90-jarige leeftijd in de woestijn Sketis gestorven.
De geschriften van Macarius
Onder de geschriften en brieven is de verzameling van 50 Geestelijke Homilieën het meest bekend. Ze zijn ook van groot belang voor de geschiedenis van de christelijke mystiek.
De nagelaten werken van Macarius vormen een groot probleem, wat de afkomst betreft. Dr. Van de Bank wijdt een groot deel van zijn proefschrift aan het onderzoek van de herkomst van het 'Corpus Macarianum'.
Hij is er tenslotte van overtuigd, dat deze geschriften niet op de naam van Macarius zelf geschreven kunnen worden.
Van wie zijn ze dan?
Sommigen menen, dat er op z'n minst stukken van Macarius in te vinden zijn.
Anderen gaan van de veronderstelling uit, dat de geschriften alleen op naam van Macarius geschreven staan vanwege diens goede en bekende naam.
De eigenlijke schrijver zou Symeon van Mesopotamië zijn geweest, zoals een bekend onderzoeker, Herman Dörries, veronderstelt. Van de .Bank weerspreekt dit zonder meer. Wel mogen we er van uit gaan, dat het'Corpus Macarium' de geestvan Macarius ademt. Er is sprake van een onbekende bewerker van diens theologie.
De theologie van Macarius
Volgens het onderzoek van de reeds genoemde Dörries staan in Macarius' theologie drie nauw verbonden begrippen centraal: De macht van het kwaad, de Geest Gods en het gebed.
Het kwaad woont in de mens. De verdorvenheid kan de mens niet uit zichzelf overwinnen. Elke strijd en elke prestatie, die weliswaar de liefde tot God tot uitdrukking brengt, leidt tot een nederlaag, maar brengt ook de mens tot zoeken en bidden. Genade en kwaad wonen tegelijkertijd in de mens.
De belijdenis van onmacht, het gebed om redding is het laatste wat hij nog doen kan.
Het gebed neemt in de theologie van Marcarius een centrale plaats in.
Het gebed is een plicht, maar ook een gave Gods, waarin de mens zoekt en verlangt naar de gemeenschap met God.
Het gebed is allereerst het geroep van de gevangene om bevrijding, waarin niet alleen de angst, maar ook de hoop doorklinkt. Door dit alles heen spreekt het werk van de Heilige Geest.
De H. Geest leert bidden om de inwoning van Christus in ons.
De H. Geest geeft heiliging op het gebed.
Dan eerst, wanneer door de Geest de menselijke natuur de kracht van de heilige en goddelijke natuur deelachtig wordt, is de mens compleet en kind van God.
Zo wordt de mens één: één met zichzelf, één met de genade, één met de liefde, ééns Geestes met Christus.
Hierbij zij nog opgemerkt, dat de mens niet kan 'opgaan' in God. Het deelhebben aan de goddelijke natuur heft de scheiding tussen God en mens niet op.
Het werk van de H. Geest speelt een grote rol in de theologie van Macarius.
Een opvallend gegeven in de visie op 'Ambt en Kerk' is het onderscheid, dat gemaakt wordt tussen 'Schooltheologen' en degenen, die de macht en de werking van de H. Geest in zich voelen en door de Geest Zelf geroepen worden.
Deze laatsten zijn dan de opvolgers van de apostelen.
De invloed van Macarius in het Oosten
Zonder twijfel is de invloed aanwijsbaar. Van de Bank toont dat duidelijk aan.
Wat voor ons als lezers van 'De Waarheidsvriend' interessant is, is het gedeelte, dat handelt over de religieuze ervaring.
Met name gaat het dan over de bevinding.
Naast het intellectuele kennen heeft de gelovige bevinding of ondervinding, die hij door de H. Geest ontvangt.
Macarius beschrijft dit zekere bezit van de genade als een geestelijke zoetheid, een smaken van God. Ervaring van het 'innerlijk licht'.
Deze bevinding is noodzakelijk. Hierbij valt de uitspraak: niemand van ons kent God door het woord alleen, maar hij moet Hem in zijn hart hebben door alle bevinding en erkenning.
Wie geestelijke woorden spreekt zonder kennis en bevinding, lijkt op een mens, die op een brandende middag een vlakte zonder water , doortrekt en vanwege zijn grote dorst naar zijn wens een tekening maakt van een frisse bron... terwijl zijn lippen uitdrogen en verdrogen door de geweldige dorst.
Zo zijn zij, die spreken over volmaaktheid en heiliging en gemoedsrust, terwijl ze die naar werking en zekerheid niet bezitten.
Toch is de bevinding niet het laatste. Er is verlichting, maar hoger is de openbaring, want daardoor worden grote en goddelijke geheimen aan de ziel geopenbaard.
Invloed van Macarius in het Westen
Deze is pas laat gekomen. In de middeleeuwen was er nog geen spoor te bekennen. In de 16e eeuw verschijnen de Homilieën pas in druk. Het eerst in Frankrijk en daarna in Duitsland.
De invloed in Duitsland is er vooral in het Pietisme. De grootste bekendheid heeft Macarius gekregen door de geschriften van Gottfried Arnold.
Ook in Engeland is de invloed aanwijsbaar, in 1721 kwam er een engelse vertaling. Het is met name Wesley geweest, die zich sterk verwant voelde met Macarius. Dit vanwege de bijbelse fundering van het geloof, de nadruk, die gelegd wordt op de beleving van het geloof en de zendingsijver, die daarvan het gevolg was.
Macarius en de Nederlanden
De vertaling van de Homilieën staat op naam van Cornells Kiel en deze verscheen bij de Antwerpse drukkerij van Plantijn.
Over deze Plantijn is erg veel bekend, wat zijn godsdienstige ontwikkeling betreft. Hij was verbonden aan een geheine godsdienstige groepering, die zich noemde: 'Het Huys der Liefde'. Deze groepering stond onder leiding van Niclaes.
In 'Het Huys der Liefde' werd grote nadruk gelegd op de daadwerkelijke en de heiligheid. Het nieuwe leven moet getuigenis afleggen van het geestelijk deelhebben aan leven Gods. De vereniging van Christus en de mens, de versmelting van beider harten zal worden verwezenlijkt in het Huisgezin der Liefde. Daar alleen heerst volmaaktheid.
Onderworpenheid, deemoed, zelfverloochening zijn de eerste plichten van de herboren en met Christus verenigde sterveling.
Niclaes gaat de Doperse weg door de gemeente te maken tot een hiërachischcommunistische organisatie, die de zuivere gemeente van het nieuwe Jeruzalem diende te zijn.
Van dit 'Huys der Liefde' splitst zich later een deel af onder leiding van Hendrik Jansen, afkomstig uit Barneveld.
Zij noemen zich 'Liefhebbers der Waarheyt'.
Het gaat hen om de mystieke vereenzelviging met God. Ze hadden geringe achting voor het gezag van teksten en dogma's. Zelfverloochening, nederigheid des harten en liefde tegenover allen, waren de middelen waarmee ze trachtten één te worden met God.
De beweging heeft zich ook verbreid naar Engeland en Duitsland.
Interessant is de veronderstelling, dat John Bunyan mogelijk een geschrift van Niclaes als model heeft gebruikt voor zijn Pelgrimsreis. In deze kringen is Macarius dus bekend geweest.
Later werd in de Nederlanden een hernieuwde
(vervolg op pag. 47)
Vervolg van pagina 44.
kennismaking veroorzaakt vanuit Duitsland en wel via Gottfried Arnold.
Toch verbaast het ons, dat van Macarius' invloed practisch geen sprake is geweest in de Nadere Reformatie. Van de Bank vraagt zich af of dit alleen maar een kwestie van onbekendheid is geweest. Mogelijk heeft men hem wel gekend, maar genegeerd.
Het ontbreken van de leer van de praedestinatie en de opvatting over de vrije wil zouden hierbij een rol kunnen hebben gespeeld.
Van de Bank noemt dit teleurstellend. Het zou immers gebleken zijn dat er, ondanks verschillen, duidelijke punten van overeenstemming zijn, zoals de nadruk op de blijvende zondigheid van de mens, het vertrouwen op Gods ' beloften en de grote plaats, die het werk van de H. Geest in Macarius' geschriften inneemt.
U begrijpt: een dissertatie met veel historisch onderzoek naar de persoon en de geschriften van Macarius, maar ook met bijzonder interessante gegevens over de inhoud van Macarius' theologie met z'n duidelijk mystieke en bevindelijke elementen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1978
De Waarheidsvriend | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1978
De Waarheidsvriend | 14 Pagina's