Uit het kerkelijk leven.
Vóór 15 Maart.
De Syn. Commissie heeft thans de uitnoodiging tot het bijwonen der Kerkelijke samenkomst op 16 April a.s. aan de Kerkeraden toegezonden.
De vergadering, waar over de proponentsformule, de belijdenisvragen en het werk der Evangelisatie zal worden gesproken door de predikanten Dr. C. J. Niemeyer van Bolsward, Dr. J. J. Bleeker te Dronrijp, P. de Buck te Leeuwarden, Jac. Eringa te Woerden, M. van Grieken te Delft, A. J. A. Vermeer te 's Gravenhage, J. J. Meyer te Menaldum, J. C. H. Scholten te Rotterdam en Dr. W. L. Slot te Rekken, zal gehouden worden in de Groote Kerk te 's Gravenhage en vangt des voormiddags ten 10 ure aan.
Met het oog op de plaatsruimte kunnen slechts van iedere Gemeente de predikanten worden uitgenoodigd en zooveel ouderlingen als er predikantsplaatsen zijn, terwijl niemand zonder toegangsbewijs wordt toegelaten. Het zal nu zaak zijn, dat onze Kerkeraden vóór 15 Maart het getal der afgevaardigden aan den secretaris der Synode opgeven.
Onze prediking.
Ds. Lingbeek zegt in zijn lezing over „de Geref. Bond en de Confessioneele Vereeniging dat er tusschen de Gereformeerden en de Confessioneelen ook groot verschil is in prediking.
En hij zegt dan: „Een van de kenmerkende leerstukken onzer Gereformeerde belijdenis is de leer der eeuwige verkiezing en verwerping, zooals wij die vinden omschreven in de Dordtsche leerregelen. Daarom kan in eene rechte Gereformeerde prediking deze toon nooit geheel ontbreken: uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof en dat niet uit u; het is Gods gave." Evenwel; wie dat predikt en niet meer, verkondigt nog het Evangelie niet. Want het Evangelie komt met een algemeene roepstem tot allen, die het hooren: „bekeert u en gelooft in den Heere Jezus en gij zult zalig worden."
Welnu, die liefelijke verkondiging van Gods genade, die zonder prijs en zonder geld wordt aangeboden, niet aan degenen, die zich reeds voor uitverkorenen meenen te mogen beschouwen, maar aan hen, die niets dan schuld bezitten en verlegen van verre staan; ja ook aan hen, die nog in onwetendheid en vervreemdheid voortwandelen — die tonen werden in het kamp van den Gereformeerden Bond maar schaars gehoord.
O zeker, troost was er voor degenen, die de kenmerken der verkiezing reeds in zich meenden te vinden, maar voor de anderen geen woord van noodiging en aanmoediging, 't Was of men die zijde der waarheid niet meer aandurfde".
Lees dat nu nog eens over.
Dan ziet Ge dat Ds. Lingbeek dus niet meer of minder zegt, Ie dat er een aparte prediking is bij de mannen van den Bond en 2e dat „de lieflijke verkondiging van Gods genade, die zonder prijs en zonder geld wordt aangeboden aan hen die niets dan schuld bezitten en verlegen van verre staan" niet bij hen gevonden wordt. Ons dunkt: Ds. Lingbeek heeft nog nooit een preek van een Geref. predikant in onze Herv. Kerk gehoord of gelezen.
Meer zullen we er maar niet van zeggen!
Een cirkel-redeneering.
Op blz. 4 zegt Ds. Lingbeek:
„Dr. Hoedemaker gaf toe, dat onze Kerk gelijk was geworden aan een akker, die in vele jaren niet was gewied, zoodat allerlei onkruid van dwaalleer daarin veilig het hoofd omhoog stak.
En hij erkende hartelijk, dat die toestand van feitelijke leervrijheid onhoudbaar was.
Maar hij hield vol: de Hervormde Kerk is de voortzetting van de Kerk der Vaderen; hare leer is nooit op een wettige wijze herzien of veranderd en is dus nóg de Gereformeerde leer. Ook heeft de Heere God Zelf in tal van gemeenten, waar jaren lang het licht der waarheid was geweken, dat licht opnieuw op den kandelaar geplaatst en het daarmede getoond, dat Hij Zelf met Zijn Geest nog niet was geweken van de Kerk. En waar Hij Zelf haar niet prijs gaf, wat zou ons recht geven om zulks te doen? "
Het is dus droef gesteld in onze Herv. Kerk. Maar, zoo vervolgt Dr. Hoedemaker:
„Nu mogen in de Kerk sommige leden van andere leden, die van de waarheid zijn afgeweken, maar niet zeggen: , wij zijn de Kerk en met u rekenen wij niet meer.
Neen, de Heere heeft een anderen weg voorgeschreven waarlangs Hij Zijne Kerk wil zuiver houden en zuiveren n.l. den weg der tucht.
En daarom: wilt gij waarlijk Kerkherstel, begin dan met eerst de tucht, die nu onmogelijk is, weer mogelijk te maken.
Dat wil zeggen: neem weg die bestuursinrichting, die Koning Willem I aan onze Geref. Kerk heeft opgelegd en die alle ambtelijke bevoegdheid mist; en geeft aan de ambtdragers weer het recht naar Gods Woord om in hunne vergaderingen zoowel het werk der Kerkregeering als der Kerkelijke tucht uit te oefenen.
Derhalve, de weg van reorganisatie onzer Kerk".
Lees dat nu nog eens na met nuchteren zin. Bekijk deze dingen nu nog eens kalm.
Ér is nu feitelijke leervrijheid.
Ieder belijdt en gelooft en handelt naar eigen inzicht.
Modernen, Groningers, Etischen enz. enz. tronen saam.
Neem nu de Bestuursinrichting weg. Geef daarvoor Kerkeraadsvergadering, Claslicale vergadering, Provinciale Synode en Algemeene Synode. Daar zitten dan moderne, evangelische, etische ambtdragers naast zoovele ambtdragers die meer of minder op den bodem van de Belijdenis staan. Wat heeft men dan met de reorganisatie verkregen ? Dat naar Gods Woord zal worden gesproken en gehandeld ? Dat de Belijdenis accoord van gemeenschap zal zijn ?
Immers, neen! Grooter verwarring alleen heeft men dan geschapen. Vernietiging van onze Herv. Kerk staat dan voor de deur.
Wat men zich zelf dan te wijten heeft! Omdat het daar in de kerkelijke vergaderingen ambtsdragers zign, die „elk wat wils" kunnen geschat worden. Omdat het beginsel van Gods Woord en van onze Belijdenis daar ontbreekt. De vergaderingen op zich zelf kunnen ons niet redden. Of de vorm al is van gereformeerden snit, dat baat niet. Als de belijdenis als accoord van gemeenschap ontbreekt wordt de verwarring grooter nog.
En de gereformeerden zullen het moeten ontgelden. Dat staat vast. Waarom het zoo gevaarlijk is, om van reorganisatie te spreken ais men dat niet doet naar eisch van Gods Woord en onze belijdenis. En de proponentsformule èn de belijdenisvragen moeten eerst gewijzigd worden. Zooals de geschiedenis van onze Geref. Kerk ons dat leert. Zooals ook billijk en recht is, zelfs naar den vorm van het statuut van 1816. En is daar de draad weer opgenomen, dan kunnen we verder gaan, met het ideaal voor oogen: het herstel van onze aloude Herv. (Geref.) Kerk, waar allen die leven uit het Geref.beginsel, moeten wonen als broeders en zusters van hetzelfde huis.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 februari 1914
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 februari 1914
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's