Financiën.
Een goede week maakt nog geen goed jaar en een slechte week evenmin een slecht jaar. Wij zullen dus verstandig doen met niet te veel bij het oogenblik te leven. Noch als het goed gaat, noch als het minder goed gaat, want dat doende zou men de baren der zee welhaast gelijk worden wanneer zij door den wind worden opgezweept. Als het nu den lezer gaat zooals mij dan heb ik mij nooit erg behagelijk gevoeld op het water, wanneer het zoo op en neer gaat en ik zou in staat zijn u daarvan droevige ervaringen mede te deelen, welke ik u echter als minder dienstig zal sparen.
Als wij ons dan niet al te zeer hebben laten drukken door de sobere ontvangst van de vorige week, laten wij dan nu voorzichtig zijn met ons niet al te vroolijk te maken over de ruime ontvangst van deze week.
Ja, dat alles kan ik nu u en mijzelve wel voorhouden, maar daarmede is het nog niet gedaan, want het blijkt toch maar telkens dat wij er alles voor over hebben om te leven bij aanschouwen, en om door het geloof te leven een zaak is die wij bij vernieuwing moeten ontvangen.
Doch ter zake. Ik kon in het vorig nummer nog juist in een correspondentie berichten dat ik voor deze week reeds drie postwissels ontvangen had. Het waren de volgende:
Uit Wezep door Ds. den Oudsten f 10 van den Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente aldaar, uit het fonds voor Christelijke belangen. Hartelijk dank aan dezen Kerkeraad, die niet geaarzeld heeft den Leerstoel te rekenen onder de Christelijke belangen. Mogen nu alle Kerkeraden, die misschien zulk een fonds niet hebben, bedenken dat niet alleen de Christelijke belangen, maar speciaal de Gereformeerde Hervormde belangen, dus voor u, Gereformeerde Kerkeraden, uw eigen belangen, door den Leerstoel worden gediend. Onze hoop is dan ook dat deze dit gaandeweg zullen gevoelen en dat vaste bijdragen ons vandaar in ruime mate zullen gaan toevloeien.
No. 2 was uit Oud-Beierland, f5.755 van Ds. Gunning uit de catechisatiebus „Zinkweg", en
No. 3 van S. S. Harkema te Hilversum uit busje No. 35 opbrengst van den maandelijkschen rondgang van April en Mei.
Verder ontving ik door Ds. C. J. Leenmans te Utrecht een postwissel van f 10 als een gift van Mevr. de Wed. K. te Bennekom. Hartelijk dank. Het is niet de eerste maal dat ik een gift van dat bedrag van daar mocht boeken Zijn er niet meer vrienden van den Leerstoel te Bennekom? Is er niet iemand die als verzamelaar wil optreden en wien ik eens wat circulaires mag zenden of boekjes van de lezing van Ds. Leenmans om te verspreiden om daardoor de belangstelling te wekken? Wie wil er zich voor geven?
Uit IJsselmuiden f 1 van A. S. Hij schreef er bij: Dit is voor den Leerstoel bestemd en hiermede verbind ik mij dit hedrag jaarlijks te geven. Ziet, dat moest nu iedereen doen die mij een postwissel zond. Dan stuur ik er om. Men is dan van het lastige verzenden af en er komt meer vastigheid in de inkomsten.
Uit Benschop van Neeltje Lekkerkerk f 3.10 uit busje 115. Die schreef mij; Wederom zend ik u het bedrag uit het busje. Liever zou ik u een bedrag zenden, zooals de Vrije Universiteit heeft ontvangen, - doch ik hoop dat de kleine gave het schoone doel moge bevorderen.
Dat geloof ik wel. Ik heb ook dat bericht gelezen. Was het niet f 150.000? Ach ja! Er zei eens iemand tegen mij: ik kan het best hebben dat de eene rijker is dan de andere, maar dat ik nu juist de andere ben, dat spijt mij. Nu, dat is te begrijpen. Velen dachten er ook zoo over bij het lezen van dit bericht.. Dat zou wat zijn voor den Leerstoel, penningmeester! Zij zouden mij ook heel gaarne zoo'n sommetje sturen evenals Neeltje, als ze het maar hadden. Intusschen, wij zullen er maar niet op rekenen en stilletjes onzen gang gaan. Komt het dan soms, dan valt het mee. Wij zullen maar denken: wat met moeite verkregen is, wordt het meeste gewaardeerd.
Wij gaan verder. Ontvangen van A. C. H. te N. f2.50.
Van Ds. N. v. d. Snoek te Ooster-Nijkerk van de maand April uit busje 49 te Ooster-Nijkerk f 2.48, te Niawier f 0.61, te zamen f 3.09.
Van Ds. K. J. v. d. Berg te Kamperveen f5.60 uit busje 27 en f 1.- als nagekomen Paaschgift.
En dan heb ik nog een nagekomen Paaschcollecte en geen geringe, van Ds. Remme, te Vinkeveen gehouden in de kerk de som van f35.—. Ik hoop dat de Paaschcollecten hiermede nog niet zullen zijn afgesloten, maar dat er nog mogen komen van die plaatsen, waar het op Paschen niet kon.
Waarde lezer. Ik heb u alles verteld wat ik wist. Zorgt u nu dat ik de volgende week ook wat heb mede te deelen. Want als het u soms tegenvalt als de penningmeester weinig heeft ontvangen, vraag dan uzelf eens af of u er soms ook schuld aan heeft.
De Heere zegene u en uw gaven.
Delft,
Brab. Turfmarkt 20.
De Penningmeester, J. C. FLIEHE.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 mei 1911
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's