Stichtelijke natuuroverdenking.
Dat er op den berg donderen en bliksemen, waren. Ex. 19 : 16.
I.
Hoe nederbuigend goed dat Jehova, die troont in den hemel, voor Zijn volk op de aarde, dat moet tasten, hooren en zien, omdat het geloof zoo zwak vaak is. Zijn ontfermende bemoeienis vertolkt in teekenen, die onze zinnen kunnen omvatten.
Hoort gij het rollen van den donder, , ziet gij de bliksemflitsen aan het firmament ? Vrees of jubel, menschenkind, want 't is Jehova of Abba, de God die leeft, de groote Gebieder van Hemel en aarde. Wondere goedheid van den Heere, die is een geest, dat Hij Zijn bestaan nog wil melden aan aardbewoners, die Hem niet meer kennen aan den wind des daags, omdat zij gevallen zijn uit die gemeenschap, waarin de koelte, die om hun slapen streek, was het voertuig van zalige influistering. Verdoofde paradijslichten, ook dat zintuig is begraven en een engel houdt de wacht. Wondere goedheid, dat een geslacht, dat Hem verlaten heeft, toch nog in machtige natuur taal, die overal verstaanbaar is, die zelfs het dier doet sidderen, het over de wereld uitroept: Ik ben Jehova en buiten Mij is er geen God. In 500 talen is de bijbel vertaald, om toch overal, kon het zijn, het Woord Gods te brengen." ... 't Gansche menschdom staat verwonderd, als de God der eere dondert.
Hij is de almachtige en kan het ook buiten Zijn Woord om, het alle den volke verkonden, dat Hij Zijne eer als Schepper niet aan anderen zal schenken. „De stormen zijn Zijn knechten, de bliksem is hun lans."
Hoe versteekt Israel, dat gelegerd is om Horeb, zich in zijn tent, als Hij Zijn Wet hun schenkt. Machtig moment in de geschiedenis der wereld, als deze daad Gods gegrond wordt als een mijlpaal, onomstootelijk vast, fier oprijzend en nog grootscher in haar verheffende majesteit dan de berg waarop ze geplant werd. Maar als dan bij die allen het bovenzinnelijke orgaan is afgestompt, dat de ontzaglijke ernst zou voeren tot het innerlijke bewustzijn van die schare, dan zal de zinnelijk levende het in zinnelijke organen verstaan, hoe machtig dit oogenblik is en daar rolt de donder om Horeb, daar klieft de bliksem het luchtruim, daar verheft zich een rookzuil als een vinger Gods hemelwaarts de aarde schokt, de berg beeft, en de mensch ziet, hoort en voelt dat de onzienlijke nog anders dan door het ingegrifde woord overtuigt, dat Hij is. Nog voor de dienaar Gods afdaalt met het Woord, ligt daar als onomstootelijke vastheid in het hart dezer tentbewoners om Horeb, dat „God de Heere regeert". Nog voor 't woord, gesproken tot Mozes, Zijn knecht, als wet hun werd voorgesteld, lag de aanhef: Gij zijt mensch bij de gratie Gods, in hun binnenste, en nog voor de eisch tot de wet en de getuigenis kwam, reageerde op dat: bij de gratie Gods hun getuigenis: Al wat de Heere van ons eischt, dat zullen wij doen. Diepe waarheid voor heel het menschdom. Dat oogenblik daar, was een wereldoogenblik, en ook de voorindruk, de inzet tot de ontvangst van Zijn Woord. Zij is wereld-indruk. Daar ligt een ingeschapen bewustzijn in elk redelijk wezen, een voor-indruk dat er een God is. Maar zie nu weer, hoe bij den blindsten heiden die ingeschapen indruk bewust wordt, als de Hemelkoning Zijn stem Iaat bazuinen door de luchten, en de echo's schallen tusschen de wolken. Én dat opgewaakte in het hart brengt bij die allen vrees, brengt afhankelijkheids-gevoel, ziet het leven als bij de gratie Gods.
Als 's zomers zulk een machtig natuurtafereel ons oog aanschouwt en ons oor hoort, dan wordt het nog eens moeizaam herinnerd door velen, dat wij ook God kennen uit de natuur. Het wordt eerst genoemd in onze belijdenisschriften : uit de natuur, maar toch niet om het 't eerst te vergeten ? Is het soms reeds een bewijs van terugtrekken voor ongeloovige wetenschap, - als zoo weinig krachtig de Christenschaar het betuigt, dat is de stem van Jehova. Waarom ook dat: uit de natuur, niet even geloovig beleden, niet even kloek geuit, als het majesteitelijke schrift zich teekent tegen een zwarten onweershemel ? Waarom dan zwijgend retireeren voor een wetenschap, een wereldsche wijsheid, waarvoor toch alles, maar ook deze openbaring Gods in de natuur, dwaasheid is ? Hoe schoon zegt dat een onzer groote hedendaagsche christelijke natuurbeschouwers, als hij de pedanterie der wetenschap tegenover zoo'n openbaring Gods hekelt. Ja, zegt de wetenschap, weet ge wat donder is : dat is het geluid, veroorzaakt door het op elkaar vallen der luchtdeeltjes als de bliksem er door heen slaat; weet ge wat dat rommelen van den donder is? Dat is, zegt dan de geleerde, het echoën tusschen de wolken. En omdat wij nu weten, ' dat het alzoo is, zegt de wetenschap, hebben we weer een stuk van dwaas volksgeloof afgekapt, dat nog denkt, dat er iets meer achter steekt. En de Christen, die verzuimde, om de eerste bron: de natuur voor de kennisse Gods te onderzoeken, hij krijgt een medelijdend glimlachje over zijn achterlijkheid en staat verlegen. En de onbegenadigde, die bloot historisch moet gelooven, hij voelt dat de dief doorgraaft zijn toch al zoo zwakke fundamenten. „Mijn volk gaat verloren omdat het geen kennis heeft." Zou dat ook hier niet van toepassing zijn. „Weet gij, christelijke natuurbeschouwer het dan soms beter, " vraagt die zelfde materialist? Och toch niet, wij gelooven, dat die geluiden wel zoo zullen gevormd worden, maar kijk nu eens: Een jongen leert op school, dat de stem eens menschen gevormd wordt door de plotselinge uitdrijving van lucht uit de longen, die de stembanden aan het trillen brengen. Hij komt thuis: Zijn vader spreekt hem toe, o neen, toch niet, hij hoort de uitwerking van lucht op stembanden. Daarmee uit. Neen niet uit, zijn vader sprak, 't was zijne stem. Schrik toch niet, wij weten nu met de wetenschap, hoe dat geluid daar boven ons ontstaat, maar wij hebben ook uit Zijn Woord het vernomen, dat het de stem is des Allerhoogsten. Dien het zoo goed dacht, want: En de Heere zeide tot Mozes : Zie ik zal tot u komen in een dikke wolk, opdat het volk hoore als Ik met u spreek. (Ex. 20:9.)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 augustus 1912
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 augustus 1912
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's