Een, die heen gaat.

Dr. J. O. A. Fetter, vrijzinnig predikant der Ned. Herv. Gemeente te Zutphen legt zijn ambt neer. In „Ons Blad" doet hij opgave van de beweegredenen, die hem tot dezen stap bewogen hebben.

„Ik heb", zegt hij, „vele bezwaren tegen de Ned. Herv. Kerk. Maar die hebben in den tegenwoordigen tijd alle predikanten, die meeleven met hun tijd. De organisatie der kerk is eenvoudig bespottelgk (dat valt in dezen tgd, die in het teeken staat der organisatie, dubbel op). De leiding berust, ook in vrgzinnige gemeenten, bijna altgd bg oude, conservatieve menschen. Dat het vrouwen-kiesrecht het vorige jaar toch nog verworpen is, is een slag in het aangezicht van allen vooruitgang. Ik heb me dat zeer aangetrokken. Meerderen met mg. De richtingstrijd in de kerk wordt zoo kleingeestig gevoerd, dat menigeen er ten slotte van walgen gaat. Maar op zichzelf genomen, zou ik, ondanks al deze dingen, nog wel predikant willen blijven ook al meeü ik, dat het gezonde, frissche religieuse leven zich hoe langer hoe meer gaat ontwikkelen buiten de kerk. Want een predikant is wel zeer vrij; geen ambtenaar is zoo vrij als hij en de Ned. Herv. Kerk is voor menig predikant het middel, waarmee hij zeer veel goed kan doen."

„De reden waarom ik besloten heb, geen predikant te blgven, is deze: ik kan er niet tegen. Ik weet zeker, dat ik, als ik nog eenige jaren op deze wijze voortga, physiek en psychisch ten onderga. Alle predikanten hebben een ander temperament, maar ik heb 't mgne. En dat is te emotioneel. Ik trek me alies veel te veel aan, kan de dingen niet langs me heen laten gaan, ben voort durend aan het tobben. Dat is al eenige jaren zoo Maar nu weet ik, dat het einde er is.".

Zijn voornemen deelt hij aldus mee: „Mijn plan was te gaan wonen in den Haag en in Leiden te gaan studeeren in de Ned. Letteren, om later leeraar te worden of leider van een der grootere openbare leeszalen....

„Ieder van u gevoelt, dat religieuze motieven mg niet er toe brengen, van werkkring te veranderen. Het is mijn vaste plan, te blijven preeken. Ik droom mg een toekomst, waarin ik als bijwerk (d.w.z. echt uit roeping) ook wel catechisanten zal hebben, oudere jongens en meisjes, maar dan moet ik ook gewoon „wereldsch" werk hebben, niet altijd met mgn gedachten bezig zijn met religieuze en maatschappelijke kwesties. Want dat laatste heeft me geknakt: altgd bezig zgn met de grootste vragen en geslingerd worden en nooit een oplossing kunnen vinden. Door den oorlog zgn allerlei vragen acuut geworden, b.v, deze vragen: Moet een christen dienstweigeren? Moet een christen socialist zgn, revolutionair? In Zutphen zgn deze vragen door de aanwezigheid van dr, van den Bergh van Eysinga meer acuut dan ergens anders. Ik wil alles eens rustig voor me zelf overdenken, in ieder geval wil ik eens eenige jaren hiervan rust hebben, later zal ik misschien wel weer predikant worden. Want mgn hart gaat uit naar het „wondere ambt", evenals vroeger. Maar ik wil het alleen uitoefenen op mgn wijze en dat is me te zwaar, dat kan ik niet volhouden. Ik heb het 24 October a, s. 10 jaar volgehouden, den 26sten hoop ik hier mijn afscheid te preeken.. * *

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen