Ned. Herv. Jongelingsbond.

Van koffiestroop en margarine.

Op onzen eersten Bondsdag te Zeist hadden we in de morrgenvergadering een oogenblik een samenspreking met iemand die in onze Vergadering was binnengekomen, maar op die (huishoudelijke) vergadering niet thuis hoorde. Wel vroeg de persoon in kwestie om toch te mogen blijven, „hij zou er niets van vertellen of schrijven" enz. enz., maar — natuurlijk — we konden geen gastvrijheid verleenen en die persoon vertrok.

Geheim maken we van onze vergaderingen niet. Breed is het verslag geworden in „De Waarheidsvriend". En dat verslag hebben we o.a. aan de Redactie van al de Chr. Jongelingsbladen toegezonden.

Maar natuurlijk wil onze Bond zich het recht voorhouden om eigen vergaderingen te beleggen en die vergaderingen in te richten, zoo als wij willen.

Intusschen is die morgenbezoeker, die vertrekken moest, toch aan de praat geraakt over onzen Bondsdag, 't Was een broeder uit „de Geref.. Kerken", die nu in het Geref. jongelingsblad enkele beschouwingen gaat geven over onzen Bondsdag te Zeist.

Hij begint met te zeggen waaom hij niet naar den Bondsdag van den Geref. Jongelngs-.te Groningen gegaan is. Zijn eersteling moest toen juist gedoopt worden. „Daarom — zoo schrijft hij, stelde ik me tevreden met een kijkje op de eerste jaarvergadering van den Bond van Hervormde Jongelingsvereenigingen op Geref. grondslag." „Wilt u — zoo vervolgt de schrijver dan letterlijk — niet al te zeer over deze afwijking verwonderen; ge weet immers ook, hoe het in een huishouden toe gaat; laat de beurs niet toe goede koffie te drinken, dan neem je maar veel koffiestroop en bij gebrek aan natuurboter slik je reuzel of margarine."

Zoo begintdie broeder uit „ de Geref.Kerken."

De Bondsdag te Groningen van den Geref. Jongelingsbond == koffie of boter.

De Bondsdag te Zeist van den Herv. Jongelingsbond =: koffiestroop of margarine.

Aardige hè ? Wel vleiend voor óns!

Maar ook karakteriseerend voor den Geref. broeder. En dat vinden we eigenlijk het ergste.

't Onze zullen we wel te boven komen met Gods hulp. Maar waar moet hij met het zijne blijven ?

Daar we veronderstellen, dat hij bedoelt, wat hij zegt. En later niet gaat leuteren: zoo heb ik het niet bedoeld....

Na die vriendelijk-gereformeerde vergelijking gaat de schrijver dan voort en verhaalt het volgende :

«Reeds meerdere malen had ik van dezen nieuwen Bond gelezen en gehoord. Als van de Halley-komeet was zijne komst vooruit aangekondigd en zijn bestaan aan den hemel der jongelieden-organisaties geconstateerd. En nu ik er op uitgegaan was, om hem persoonlijk waar te nemen, zou ik me door enkele hinderlijke wolken doen weerhouden ? Geen sprake van!

Te Zeist vernam ik den naam van het bondsorgaan, of juister, van het blad, waarin aan den nieuwen Bond voor zijne medededeelingen gastvrijheid verleend wordt: »De Waarheidsvriend", wekelijks orgaan van den Gereformeerden Bond tot verbreiding en verdediging van de Waarheid in de Nederlandsch Hervormde (Gereformeerde) Kerk. Het adres der redactie is: Ds. M. van Grieken te Delft en dat der administratie : N. Veen, Maassluische Boekhandel en Drukkerij te Maassluis, Directeur A. Fortuin. Het blad verschijnt elken Vrijdag en kost per half jaar franco per post fo.8o; op 1 December a.s. begint de derde jaargang.

Ik heb me van dit blad de benoodigde nummers doen zenden, om ze voor mijne verdere mededeelingen te gebruiken: het betrokken nummer is tusschen twee haakjes geplaatst.

De Bond werd Woensdag 9 November 1910 opgericht in eene vergadering in het gebouw "Irene" te Utrecht; 20 vereenigingen traden toe (1e Jg. no. 50). In hetzelfde gebouw, werden Dinsdag 3 Januari 1911 de Statuten vastgesteld en de bestuursleden gekozen (II, 8.) Deze zijn: Ds. M. van Grieken, Delft, Voorzitter; Ds. J. H. F, Remme, Rijssen, 2e Voorzitter; Ds. M. Jongebreur, Veenendaal, Secretaris ; G. Blanken Azn., Muiden, Penningm.; Ds. D. Boonstra, Monfoprt, Bibliothecaris; F. Bongers, Huizen en J. Brouwer, Linschoten, Assesoren.

Best'oten werd gastvrijheid te vragen in »De Waarheidsvriend", aan welk verzoek blijkbaar is voldaan, want onder het typische hoofd : Ned. Herv. Jongelingsbond verschijnen vrij geregeld bondsmededeelingen. Zoo, in no. II, 25 de toetreding der J.V. te Leerdam, van die te Bergschenhoek in no. II, 27 en van die te Rijssen in no. II, 29. De nieuwe Bond telt dus op het oogenblik 23 Vereenigingen met pl.m. 450 leden.

Mij dunkt, als het nieuwe jaarboekje verschijnt, dan moet óók van dezen Bond de statistiek daarin zijn opgenomen. Er staan wel "mindere" Bonden in. Én een groei van dezen aard belooft wel wat; onze Bond was in zijne kinderjaren ten minste niet zoo voorspoedig.

Wat den aard der Vereenigingen betreft, één was er pas opgericht: Leerdam; drie behoorden tot nog bij het Ned. Jongelingsverbond : Montfoort, Muiden en Rijssen; elf waren tot heden bij geen Bond aangesloten: Ter Aa, Sprang, Zeist, Delft, Monster, Leerbroek, Dordrecht, Linschoten, Huizen, Ameide, Waddingsveen, terwijl ik van acht afdeelingen de doopceel niet lichten kon : Wilnis, Zegveld, Deltshav'en, Vinkeveen, Veenendaal, Oud-Beierland, Benschop en Bergschenhoek. Misschien zouden de bondsvrienden in deze gemeenten mij uitsluitsel willen geven.

Gelijk reeds gezegd, werd de eerste bondsvergadering op 5 Juni te Zeist gehouden. Met 31 tegen 10 stemmen werd besloten tot de aanschaffing van een bondsinsigne en met 40 tegen 9 stemmen werd Veenendaal als de plaats der tweede jaarvergadering aangewezen. Voorts gaf de penningmeester eene proeve van bijbelbespreking (Lucas 5: 1—11), terwijl de voorzitter na de opening iets uit den vervolgingstijd der eerste christenen aan de vergaderden ten voorbeeld had voorgehouden. Eindelijk werd des middags in het bosch eene openbare vergadering gehouden, waarin de 2e voorzitter refereerde (II, 29).

Veel "zaaks" is die eerste Bondsdag dus niet geweest. Liever deel ik U daarom iets mede, omtrent de statuten van den nieuwen Bond en zijne verhouding tegenover onzen Bond en het Verbond. Daarvoor leveren de nummers II, 8 en 17 mij de stof. Maar voor die nadere mededeelingen wacht ik liever tot een volgenden brief.

Gegroet van

JAN VAN. NASSAU.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen